• Volver

El bullicio del inframundo.... Negadores de Dios testarudos....

Constantemente se te envían palabras de amor y seres benevolentes, y seres benevolentes se unifican a ti para hacerte receptivo y prepararte para recibir las enseñanzas de lo alto.

Y así también escucharás hoy una lección importantísima, que tiene como fin darte información sobre lo que está pasando en el inframundo, que debe entenderse como todo lo que se rebela contra los buenos seres espirituales y lo que se esfuerza por obrar contra ellos. En particular, estos seres evitan todas las oportunidades que podrían servirles para un mayor desarrollo, y su intención constante consiste en atraer bajo su hechizo lo que aún no está en la noche oscura y así aumentar el rebaño de aquellos que se han apostatado de Dios. Parece pues, que el número de seres tenebrosos aumenta desmesuradamente a medida que la tierra y sus habitantes resisten a los esfuerzos de los buenos espíritus y se alejan cada vez más de Dios.

Sin embargo, también se establece un límite para este poder oscuro donde su poder ya no puede tener efecto, y este es siempre el caso cuando los seres espiritualmente maduros cuidan a las personas de una manera particularmente amorosa, de modo que los esfuerzos de las fuerzas malas se opongan las fuerzas buenas igualmente fuertes y sus efectos en las personas se pueden sentir, aunque no del todo con éxito, pero sin embargo detener las malas acciones. Es por lo tanto una lucha particularmente violenta entre los seres espirituales buenos y malos en el tiempo actual de necesidad mental, pero el poder del amor supera al del odio. Y eso es una bendición para las almas descarriadas....

Así una persona que se debilita en el espíritu por cierta ignorancia será protegido con especial amor por sus amigos espirituales, y no será tarea fácil para el adversario atraerlo bajo su hechizo, mientras que el negador de Dios testarudo.... que tenía innumerables veces la oportunidad de obtener conocimiento acerca de las verdades espirituales, correrá el mayor peligro porque el poder oscuro se apodera de él con toda astucia y busca fortalecer aún más la voluntad de rechazar en él y quitarle cualquier comprensión de las verdades espirituales, para conseguir a tenerlo aún más firmemente bajo su control.

Y por lo tanto, será significativamente más fácil para una persona que no tiene mucho conocimiento terrenal llegar a Dios y a la cognición, que para un arrogante representante de los negadores de Dios, convencido de su conocimiento, pero despreciando los mandamientos de Dios.... El enemigo está tratando de apoderarse de él y allí el buen mundo espiritual también es impotente porque tal persona se somete voluntariamente a la supremacía del mal y por lo tanto no da permiso a los poderes espirituales dispuestos para cuidar de él, y sin la ayuda del ser humano a través de su voluntad, no se puede realizar un intento de rescate, por lo que este ser humano tiene que soportar su necesidad espiritual por sí solo.... Debe tratar de liberarse de las cadenas del enemigo, o será irremediablemente adicto a él hasta tiempos impensables....

amén

Het handelen van de onderwereld – Hardnekkige godsloochenaar

U worden voortdurend woorden van liefde toegestuurd en de u goedgezinde wezens verenigen zich om u bekwaam te maken om op te nemen en u voor te bereiden om de leringen van boven te ontvangen. En dus verneem je vandaag ook een buitengewoon belangrijke leer, die u opheldering moet geven over het handelen van de onderwereld, waaronder alles te verstaan is, wat zich tegen de goede geestelijke wezens verzet en ernaar streeft om hen tegen te werken. Deze wezens mijden vooral alle gelegenheden, die hen zouden kunnen dienen om zich opwaarts te ontwikkelen en het is hun voortdurende intentie om wat zich nog niet in de duistere nacht bevindt, binnen hun invloedssfeer te trekken en de schare van de van God afvalligen dus te vergroten.

Het heeft er dus de schijn van, dat het aantal van de duistere wezens tot in het onmetelijke stijgt, omdat de aarde en haar bewoners zich tegen de inspanningen van de goede geestelijke wezens verzetten en ze zich steeds meer en meer van God afkeren.

Nu is echter aan deze duistere macht eveneens een grens gesteld, waar haar kracht niet meer werken kan. En dit is steeds het geval, wanneer geestelijk rijpe wezens zich bijzonder liefdevol om de mensen bekommeren, zodat er tegenover de inspanningen van de slechte krachten net zulke sterke goede krachten gesteld worden en aan hun inwerkingen op de mensen, hoewel ook niet geheel succesrijk, toch te merken is dat er paal en perk gesteld is aan de boze bedrijvigheid.

Er wordt derhalve bijzonder heftige gestreden tussen de goede en de slechte geestelijke wezens in de huidige tijd van de nood van de zielen, maar de kracht van de liefde wint het van die van de haat. En dat is de dwalende zielen tot zegen. Dus zal een mens, die door een zekere onwetendheid zwak wordt in de geest, bijzonder liefdevol beschermd worden door zijn geestelijke vrienden en het zal voor de tegenstander geen makkelijk werk zijn om deze binnen zijn invloedssfeer te trekken.

Daarentegen zal de hardnekkige godsloochenaar, die talloze keren de gelegenheid had om zich de kennis over geestelijke waarheden te verschaffen in het grootste gevaar verkeren, want de duistere macht overmeestert hem met allerlei sluwheid en probeert zijn wil om af te wijzen nog te versterken en hem elk begrip voor geestelijke waarheden te ontnemen om hem des te vaster in zijn macht te krijgen.

En daarom zal het voor een aards, niet bijzonder veel kennis hebbend mens, aanzienlijk gemakkelijker zijn om tot God en tot inzicht te komen, dan voor een arrogante, van zijn kennis overtuigde, maar de geboden van God minachtende vertegenwoordiger van de godsloochenaars. De vijand probeert hem te pakken te krijgen, en daar is dan ook de goede geestelijke wereld machteloos, want zo’n mens begeeft zich vrijwillig in de opperheerschappij van het boze en hij geeft dus aan de hulpbereidwillige geestelijke krachten niet de toestemming om zich over hem te ontfermen. En zonder het toedoen van de wil van de mens is een reddingspoging niet uit te voeren en dus moet deze mens zijn geestelijke nood alleen dragen. Hij moet zich of uit de boeien van de vijand proberen te bevrijden, of hij zal reddeloos aan de vijand vervallen tot in ondenkbare tijden.

Amen