Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Plan der Vergöttlichung der Wesen....

Auf endlose Zeiten erstreckt sich Mein Erlösungsplan.... der Plan der Erlösung des Gefallenen, der Vergöttlichung der erschaffenen Wesen, deren Willensentscheid einstens verkehrt gerichtet war und die deshalb endlose Zeiten benötigen, um ihrem Willen die rechte Richtung zu geben, weil sie selbst sich in völlig zu Mir Gegensätzliches gewandelt haben.... doch einmal wieder Mein Ebenbild sein sollen....

Der Vorgang dieser Umgestaltung oder Rückgestaltung erfordert eine endlos lange Zeit, weil er in einer gesetzmäßigen Ordnung sich vollziehen muß, ansonsten ein unabwendbares Chaos entstehen und das Endziel nimmermehr erreicht würde. Das Grundgesetz Meiner ewigen Ordnung ist und bleibt die Liebe.... Es ist also nur möglich, eine Rückführung zu Mir zu erreichen, wenn Ich allem Gefallenen, allem Unvollkommen-Gewordenen die Möglichkeit gebe, Liebe zu üben.... Und Liebe üben bedeutet dienen.... Ich mußte also zuvor Gelegenheiten schaffen, wo sich das Gefallene dienend betätigen kann.... Ich mußte etwas erschaffen, wo es jenem Gefallenen möglich war, zum Erstehen und Erhalten beizutragen.... in welcher Art dies auch geschieht.... Und so ersann Ich Mir die Schöpfung als diesem Zweck entsprechend.... Ich ließ gleichsam das Geistige mit tätig sein am Erstehen dieser, jedoch Ich mußte es zwangsmäßig dazu veranlassen, es mußte nach Meinem Willen bestimmte Außenformen beziehen und in diesen die ihnen zugewiesene Tätigkeit ausführen.... Das dienende Prinzip beherrscht die ganze Schöpfung, weil Mein Wille bestimmt, der immer nur Ausdruck Meiner übergroßen Liebe ist. Ein Dienen im Zwang also war vorerst nötig, weil von selbst kein Wesen sich zum Dienen.... zur Äußerung der Liebe.... entschlossen hätte, die Rückkehr oder Rückwandlung des Gefallenen aber Mein Ziel ist und bleibt. Das Dienen im Mußzustand brachte aber schon eine Wandlung zustande, wenn es auch endlos lange Zeit erforderte.... Ist nun die Rückwandlung so weit vorgeschritten, daß der ursprüngliche Widerstand gegen Mich nachgelassen hat, dann kann auch dem Wesenhaften eine gewisse Freiheit zurückgegeben werden, so daß es nicht mehr gezwungen ist zu seinem Tun, sondern im freien Willen das gleiche fortsetzen kann: zu dienen, wozu es jedoch in sich selbst die Liebe entzünden muß. Der Zweck und das Ziel des ganzen Entwicklungsprozesses ist.... daß sein Wille nun die rechte Richtung einschlägt, daß das Denken, Wollen und Handeln des Wesens nun vom Liebeprinzip bestimmt wird.... daß die Rückwandlung zur Liebe unter Beweis gestellt wird und also die Vergöttlichung des Wesens sich vollzieht.... daß das Ziel erreicht ist, das Ich dem von Mir hinausgestellten Geistigen gesetzt habe.... daß sich das erschaffene Wesen freiwillig zu Meinem Ebenbild gestaltet hat, zu Meinem Kind.... In dieser endlos langen Entwicklungszeit aber geht das Wesen durch endlos viele Phasen, die es einmal wird rückschauend übersehen können, wenn es im Lichtzustand das Gewaltige Meines Heilsplanes zu fassen vermag.... Und jede einzelne Phase wird ihm das Leid und die Qualen ersichtlich machen, die ihm nun erst die ungeheure Weite seines Falles in die Tiefe aufzeigen, die Entfernung von Dem, Der es anfangs in aller Vollkommenheit erschaffen hat.... Dann erst wird ihnen Meine Liebe, Weisheit und Allmacht offenbar werden, und dann erst schlagen die Wellen ihrer Liebe zu Mir über ihnen zusammen, und sie versinken völlig in Meinem Liebestrom.... Sie loben und preisen Mich unaufhörlich, und sie haben keinen anderen Willen mehr, als Mir zu dienen und mitzuhelfen, daß Ich Mein Ziel.... die Vergöttlichung alles Geschaffenen.... einmal erreiche.... Sie sind unausgesetzt in Liebe tätig und kommen ihrer uranfänglichen Bestimmung nach: zu wirken und zu schaffen in Meinem Willen, der nun auch ihr eigener Wille ist, weil sie vollkommen sind....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Het plan van de vergoddelijking van de wezens

