• Zurück

Letzte Scheidung.... Kommen des Herrn....

Es hat zu jeder Zeit Menschen gegeben, die sich dem Einfluß Meines Gegners hingaben, wie auch solche, die ernsthaft Mir zustrebten und ihren Erdenlebenszweck erfüllten.... Und es wird die Erde zu jeder Zeit Menschen beiderlei Willens aufzuweisen haben, solange sie als Ausreifungsstation für das Geistige dienet. Aber stets wird in der Zeit kurz vor dem Ende einer Erlösungsperiode die Zahl derer überwiegen, die sich Meinem Gegner ergeben, und die Zahl der Mir zustrebenden Menschen weit geringer sein.... wie aber auch zu Anfang einer neuen Entwicklungsperiode es umgekehrt sein wird.... und zu Beginn einer solchen Epoche wird sogar die Erde nur den Menschen zum Aufenthalt dienen, die völlig in Meinen Willen eingegangen sind, auf die Mein Gegner keinerlei Einfluß mehr ausüben kann.... Und so ist es auch in der letzten Zeit vor dem Ende nicht verwunderlich, daß sich das Wüten Meines Gegners immer mehr bemerkbar macht, es ist gleichsam auf Erden das Geistige verkörpert, das in seinem Widerstand gegen Mich nur wenig nachgelassen hat, wenngleich es auch den endlos langen Weg durch die Schöpfung gegangen ist. Doch es hatte einen gewissen Reifezustand erreicht, der eine Verkörperung als Mensch zuließ, und es besteht daher auch die Möglichkeit, daß es die Willensprobe auf Erden besteht, weil trotz des verstärkten Wirkens Meines Gegners auch Ich Selbst ungewöhnliche Hilfe leiste und Mich der geschwächten Menschheit annehme. Aber zumeist wird der Widerstand in ihnen erneut hervortreten, und es hat der Gegner leichte Arbeit, um sie zurückzugewinnen. Daß aber in der Endzeit es besonders gläubige Menschen gibt, die mit allem Eifer Mein Reich zu erringen trachten, das ist ein Beweis, daß es möglich ist trotz des verstärkten Einwirkens des Gegners, denn die nun auf der Erde verkörperten Menschen leisteten Mir sehr lange Widerstand, ansonsten sie schon vor dieser Zeit zur Verkörperung zugelassen worden wären.... bis auf die einzelnen Seelen, die zum Zwecke einer Mission die Erde betreten haben, um der in größter geistiger Not sich befindlichen Menschheit zu helfen. Und es geht darum um eine letzte Scheidung, es wird der Weizen von der Spreu gesondert, und es wird vordem alles getan, daß eine gute Ernte erzielt wird; es wird allen Seelen geholfen, sich frei zu machen von dem, an den sie Ewigkeiten schon gekettet sind. Aber die letzte Entscheidung liegt bei ihnen selbst. Und es können alle Menschen selbst die Feststellung machen, daß ein wahrhaft satanischer Geist regieret in der Welt, daß die Menschen weit mehr ihm verfallen sind und willig alles ausführen, was er ihnen zu tun befiehlt. Es ist die Welt voller Teufel, und es wird dies noch mehr in Erscheinung treten, je näher das Ende ist. Denn wo nur ein Mensch geschwächten Willens ist, dort schlüpfet er ein, und er stärkt dessen Willen, aber in negativer Weise, so daß Taten in der Welt geschehen werden, die nur den Satan zum Ursprung haben können. Und da die Zahl derer also überwiegt, die ihm hörig sind, so wird auch der Kampf äußerst heftig entbrennen gegen die weit kleinere Schar der Meinen, derer, die Mich und Mein Reich zum Ziel haben, die Mir treu bleiben wollen und darum jenen Angriffen ausgesetzt sind. Und diese wenigen werden es auch wissen, daß die Zeit dem Ende zugeht, daß auch Mein Wiederkommen zu erwarten ist, weil die Not fast unerträglich wird, aus der Ich Selbst sie erretten will, wie Ich es verheißen habe. Die Menschen halten sich nur sehr wenig an diese Verheißungen wie auch an die Prophezeiungen, die das Ende betreffen. Sie vermögen nicht mehr zu glauben, weil es eine völlig andere Zeit ist, in der sie leben und alles Geistige ihnen unwirklich scheint.... Aber sie brauchten nur einmal sich ernstlich die Erscheinungen zu bedenken, die jeder um sich selbst erleben oder beobachten kann, und sie werden dann auch der Prophezeiungen gedenken müssen, die auf diese Zeit hinwiesen und auch auf die Folgen.... Mein Gegner aber hat am Ende große Macht.... Auch das ist vorausgesagt worden, und das ist von allen Menschen sicher zu erkennen, daß die Menschheit unter dem Einfluß des Satans steht, ganz gleich, ob sie diesen gelten lassen wollen oder wie sie ihn nennen, aber sein Wirken ist unverkennbar. Doch auch Mein Wirken sollte verfolgt werden und Mich Selbst beweisen, eine Macht, Die stärker ist als jener.... Denn auch Ich offenbare Mich denen, die sich absondern vom Gegengeist, die sich Mir hingeben und Mich um Kraft und Hilfe bitten. Und Ich werde Mich ihnen sichtlich offenbaren, wenn der Tag gekommen ist, daß Ich die Böcke von den Schafen scheide.... wenn Ich Meinen Gegner binden werde und seinen Anhang mit ihm.... wenn Ich die Meinen erretten werde aus ihrer Not und sie lebend hinwegnehme von dieser Erde, um sie Meine Macht und Herrlichkeit erleben zu lassen getreu Meiner Verheißung....

