Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

La non-liberté spirituelle - ou la soumission de la volonté

Les conséquences de la rébellion contre Dieu doivent être portées par le spirituel lui-même, car il s’est rendu coupable envers Dieu, le spirituel doit donc se soumettre à Dieu, pour établir de nouveau l'état dans lequel il était autrefois. Donc le spirituel doit ressentir la non-liberté comme un tourment ou se conquérir de nouveau la liberté en étant soumis à Dieu. Mais l'état non-libre de l'essentiel ne peut jamais être terminé arbitrairement sinon au travers de la soumission de la volonté à la Volonté divine. Par conséquent il existe seulement un arrêt dans l'état relégué ou bien une libération. Le premier est une volonté tournée contre Dieu, le dernier est un renoncement à la résistance contre Dieu. D’une certaine manière le renoncement à la résistance est une fuite de l'état non-libre, qui signifie un tourment pour l'être, et donc il doit parcourir l’infiniment longue voie terrestre, pour pouvoir finalement sentir l'Amour de Dieu, pour qu'ensuite l'être se tourne vers Dieu dans un joyeux désir. Il ne doit plus sentir l'état lié seulement comme un tourment, mais il doit aussi apparemment lui procurer bonheur et joie, et pour cela l'homme doit désirer Dieu, seulement alors il n'est plus jugé, c'est-à-dire poussé par contrainte à sa décision pour Dieu, mais sa totale libre volonté l'a déterminé à chercher l'unification avec Dieu et seulement alors il peut devenir définitivement libre de son état lié. Parce que maintenant il se soumet à la Volonté divine et établit de nouveau le rapport primordial, et le spirituel qui est une fois tombé est maintenant de nouveau près de Dieu et uni avec Lui pour toute l'Éternité.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

Geestelijke onvrijheid of het ondergeschikt maken van de wil

De gevolgen van het verzet tegen God moeten door het geestelijke, dat daardoor tegen God zondigt, zelf gedragen worden of het geestelijke moet zich aan God ondergeschikt maken om weer de toestand, die voorheen ook bestond, tot stand te brengen. Dus moet het geestelijke of de onvrijheid als kwelling ervaren of zich weer de vrijheid verwerven, doordat het aan God onderworpen is. Maar de onvrije toestand kan nooit anders eigenmachtig door het wezenlijke beëindigd worden, dan door het onderschikt maken van de wil aan de goddelijke wil. Bijgevolg bestaat er alleen maar een blijven in de gebonden toestand of een zich daaruit verlossen.

De eerste is de wil, die zich tegen God verzet. De laatste is een opgeven van het verzet tegen God. Het opgeven van het verzet is in zekere zin een vlucht uit de onvrije toestand, die een kwelling voor het wezen betekent en daarom moet het de eindeloos lange weg over de aarde gaan om uiteindelijk de liefde voor God te kunnen voelen, opdat het wezen zich dan in een blij verlangen naar God toekeert.

Hij moet de gebonden toestand niet meer alleen als kwelling ervaren, maar het moet hem schijnbaar ook geluk en vreugde opleveren. En nochtans moet de mens naar God verlangen. Pas dan bevindt hij zich niet meer in de gerichte toestand, dat wil zeggen gedwongen tot zijn beslissing vόόr God gebracht worden, maar de volledig vrije wil bepaalt het om de vereniging met God te zoeken en pas dan kan hij volledig vrijkomen uit zijn gebondenheid. Want nu onderwerpt hij zich aan de goddelijke wil en brengt de oorspronkelijke verhouding weer tot stand en het eens afgevallen geestelijke is nu weer bij God en met God verenigd tot in alle eeuwigheid.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Peter Schelling