Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

Le mystère de l’Amour eternel

Sonder le Mystère de l'Amour éternel va au-delà de la faculté humaine, et il ne sera jamais possible à un homme d'imaginer Dieu comme l'Amour Même, parce que Dieu est pour l'homme croyant une Entité, et l'Amour un sentiment. Or Entité et Amour sont deux concepts qui peuvent certes coïncider, lorsque l'un peut signifier l'achèvement de l'autre, mais ils sont difficiles à imaginer comme étant égaux. Dieu comme Amour est imaginable seulement comme l'Être le plus sublime, le plus parfait qui doit aussi être dans le plus haut degré d'Amour, donc, par conséquent Dieu et l'Amour ne peuvent pas se scinder. Et cette Explication est l'unique qui peut être donnée aux hommes, mais elle ne dévoile pas le Mystère de l'éternel Amour, et les pensées qui vont au-delà sont erronées parce que les pensées humaines ne sont pas en mesure de sonder ce Miracle. Et à l'homme il doit suffire de s'imaginer l'Amour comme quelque chose d'Insaisissable qui peut être compris seulement par l’amour, c'est-à-dire que seulement l'amour qui aime pénètre dans ce Mystère et on peut toujours seulement employer son degré d'amour comme unité de mesure, parce que «plus» ne lui est pas compréhensible. Seulement lorsqu’il aura réussi à changer son être en amour, il lui sera facile de s'imaginer Dieu comme l'Amour Même, mais en tant qu’homme il ne le sondera jamais définitivement. Il est certes en mesure de s'imaginer Dieu comme une Entité, bien que cela ne soit pas imaginable selon des concepts humains, car l'homme s'imagine une Entité toujours comme quelque chose de corporel (avec une forme), même si celle-ci n'est pas visible à l'œil comme telle. Mais l'Amour ne peut pas prendre une forme dans son imagination, car à peine une forme Lui serait donnée, ce serait de nouveau Le considérer comme une Entité. Et donc la tentative de guider l'homme dans ce Mystère est entièrement inutile, elle mènerait seulement à des parcours de pensées erronées qui pourraient empêcher l'homme de reconnaître l'éternelle Vérité. L'homme dans sa difficulté de compréhension pourra certes sonder tout ce qu’il doit faire dans la vie terrestre, mais comprendre le spirituel nécessite d’être actif dans l'amour. Ainsi l’essence de l'être est amour et lorsque l'âme se sépare du corps, il reste seulement la substance animique originelle, qui maintenant est en soi justement le même amour, donc on ne peut pas les considérer comme une dualité, mais à travers l'amour l’être a pu en général devenir seulement ce qu’il est, donc l'être et l'amour sont de nouveau la même chose. (23.12.1940) Celui qui est en soi l’Amour Même devient imaginable seulement comme Entité, parce que pour l'homme la possibilité de comprendre se trouve seulement dans la substance animique originelle. Bien qu’il perçoive aussi l'amour, même si c’est en très petite mesure, il ne peut pas de toute façon s'imaginer l'éternelle Divinité comme Quelque chose qui Se manifeste seulement dans la vie des sentiments, parce qu'il considérerait alors cette chose seulement comme appartenant à l'Entité, mais pas comme l’Entité Même. L'Amour est une Force, et Dieu est la Force, donc Dieu et l'Amour doivent être la même chose. Et Dieu doit à nouveau être reconnu comme Entité, autrement il pourrait manquer le concept de base pour l'Existence de l'éternelle Divinité. Seulement lorsque l'être se sera approché de l'éternelle Divinité, il lui sera possible de fondre ensemble les deux concepts, et alors ce que l'être ne peut maintenant pas encore comprendre lui deviendra totalement clair. Mais sur Terre il lui en manque la faculté, vu qu’il peut accueillir seulement ce qui se laisse unir avec les lois terrestres, autrement cela reste incompris.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