Amen

Laatste scheiding - De komst van de HEER

Er waren in elke tijd mensen die zich aan de invloed van Mijn tegenstander overgaven, maar ook die weer ernstig naar streefden naar MIJ te gaan en hun aardse levensdoel vervulden. En op de aarde zullen er altijd mensen van beiderlei wil aan te wijzen zijn, zolang deze voor het geestelijke als verblijfsplaats dient.

Altijd zal vóór het einde van een verlossingsperiode het aantal van hen die zich aan Mijn tegenstander overgeven het aantal van de MIJ toestrevende mensen veruit overtreffen, zoals in het begin van een ontwikkelingsperiode echter ook het omgekeerde het geval zal zijn. Want in het begin van zulk een periode zal de aarde alleen die mensen tot verblijfplaats dienen die Mijn Wil geheel aanvaard hebben, op wie Mijn tegenstander geen enkele invloed meer kan uitoefenen.

Zodoende is het in de tijd vóór het einde niet verwonderlijk dat de activiteit van Mijn tegenstander zich steeds meer laat zien. Er is als het ware op aarde dát geestelijke belichaamd dat in zijn weerstand tegen MIJ slechts weinig verzwakt is, ofschoon het ook de eindeloos lange weg door de scheppingen gegaan is. En het had daardoor een zekere staat van rijpheid bereikt die een belichaming als mens toeliet

En nu bestaat dus ook de mogelijkheid dat het de wilsproef op aarde doorstaat omdat ondanks de versterkte activiteit van Mijn tegenstander ook IK buitengewone hulp verleen, en MIJ ontferm over de verzwakte mensheid. Maar meestal zal de weerstand in hen opnieuw naar voren komen, daarom heeft de tegenstander makkelijk werk ze terug te winnen. Dat er echter in de eindtijd ook bijzonder gelovige mensen zijn die met alle ijver Mijn rijk proberen te verwerven is een bewijs dat dat mogelijk is, ondanks het versterkte inwerken van de tegenstander. Maar de meeste der nu op aarde levende mensen bieden MIJ nog zeer lang weerstand, anders waren zij reeds vóór deze tijd tot belichaming toegelaten. Hiervan uitgezonderd de enkele zielen die op de aarde gekomen zijn met een missie, om in de grote geestelijke nood de mensheid te helpen.

Het gaat dus om de laatste scheiding, het kaf wordt van het koren gescheiden en voorheen wordt alles gedaan om een goede oogst te behalen. Alle zielen worden geholpen zich vrij te maken van hem aan wie zij reeds eeuwigheden geketend zijn, maar de definitieve beslissing ligt bij hen zelf.

De mensen kunnen nu al constateren dat een waarlijk satanische geest in de wereld heerst, dat de mensen een prooi van hem zijn en gewillig uitvoeren wat hij hun beveelt te doen. De wereld is vol van duivels en dat zal nog duidelijker worden hoe dichterbij het einde is. Want waar er maar een mens van zwakke wil is sluipt hij binnen en sterkt deze wil op een negatieve manier, zodat er dingen in de wereld gaan gebeuren die alleen de satan als oorsprong kunnen hebben.

En omdat het aantal van hen die hem horig zijn overheerst zal de strijd ontbranden tegen de kleinere schaar der mijnen die MIJ als doel hebben, die MIJ trouw willen blijven en zodoende aan deze aanvallen blootgesteld zijn. Deze weinigen zullen ook weten dat de tijd ten einde loopt en Mijn wederkomst te verwachten is omdat de nood ondraaglijk wordt waaruit IK hen wil redden zoals IK het beloofd heb.

De mensen houden zich maar weinig aan deze belofte als ook aan de voorspellingen die over het einde gaan. Zij zijn niet meer in staat te geloven omdat het een andere tijd is waarin zij leven, en al het geestelijke lijkt hun onrealistisch. Maar zij hoefden alleen maar eens ernstig bedacht te zijn op de verschijnselen die ieder rondom zich zelf kan ervaren of waarnemen, en zij zouden dan ook aan de voorspellingen moeten denken die op deze tijd wijzen - en aan de gevolgen.

Mijn tegenstander heeft in het einde grote macht. Dat is voorspeld en het is ook door alle mensen in te zien dat de mensen onder de invloed van satan staan, geheel onverschillig of zij deze willen aannemen of niet - want zijn activiteit is onmiskenbaar. Maar ook Mijn arbeiden zou nagegaan moeten worden, want zij moet MIJZelf bewijzen: een MACHT die sterker is dan die andere. Ook IK openbaar MIJ aan hen die zich afzonderen van de tegenovergestelde geest, die zich aan MIJ overgeven en MIJ om kracht en hulp bidden.

En IK zal MIJ zichtbaar aan hen openbaren als de dag gekomen is dat IK de bokken van de schapen scheid, als IK Mijn tegenstander zal binden en zijn aanhang met hem. Als IK de mijnen redden zal uit hun nood en hen levend wegneem van deze aarde, om hun Mijn Macht en Heerlijkheid te laten ondervinden - Mijn belofte getrouw.

Amen