Il n'y aurait pas besoin de tant de misère et de besoin sur la Terre si les hommes pensaient davantage à leur Sauveur et Rédempteur, Lequel a pris sur Ses Épaules la souffrance de l'humanité entière, a souffert et est mort pour celle-ci sur la Croix. Il l'a porté pour l'humanité, mais elle doit croire en Lui et en Son Œuvre de Libération, parce que la faute du péché peut être considérée éteinte pour celui qui l'a portée sous Sa Croix, dans la foi dans l'espoir que Jésus-Christ a donné Son Sang pour celle-ci, pour qu’aussi cette faute soit éteinte. Mais celui qui ne croit pas dans la Libération au moyen du Sang de Jésus, la faute du péché reste sur l'homme comme avant, et lui-même doit effectuer l'expiation pour cela, il doit porter toute la souffrance qui est l'effet de son péché d'autrefois, c’est-à-dire la misère et la maladie, la préoccupation et la souffrance. Jésus savait que l'humanité avait à souffrir indiciblement pour sa grande faute du péché. Et Son Amour miséricordieux a pris sur Lui la souffrance, la conséquence du péché. Il voulait expirer au moyen de Sa souffrance et d’une mort très douloureuse, Il voulait porter l'Expiation, pour que les hommes soient libérés de la misère et du besoin, et donc qu’au travers de cette libération ils puissent de nouveau retrouver Dieu dont ils s’étaient volontairement séparés. Jésus-Christ est mort pour tous les hommes. Donc tous les hommes peuvent Lui apporter leurs péchés. Ils trouveront le Pardon, ils seront libérés du poids de leurs péchés, parce que le divin Rédempteur leur a enlevé tout le poids et il l'a chargé sur Lui-Même par Son très grand Amour. Mais il est très facilement compréhensible qu'Il veuille aussi être reconnu comme le Rédempteur du monde, il est compréhensible que soit libéré de sa faute seulement celui qui croit en Jésus Christ en tant que Fils de Dieu et Rédempteur du monde, que trouve le Pardon seulement celui qui vient à Lui avec sa faute et qui Le prie de penser aussi à lui, qui donc se pose consciemment sous la Croix du Christ, pour se faire laver de chaque faute par Son Sang. Mais comment sont maintenant les hommes envers Lui ? Peut-on encore parler d'une foi vivante en Lui, dans lequel Dieu Lui-Même S’Est incorporé ? L'humanité ne veut plus Le reconnaître, sauf quelques-uns qui Lui appartiennent. L'Œuvre de Libération du Christ ne signifie plus rien pour les hommes, et donc ceux qui ne Le reconnaissent pas comme Il veut être reconnu restent non libérés. Et le poids du péché s’accumule énormément, les hommes doivent souffrir sous effet du péché, parce que la Justice divine demande expiation des hommes eux-mêmes qui n’appartiennent pas au groupe des rachetés, parce qu'eux-mêmes se sont éloigné de Lui, parce qu'ils ne font pas partie de ceux que Jésus Christ a racheté du dommage et ils n'appartiennent pas au groupe des rachetés par le fait qu’ils ne reconnaissent pas le divin Rédempteur, donc ils ne croient pas que l'Éternel Amour Lui-Même a pris sur Lui la mort sur la Croix, pour apporter la Libération aux hommes. Aucun homme n’est exclu de l'Œuvre de Libération, mais celui qui s'exclut lui-même, ne peut pas se servir des Grâces de l'Œuvre de Libération, et donc il ne peut pas éviter pour lui le sort atroce qui l'attend irrémédiablement dans le Règne de l'au-delà, s'il ne le frappe pas déjà sur la Terre. Parce que l'Expiation doit être effectuée selon la Justice divine par tous ceux qui ne portent pas leurs péchés à Jésus Christ qui est mort pour tous les hommes sur la Croix, pour les racheter.
