Compare proclamation with translation

Other translations:

Submission of the will to the divine will....

Anyone who submits himself to the divine will need not fear that he will not fulfil divine requirements. For he has already given up his former resistance, he has entrusted himself to the Power Which created him and will now also be lovingly cared for by that Power, so that a relapse need no longer be feared, for divine will shall be transferred to such an earthly child and it will now think, act and want in accordance with this divine will. The desire to find God's approval for everything he does now, protects him from sin.... because sin is everything that goes against God's will.... Sin is everything that the adversary puts into a person. But a person, who consciously surrenders his will to God, has escaped the adversary's influence, and will only ever do what is pleasing to God. And therefore, the surrender of a person's own will is his first task. If he returns his will to his divine Creator, if he voluntarily places himself under His spell, that is, if he puts the divine will before all his actions and thoughts, then he must absolutely carry out what is of God's will. He can now never act on his own authority but expects God's guidance, and thus constantly subordinates himself to His will. The human being will now feel this in his heart, he will feel urged to do and refrain from doing anything, and if he now gives in to this urge of the heart he will always fulfil divine will, he will walk his earthly path clearly and determinedly, he will not be anxious and despondent but always resolutely and courageously carry out everything his heart dictates to him. And this voice of the heart is the divine voice. The human being, who longs for God, will also always surrender his own will, because he no longer exalts himself but in all humility recognises his distance from God, and now desires nothing more than to reduce this distance, and now wants to do everything that corresponds to divine will. And if the human being wants what God wants, he becomes free. He now inevitably has to take the right path, for God Himself shows it to him, and he will not oppose it. And now, divine grace can come to him, he will recognise God's love in everything and want to gain this love, show himself worthy of it and make an effort to live in a way that is pleasing to God. For he wants to get to God, and this will also earns him the Heavenly Father's love and grace, and His constant care for the soul's higher development....

Amen

Translator
Translated by: Sven Immecke

Het onderwerpen van de wil aan de goddelijke wil

Degene, die zich aan de goddelijke wil onderwerpt, zal niet hoeven te vrezen niet aan de goddelijke eisen te voldoen. Want hij heeft al zijn vroegere verzet opgegeven. Hij heeft zich aan de macht toevertrouwd, Die hem geschapen heeft. En hij wordt nu door deze macht liefdevol verzorgd, zodat een terugval niet meer te vrezen valt, want de goddelijke wil zal op zo’n mensenkind overgaan en het zal nu denken, handelen en willen in overeenstemming met de goddelijke wil. Het verlangen om Gods toestemming te krijgen voor alles wat hij nu doet, beschermt hem tegen de zonde, want alles, wat tegen Gods wil in gaat, is zonde. Zonde is alles, wat de tegenstander de mensen ingeeft.

Maar een mens, die zijn wil bewust aan God geeft, is aan de invloed van de tegenstander ontsnapt en zal nu steeds dat doen, wat God welgevallig is. En daarom is de onderwerping van de eigen wil de eerste opdracht van de mens. Wanneer hij zijn goddelijke Schepper zijn wil teruggeeft, wanneer hij zich vrijwillig binnen Zijn ban begeeft, dus de goddelijke wil bij al het handelen en denken vooropzet, dan moet hij onvoorwaardelijk dat uitvoeren, wat Gods wil is. Hij kan nu nooit eigenmachtig handelen, maar hij verwacht de leiding van God en onderwerpt zich dus voortdurend aan Diens wil.

De mens zal dit nu in het hart gewaarworden. Hij zal zich gedrongen voelen tot alle doen en laten en als hij nu aan deze drang van het hart toegeeft, zal hij steeds de goddelijke wil vervullen. Hij zal duidelijk en zeker zijn aardse weg gaan. Hij zal niet angstig zijn en de moed verliezen, maar steeds vastberaden en moedig alles uitvoeren, wat zijn hart hem voorschrijft. En deze stem van het hart is de goddelijke stem.

De mens, die naar God verlangt, zal ook steeds zijn eigen wil opgeven, omdat hij zich niets meer aanmatigt, maar in alle deemoed zijn afstand van God herkent en nu naar niets anders meer verlangt, dan deze afstand te verkleinen en hij zou nu alles willen doen, wat met de goddelijke wil overeenkomt. En als de mens wil, wat God wil, wordt hij vrij.

Hij moet nu onvermijdelijk de juiste weg gaan, want God Zelf schrijft hem deze weg voor en hij verzet zich hier niet tegen. En nu kan de goddelijke genade hem toegestuurd worden. Hij zal in alles de liefde van God herkennen en deze liefde willen verwerven, zich haar waardig betonen en zich inspannen om zo te leven, zoals het God welgevallig is. Want hij wil naar God en deze wil levert hem ook de liefde en genade van de hemelse Vader op en Zijn voortdurende zorg voor de opwaartse ontwikkeling van de ziel.

Amen

Translator
Translated by: Peter Schelling