Comparar anuncio con traducción

Otras traducciones:

Súplica a los seres de luz en angustia espiritual....

Las almas en angustia espiritual están rodeadas de fuerzas buenas y malas y, por lo tanto, no necesitan desesperarse en la angustia de su alma, pero tampoco deben ser indiferentes para que las fuerzas malas no se apoderen de ellas. La lucha de las fuerzas espirituales por el alma no cesa, y tan pronto como el ser humano mismo favorece las fuerzas malas por debilidad de la voluntad, pero el alma según su naturaleza se esfuerza hacia la luz, ahora entra en una necesidad, la que al mismo tiempo es una advertencia y amonestación de las buenas fuerzas. Porque esta necesidad debería llevarla a recurrir a las fuerzas buenas en busca de ayuda, algo que nunca haría si el alma se librara de la necesidad. Porque los seres de luz sólo pueden ayudar al alma cuando son llamados.... Esta ley divina no puede ser revocada.

El amor de los seres de luz es tan grande que siempre están dispuestas a ayudar y ayudarían a cualquier alma que lo necesite. Pero la fuerza de los seres de luz también es tan fuerte que pueden abrumar cualquier fuerza oscura, es decir, hacerla inofensiva, por lo que nunca podría haber un niño oprimido en la Tierra si Dios no hubiera dado esta ley que la ayuda de los seres de luz depende de la súplica del ser humano. Pero un ser humano sólo envía tal súplica hacia arriba cuando siente notablemente la necesidad del alma. Y dado que la transmisión de la fuerza del reino espiritual al ser humano es necesaria para que su alma madure. El alma tiene que meterse en este problema tan pronto como esté en peligro de caer presas de las fuerzas malas debido a su débil voluntad.

Por lo tanto, la lucha entre la luz y las tinieblas que se libra por su alma también debe tener un efecto notable en el ser humano para obligarlo a actuar, es decir, estimularlo a pedir fuerza, de lo contrario el alma nunca podría avanzar en su desarrollo. Por lo tanto, el angustia del alma es inevitable mientras el humano aún no recibe de fuerza de Dios a través de obras de amor extraordinarias. Un ser humano que está constantemente activo en el amor rara vez se encuentra en angustias del alma, porque los seres de luz pueden influir constantemente en él y ya no están sujetos a la ley divina, porque el humano que está activo en el amor ha derribado todas las barreras, de modo que la fuerza de Dios está constantemente disponible para él y puede ser transmitida.

Y es por eso que un ser humano que se encuentra en angustia espiritual debe esforzarse por dar amor, de ese modo destruye la influencia de los seres malos, y en combinación con la oración por fuerza y apoyo, muy pronto resolverá la angustia espiritual, porque las fuerzas de la luz ahora han vuelto a ser victoriosos y ahora pueden considerar el alma en abundancia. El trabajo del amor y de la oración elimina toda debilidad.... el ser humano se convierte en vencedor de las fuerzas que quieren dañarlo, se esfuerza por su propia voluntad hacia la luz y escapa de las tinieblas.... su voluntad ha sido endurecida por la tentación, tan pronto como él se resistió a ella.

Y cada victoria es un paso hacia la altura; El humano que se esfuerza seriamente hacia Dios saldrá victorioso de cada tentación, pero él también será oprimido por las fuerzas oscuras tan pronto como permita que surjan en él momentos de débil voluntad. Pero siempre puede estar seguro del apoyo de los seres de luz que escuchan su petición de fuerza y están siempre dispuestos a ayudarle....

amén

Traductor
Traducido por: Hans-Dieter Heise

Een roep tot de lichtwezens om hulp in geestelijke nood

Zielen die zich in geestelijke nood bevinden zijn door goede en slechte krachten omgeven. En ze hoeven daarom in hun geestelijke nood niet te wanhopen, zoals ze echter ook niet onverschillig mogen zijn, opdat de slechte krachten niet de macht over hen krijgen. Het worstelen van de geestelijke krachten om de zielen houdt niet op en zodra de mens zelf door wilszwakte de slechte krachten bevestigt, maar de ziel overeenkomstig haar wezen op het licht aanstuurt, raakt ze nu in nood, die echter tegelijkertijd een waarschuwing en een aanmaning van de goede krachten is. Want deze nood moet haar ertoe brengen zich te wenden tot de goede krachten om hulp, wat ze nooit zou doen als de ziel de nood bespaard zou blijven. Want de lichtwezens kunnen alleen dan de ziel bijstaan, wanneer ze worden aangeroepen. Deze goddelijke wet kan niet ongedaan worden gemaakt.

De liefde van de lichtwezens is zo groot dat ze altijd tot hulp bereid zijn en iedere ziel zouden helpen die in nood is. Maar de kracht van de lichtwezens is ook zo sterk dat ze welke duistere kracht dan ook kan overweldigen, dus onschadelijk maken. Er zou dan dus nooit een in het nauw gebracht mensenkind kunnen bestaan, als God deze wet niet zou hebben gegeven, dat de hulp van de lichtwezens afhankelijk is van de roep om hulp. Maar zo’n roep stuurt de mens alleen omhoog als hij de nood van de ziel voelbaar ondervindt. En daar de overdracht van kracht uit het geestelijke rijk op de mens nodig is opdat diens ziel rijp wordt, moet de ziel in deze nood geraken zodra ze door haar zwakke wil in gevaar is een prooi te worden van de slechte krachten.

De strijd tussen licht en duisternis die om een ziel wordt gevoerd, moet dus ook voor de mens een voelbare uitwerking hebben om hem werkzaam te laten worden, dat wil zeggen: hem aansporen om kracht te vragen, daar anders de ziel nooit vooruit zou gaan in haar ontwikkeling. Zielennood is dus onvermijdelijk zolang de mens nog niet door buitengewoon werkzaam te zijn in liefde de kracht van God in ontvangst neemt.

Een mens die onophoudelijk werkzaam is in liefde zal maar zelden in geestelijke nood komen, omdat de lichtwezens voortdurend op hem kunnen inwerken en niet meer gebonden zijn aan de goddelijke wet, want de in liefde werkzame mens heeft elke barrière doorbroken, zodat de kracht uit God voortdurend aan hem kan worden overgebracht. En daarom moet een mens die zich in geestelijke nood bevindt, zijn best doen liefde te geven. Hij doet daardoor de invloed van de slechte wezens teniet en samen met het gebed om kracht en bijstand zal hij zeer snel de zielennood opheffen, want de krachten van het licht zijn nu weer overwinnaar geworden en ze kunnen de ziel nu bedenken in overvloed. Werken van liefde en gebed heffen elke zwakheid op. De mens wordt overwinnaar van de krachten die hem willen schaden. Hij streeft uit vrije wil het licht tegemoet en ontvlucht de duisternis. Zijn wil is gestaald door de verzoeking, zodra hij haar heeft weerstaan.

En elke overwinning is een stap omhoog. De mens die serieus op God aanstuurt zal uit elke verzoeking zegevierend tevoorschijn komen. Maar ook hij zal door de duistere krachten in het nauw worden gedreven, zodra hij momenten van wilszwakte in zich boven laat komen. Maar steeds kan hij zeker zijn van de bijstand van de lichtwezens die zijn gebed om kracht vernemen en altijd bereid zijn hem te helpen.

Amen

Traductor
Traducido por: Gerard F. Kotte