Over eindeloze tijden strekt mijn verlossingsplan zich uit, het plan van de verlossing van het gevallene, de vergoddelijking van de geschapen wezens wier wilsbeslissing eens verkeerd gericht was en die daarom eindeloze tijden nodig hebben om hun wil de juiste richting te geven, omdat ze zich zelf volledig in het aan Mij tegenovergestelde hebben veranderd, maar eens weer mijn evenbeeld moeten zijn.

De toedracht van deze omvorming of verandering terug vereist een eindeloos lange tijd, omdat deze zich in een wetmatige ordening moet voltrekken, daar er anders een onafwendbare chaos zou ontstaan en het einddoel nooit bereikt zou worden.

De grondwet van mijn eeuwige orde is en blijft de liefde. Het is dus alleen mogelijk een terugvoeren naar Mij te bereiken, wanneer Ik al het gevallene, alles wat onvolmaakt geworden is, de mogelijkheid geef liefde te beoefenen. En liefde beoefenen betekent dienen.

Ik moest dus vooraf gelegenheden scheppen waar het gevallene dienend werkzaam kan zijn. Ik moest dus iets laten ontstaan waar het dat gevallene mogelijk was, bij te dragen aan de wording en het behoud, op welke manier dit ook gebeurt.

En zo bedacht Ik Me de schepping als beantwoordend aan dit doel. Ik liet als het ware het geestelijke mede actief zijn bij het ontstaan hiervan. Ik moest het echter gedwongen ertoe brengen, het moest volgens mijn wil bepaalde uiterlijke vormen betrekken en hierin de hem toegewezen bezigheid uitvoeren.

Het dienende principe beheerst de hele schepping, omdat mijn wil bepaalt, die altijd alleen uitdrukking van mijn overgrote liefde is. Een dienen onder dwang was dus eerst nodig, omdat geen wezen uit zichzelf tot dienen, tot uiting van de liefde zou hebben besloten, echter de terugkeer of ommekeer van het gevallene mijn doel is en blijft.

Het dienen in de gedwongen toestand bracht echter al een verandering tot stand, al vereiste dit ook een eindeloos lange tijd. Is nu de ommekeer zover gevorderd dat de oorspronkelijke weerstand tegen Mij is verminderd, dan kan het wezenlijke ook een zekere vrijheid worden teruggegeven, zodat het niet meer gedwongen is tot zijn doen, maar in vrije wil hetzelfde kan voortzetten: te dienen, waartoe het echter in zichzelf de liefde moet ontsteken.

De opzet en het doel van het hele ontwikkelingsproces is dat zijn wil nu de juiste richting inslaat, dat het denken, willen en handelen van het wezen nu door het principe van de liefde wordt bepaald, dat de ommekeer tot liefde bewezen wordt en dus de vergoddelijking van het wezen zich voltrekt, dat het doeleinde bereikt is dat Ik aan het door Mij voortgebrachte geestelijke gesteld heb, dat het geschapen wezen zich vrijwillig tot mijn evenbeeld heeft gevormd, tot mijn kind.

In deze eindeloos lange ontwikkelingstijd gaat het wezen echter door eindeloos veel stadia, die het eens terugblikkend zal kunnen overzien, wanneer het in de staat van licht bij machte is het geweldige van mijn heilsplan te begrijpen. En elk afzonderlijk stadium zal hem het leed en de kwellingen zichtbaar maken, die hem nu pas de kolossale omvang van zijn val in de diepte aantonen, de verwijdering van Hem Die het in het begin in alle volmaaktheid heeft geschapen.

Dan pas zal hun mijn liefde, wijsheid en almacht duidelijk worden en dan pas sluiten de golven van hun liefde voor Mij zich boven hen en gaan ze geheel op in mijn liefdesstroom. Ze loven en prijzen Mij onophoudelijk en ze hebben geen andere wil meer dan Mij te dienen en mee te helpen, dat Ik mijn doel, de vergoddelijking van al het geschapene, eens zal bereiken. Ze zijn onafgebroken werkzaam in liefde en vervullen hun oorspronkelijke bestemming: werkzaam te zijn en tot stand te brengen volgens mijn wil, die nu ook hun eigen wil is, omdat ze volmaakt zijn.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Gerard F. Kotte