Djelovanje u Ljubavi će uvijek biti široko polje aktivnosti, neprestano ćete se moći vježbati u tome samo ako je vaša volja naklonjena vječnom Božanstvu. Po punini neljubavnosti među ljudima moći ćete i prepoznati koliko se duh čovjeka udaljio od Božje svijesti..... Kako on uvijek samo traži zadovoljavanje svoga “ja” i sva ljubav za koju je sposoban je usmjerena tom ja. I iz te samo-ljubavi uvijek proizlazi samo zlo..... Ovisnost o tome da se sve zamislivo posjeduje za sebe je uzrok svim porocima i manama koje se tada lijepe za takav jedan život samoljublja.
Primjećujete to već na jednostavnom procesu umnažanja dobara. Čovjek će se uvijek samo truditi da zadobije za sebe sve ono što mu se čini poželjno, i ne preže ni od korištenja sredstva za stjecanje koja povrjeđuju Božje zapovijedi..... Doći će do posjedovanja nezakonitim putem ili putem lukavštine ili varanja bližnjih..... Neće se ustezati od laži samo ako mu ona donosi i najmanju dobit.
No nikad neće gajiti Ljubav prema bližnjemu i time mu nedostaje sve što ga može približiti vječnom Božanstvu. A aktivnost u istinskoj Ljubavi prema bližnjemu imati će blagotvorno djelovanje u istoj mjeri. Taj čovjek će se uvijek truditi zaštititi bližnjega od svega što njemu samom izgleda štetno i stalno će prebivati u Istini i postupati će u skladu sa Božjim zapovijedima i time i kroz aktivnost u djelima Ljubavi prema bližnjem neprestano moći uživati u Božjem Prisustvu.
Tko nesebično bližnjima daje dobro, njegov duhovni posjed će se povećavati i u onostranom mu donijeti neprolaznu plaću, i jedino je potrebna volja čovjeka da bi nakon tjelesne smrti mogao uživati u najuzvišenijim stanjima. Mamljenja svijeta su protu-teža i čovjek u svojoj zaslijepljenosti ne prepoznaje bezvrijednost zemaljskih zadovoljstava nego se svim sredstvima trudi njih domoći i stoga je njegova sudbina u onostranom bijedna, otužna, pošto će mu biti plaćeno istom onakvom mjerom kakvom je on u zemaljskom životu davao svojim bližnjima.
Tko pretjerano ljubi jedino sebe nikada ne može zadobiti Božju Milost, pošto Gospodar njegovo djelovanje i nastojanje nikada neće blagosloviti..... Jedino mu prakticiranje Ljubavi prema bližnjemu Nju osigurava. Tko voljno daje od svog posjeda, duplo će primiti, i to ne samo zemaljski nego u još većoj mjeri duhovno, jer Ljubav je ono najuzvišenije i jedino putem Ljubavi se čovjek može spasiti još na Zemlji.....
AMEN
TranslatorEen uitgestrekt arbeidsveld zal het werken in liefde steeds zijn, onophoudelijk zult u zich daarin kunnen oefenen, als uw wil zich maar neigt tot de eeuwige Godheid. Aan de volheid van liefdeloosheid onder de mensen zult u ook herkennen, hoever de geest van de mens zich heeft verwijderd van het bewustzijn, dat er een God is. Hoe hij alsmaar naar de bevrediging van zijn “ik” zoekt en alle liefde waartoe hij in staat is alleen dit “ik” geldt. En van deze eigenliefde gaat steeds alleen onheil uit. De zucht om al het mogelijk voor zich te bezitten, is de reden van alle slechte gewoonten en ondeugden, die dan aan zo’n mens vol eigenliefde kleven. U kunt het al merken aan het eenvoudige proces van de vermeerdering van goederen. De mens zal steeds alleen maar proberen, alles voor zichzelf te verwerven wat hem begerenswaardig voorkomt en geen middelen schuwen om ze te verkrijgen, die tegen Gods geboden ingaan. Hij zal zich eigen maken wederrechtelijk of door list en bedrog te proberen de medemensen schade toe te brengen. Hij zal de leugen niet schuwen, wanneer die hem maar het geringste voordeel oplevert. Maar de liefde voor de medemens zal hij nooit meer beoefenen en zodoende ontbreekt hem alles, wat hem dichter bij de eeuwige Godheid kan brengen.
Maar in dezelfde mate zegenrijk zal het werkzaam zijn in ware naastenliefde zijn uitwerking hebben. De mens zal steeds zijn best doen de naaste te beschermen tegen alles wat hem zelf nadelig toeschijnt en hij zal zich steeds ophouden in de waarheid en handelen volgens de geboden Gods en zodoende ook, door het aktief zijn in werken van naastenliefde, zich altijd mogen verheugen in de tegenwoordigheid Gods. Wie onbaatzuchtig de medemens het goede toont, diens geestelijk bezit zal groter worden en hem in het hiernamaals een onvergankelijk loon opleveren. En alleen de wil van de mens zal nodig zijn om zich te mogen verheugen in de hoogste gelukzaligheid na de lichamelijke dood.
De verlokkingen van de wereld zijn het tegenwicht en de mens in zijn verblindheid ziet de waardeloosheid van aardse genoegens niet in; veeleer tracht hij zich hiervan met alle middelen meester te maken en zijn lot in het hiernamaals is daarom armzalig en vreugdeloos, omdat hem in dezelfde mate zal worden gegeven, als hij in het aardse leven aan zijn medemensen gaf. Wie nu al te zeer van zichzelf houdt, kan de goddelijke genade nooit voor zich verkrijgen, want de Heer zal zijn doen en laten nimmer zegenen. Alleen het beoefenen van liefde jegens de naaste verzekert deze hem. Wie bereidwillig van zijn bezit weggeeft, zal dubbel ontvangen en niet alleen aards, maar in nog grotere mate geestelijk, want de liefde is het hoogste en alleen door liefde kan de mens zich al op aarde verlossen.
Amen
Translator