• Zurück

Ausgießung des Geistes über die Jünger und auch jetzt....

Daß Ich bei euch bleiben werde bis an das Ende, habe Ich euch verheißen, und es ist Mein Wort Wahrheit. Ich habe jedoch eine Bedingung hieran geknüpft, daß ihr Mich fragen sollet, daß ihr die Antwort von Mir haben wollet, Der Ich die Ewige Wahrheit bin. Und darum müsset ihr selbst mit Mir in Verbindung treten, und ihr werdet empfangen, was ihr erbittet. Denn es ist die Ausgießung des Geistes nicht nur von Meinen Jüngern empfangen worden.... es gelten alle diese Vergünstigungen den Meinen, die mit Mir in so inniger Verbindung standen, daß Ich sie also bedenken konnte gleich Meinen ersten Jüngern.

Und dieses Wirken an den Meinen ist als einmalig hingestellt worden, es ist nur als "Meine ersten Jünger" betreffend und als einmaliger Vorgang erwähnt worden. Und sonach ist von dem "Wirken Meines Geistes" im Menschen keine Kenntnis genommen worden, und gerade dieses Wirken Meines Geistes im Menschen ist es, wodurch Ich als euer Gott und Schöpfer erkannt werde, denn gerade das stellt die Bindung her mit Mir und den Menschen.

Ich brauche nur ein für Meinen Liebekraftstrom aufgeschlossenes Herz, in das Ich einströmen kann, um Mich nun ihm zu offenbaren.... Und Meine Offenbarungen sind tiefstes Wissen um das, was euch entfallen war. Ihr sollet wieder erfahren, was ihr waret, was ihr seid und wieder werden sollet.... es soll euch darüber Kenntnis zugehen, und also soll es Licht werden um euch. Ich konnte darum Meinen Geist ausgießen über Meine Jünger, weil diese Mir ganz verbunden waren, weil sie alle Vorbedingungen erfüllten, die zum Wirken Meines Geistes in ihnen Voraussetzung waren, und weil Ich zuvor das Erlösungswerk für ihre Urschuld vollbracht habe.

Dann waren Meine Jünger von Meinem Geist erfüllt, und sie sprachen nun aus in Meinem Auftrag, was Ich Selbst redete zu ihnen. Sie konnten nun lehren in Meinem Auftrag und den Menschen Mein Evangelium predigen. Und also werde Ich bei euch bleiben bis an das Ende, denn Ich fuhr zur Höhe und wollte euch doch nur Meine Gegenwart kundtun.

Und diese sollet ihr immer wieder erfahren und euch nicht verlassen glauben, denn Mein Geist ist ständig unter euch, die ihr mit Mir innig verbunden seid. Ich will euch lehren und euer Wissen erhöhen, so daß ihr mit Recht sagen könnet: "Gottes Geist wirket in Mir." Und Ich kann euch nur in der Wahrheit unterweisen, wie Ich es verheißen habe mit den Worten: "Ich will euch in die Wahrheit einführen und euch dessen erinnern, was Ich euch gesagt habe."

Amen

Het uitgieten van de geest over de discipelen en ook nu

Dat Ik bij u zal blijven tot aan het einde, heb Ik u beloofd. En mijn woord is waarheid. Ik heb hier echter een voorwaarde aan verbonden, dat u Mij zult moeten vragen, dat u het antwoordt zult willen hebben van Mij, van de eeuwige Waarheid. En daarom zult u zelf met Mij in verbinding moeten treden en u zult ontvangen wat u vraagt. Want het uitgieten van de geest is niet alleen door mijn discipelen ontvangen. Al deze voorrechten gelden voor de mijnen die met Mij in zo’n innige verbinding stonden, dat Ik ze dus net zo kon bedenken als mijn eerste discipelen. En dit werkzaam zijn bij de mijnen is als eenmalig voorgesteld. Er is gewag van gemaakt als alleen geldig voor mijn eerste leerlingen en als eenmalige gebeurtenis. En bijgevolg is van het "werkzaam zijn van mijn geest" in de mens geen kennis genomen. En juist dit werkzaam zijn van mijn geest in de mens is het, waardoor Ik als uw God en Schepper word onderkend. Want juist dat brengt de verbinding tot stand tussen Mij en de mensen. Ik heb alleen een hart nodig dat voor de stroom van mijn liefdeskracht ontvankelijk is, waarin Ik binnen kan stromen om Mij nu daarin te openbaren.

En mijn openbaringen zijn het diepste weten over dat wat u was ontgaan. U zult weer te weten moeten komen wat u was, wat u bent en weer zult moeten worden. U moet daarover kennis ontvangen en dus moet het licht worden rondom u. Ik kon mijn geest uitgieten over mijn discipelen, omdat dezen helemaal met Mij waren verbonden. Omdat ze aan alle voorwaarden voldeden die voor het werkzaam zijn van mijn geest in hen vereist waren en omdat Ik tevoren het verlossingswerk voor hun oer-schuld heb volbracht. Toen waren mijn leerlingen van mijn geest vervuld en in mijn opdracht spraken ze nu uit, wat Ik zelf tot hen sprak. Ze konden nu onderrichten in mijn opdracht en de mensen mijn evangelie prediken. En zo zal Ik bij u blijven tot aan het einde, want Ik voer ten hemel en wilde u toch alleen mijn aanwezigheid te kennen geven. En deze zult u steeds weer moeten ondervinden. En u zult niet moeten menen dat u verlaten bent, want mijn geest is voortdurend onder u die innig met Mij verbonden bent. Ik wil u onderrichten en uw kennis vergroten, zodat u met recht zult kunnen zeggen: "Gods geest werkt in mij." En Ik kan u alleen in de waarheid onderrichten, zoals Ik het heb beloofd met de woorden: "Ik wil u bekend maken met de waarheid en u aan datgene herinneren wat Ik u heb gezegd".

Amen