Het geheim van de eeuwige liefde

Het geheim van de eeuwige liefde te doorgronden, gaat het menselijke vermogen te boven en het zal voor een mens nooit mogelijk zijn om zich God als de liefde Zelf voor te stellen, want God is voor de gelovige mens een wezen, maar liefde is een gevoel. Maar het wezenlijke en het gevoel zijn twee begrippen, die wel bij elkaar kunnen horen, waar het ene de aanvulling van het andere kan betekenen, maar die moeilijk als hetzelfde denkbaar zijn. God is als de liefde slechts in zoverre voorstelbaar, dat het als het hoogste, meest volmaakte wezen ook in de hoogste liefdesgraad moet staan. Bijgevolg zijn God en de liefde niet van elkaar te scheiden.

En deze verklaring is ook de enige, die aan de mensen gegeven kan worden, maar het ontsluiert het geheim van de eeuwige liefde niet, omdat elke gedachte hierover fout is, omdat menselijke gedachten niet in staan zijn om dit wonder te doorgronden. En het moet voldoende zijn voor de mens om zich de goddelijke liefde als iets onbegrijpelijks voor te stellen, dat pas door hetzelfde begrepen kan worden. Dat wil zeggen dat alleen maar de liefhebbende mens in een mysterie binnendringt en dat hij dan steeds alleen maar de eigen graad van liefde als maatstaf neemt, omdat een meer hiervan voor hem eenvoudigweg niet te begrijpen valt.

Pas wanneer het hem gelukt is om zijn eigen wezen in liefde te veranderen, zal het hem gemakkelijker vallen om zich God als de liefde Zelf voor te stellen, maar totaal doorgronden zal hij het als mens niet. Hij is wel in staat om zich God als een wezen voor te stellen, ofschoon dit wezen naar menselijke begrippen ook niet voorstelbaar is. Maar de mens denkt bij een wezen steeds aan iets lichamelijks, ook wanneer het voor de ogen niet als zodanig zichtbaar is. Maar liefde kan in zijn voorstelling geen vorm aannemen en zodra haar een vorm gegeven zou worden, zou deze juist weer als iets wezenlijks bestempeld worden.

En daarom is de poging om de mensen dit geheim binnen te leiden geheel doelloos. Het zou alleen maar tot verkeerde gedachtegangen leiden, die de mensen zouden kunnen hinderen bij het herkennen van de eeuwige waarheid. De mens met zijn beperkingen zal wel alles wat met het aardse leven in samenhang staat, kunnen doorgronden, maar geestelijk te begrijpen vereist een werkzaam zijn in liefde. Dan vormt zijn wezen zich ook tot liefde en als de ziel zich van het lichaam scheidt, blijft ook alleen maar het wezenlijke achter, dat nu juist in zichzelf liefde is. Zodoende zijn ze dan ook niet meer als twee verschillende dingen te beschouwen, maar door de liefde kan ze alleen maar dat worden, wat het is. Dus weer wezen en liefde, wat hetzelfde is.

Degene die in zichzelf liefde is, wordt echter pas als wezen voorstelbaar, omdat voor de mens de mogelijkheid tot begrijpen pas in het wezenlijke ligt. Ofschoon hij de liefde ook voelt, hoewel ook in de geringste mate, kan hij zich de eeuwige Godheid toch niet voorstellen als iets, die in het gevoelsleven tot uitdrukking komt. Want dit zou hij eerst als behorend bij het wezen beschouwen, maar niet als het wezen zelf. De liefde is een kracht en God is kracht, zodoende moeten God en de liefde hetzelfde zijn.

En opnieuw moet God als wezen erkend worden, omdat anders het grondbeginsel voor het bestaan van de eeuwige Godheid zou ontbreken. Pas wanneer het wezen contact gezocht heeft met de eeuwige Godheid is het mogelijk om beide begrippen met elkaar te laten versmelten en dan zal voor het wezen volledig duidelijk worden, wat het nu nog niet begrijpen kan. Maar op aarde ontbreekt hem dat vermogen, omdat het alleen maar op kan nemen, wat zich met aardse wetten laat verenigen, omdat het anders onbegrepen blijft.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Peter Schelling