Amen
TraducteursEr hoefde niet zoveel ellende en nood op aarde te zijn, wanneer de mensen meer zouden denken aan hun Heiland en Verlosser, die het leed van de gehele mensheid op Zijn schouders nam en daarvoor geleden heeft en gestorven is aan het kruis. Hij droeg het voor de mensheid, maar ze moet in Hem en Zijn verlossingswerk geloven. Want de zondeschuld kan alleen maar als teniet gedaan gelden, als ze naar Hem - onder Zijn kruis - wordt gedragen in het geloof en in de hoop dat Jezus Christus Zijn bloed daarvoor heeft geofferd, dat ook deze schuld wordt uitgewist. Maar wie niet in de verlossing door Jezus’ bloed gelooft, diens zondeschuld belast de mens nog steeds. En hij moet daar zelf voor boeten. Hij moet zelf al het leed dragen, dat het gevolg is van zijn vroegere zonde: nood en ziekte, kommer en leed.
Jezus wist dat de mensheid onnoemelijk moest lijden wegens haar grote zondeschuld. En Zijn medelijdende liefde nam het leed, het gevolg van de zonde, op zich. Hij wilde het aflossen door Zijn lijden en een meest smartelijke dood. Hij wilde boete doen, opdat de mensen vrij konden worden van ellende en nood, opdat ze in deze vrijheid weer de weg naar God terugvonden, van wie ze zich eens vrijwillig hadden gescheiden. Jezus Christus stierf voor alle mensen. Dus alle mensen kunnen hun zonden bij Hem brengen. Ze zullen vergeving krijgen. Ze zullen vrij worden van hun zondenlast, omdat de goddelijke Verlosser alle last van hen heeft afgenomen en deze Zichzelf heeft opgelegd uit overgrote liefde.
Maar het is wel gemakkelijk te begrijpen dat Hij ook als Verlosser van de wereld wil worden erkend. Het is begrijpelijk dat alleen diegene vrij wordt van zijn schuld, die in Jezus Christus gelooft als Gods Zoon en Verlosser van de wereld. Dat alleen hij vergiffenis krijgt, die met zijn schuld tot Hem komt en Hem vraagt ook hem te gedenken, die zich bewust onder het kruis van Christus plaatst om zich door Zijn bloed schoon te laten wassen van alle schuld.
Maar hoe staan de mensen nu tegenover Hem? Kan er nog van een levend geloof worden gesproken in Hem, in wie God Zelf zich heeft belichaamd? De mensheid wil Hem niet meer erkennen, op enkelingen na die Hem toebehoren. Het verlossingswerk van Christus zegt de mensen niets meer en daarom blijven alle onverlost, die Hem niet erkennen zoals Hij erkend worden wil. En de zondenlast hoopt zich ontzaglijk op. De mensen moeten lijden onder de uitwerking van de zonde, omdat de goddelijke rechtvaardigheid verzoening eist van de mensen zelf, die niet tot de schare van verlosten behoren, omdat ze zich zelf van Hem afzonderen, omdat ze niet tot diegenen behoren die Jezus Christus heeft verlost van de zonde en die niet tot de verlosten behoren, omdat ze de goddelijke Verlosser niet erkennen, dus er niet in geloven dat de eeuwige Liefde Zelf de kruisdood op zich nam om de mensen verlossing te brengen.
Geen mens is uitgeschakeld van het verlossingswerk. Maar wie zichzelf uitschakelt kan ook geen aanspraak maken op de genaden van het verlossingswerk. En hij zal daarom een verschrikkelijk lot niet van zich kunnen afwenden, dat hem met zekerheid wacht in het rijk hierna, wanneer het hem niet al op aarde treft. Want boete moet worden gedaan volgens goddelijke rechtvaardigheid door ieder die zijn zonden niet naar Jezus Christus draagt, die voor alle mensen is gestorven aan het kruis om hen te verlossen.
Amen
Traducteurs