Die Allmacht, die Weisheit und die Liebe Gottes kommen in einem jeden Schöpfungswerk zum Ausdruck, doch es erkennen dies nur die Menschen, die gläubig sind und durch den Glauben eingeführt werden in das Wissen um Sein Walten und Wirken. Die Liebe Gottes ließ die Schöpfungswerke entstehen, um das Wesenhafte zu erlösen. Gottes Liebe zum Wesenhaften bestimmte Seinen Willen, diesem Wesenhaften beizustehen in einer Not, die es wohl selbstverschuldet hat, die es aber ohne Seine Hilfe nicht beenden konnte. Und Seine Allmacht und Weisheit formte Dinge, deren Bestimmung ist, die Not des Wesenhaften zu verringern. Und so schuf Gott Himmel und Erde.... Schöpfungen, die Seine Liebe, Weisheit und Allmacht bezeugen, denn es sind diese Schöpfungen unvorstellbar in ihrer Art und Vielfältigkeit, und es kann der Mensch nur ein winziges Teil der Gesamtschöpfung erblicken und daher auch nur ein winziges Teil beurteilen. Es gibt aber kein Schöpfungswerk, und wäre es noch so klein und unansehnlich, das nicht seine Bestimmung hat und in engem Zusammenhang mit einem anderen Schöpfungswerk steht. Alles ist von Seiner Weisheit wohl bedacht, und Seine Allmacht führt aus, was Seine Liebe und Weisheit erstehen lassen wollte. Die Liebe bleibt gleichfort die Kraft, aus der alles hervorgegangen ist, was ist. Es ist die Liebe die göttliche Schöpferkraft, die aber ohne die Weisheit nichts Vollkommenes entstehen lassen könnte. Gott aber ist vollkommen, folglich muß Seine Weisheit unübertrefflich sein, und also muß, was aus der göttlichen Schöpferkraft hervorgegangen ist, gleichfalls unübertrefflich sein, also keiner Verbesserung bedürfen. Und es muß, wer die Schöpfungen Gottes aufmerksam betrachtet, den göttlichen Schöpfer in tiefster Demut und Ehrfurcht anbeten, denn was Er erschaffen hat, gibt Zeugnis von der Vollkommenheit Gottes, und es gibt nichts, das weiser und vollkommener sein könnte, als es ist. Die unendliche Liebe Gottes hat dem Wesenhaften Möglichkeiten gegeben unbeschränkt.... Seine Weisheit ließ nichts Unzusammenhängendes entstehen, denn der Zusammenhang aller Dinge ermöglicht dem Wesenhaften die stete Höherentwicklung, und Gottes Allmacht ließ das zur Form werden, was Seine Liebe und Seine Weisheit als Entwicklungsmöglichkeit für das Wesenhafte erkannte....
Amen
ÜbersetzerDe almacht, wijsheid en liefde van God komen in elk scheppingswerk tot uitdrukking, maar alleen die mensen, die gelovig zijn en door het geloof binnengeleid worden in de kennis van Zijn besturen en werkzaam zijn, herkennen dit.
De liefde van God liet de scheppingswerken ontstaan om het wezenlijke te bevrijden. Gods liefde voor het wezenlijke bracht Zijn wil ertoe om dit wezenlijke te helpen in een nood, die het wel aan zichzelf te wijten had, maar die het zonder Zijn hulp niet kon beëindigen. En Zijn almacht en wijsheid vormde dingen, wier bestemming het is om de nood van het wezenlijke te verminderen. En zo schiep God de hemel en de aarde.
Scheppingen, die van Zijn liefde, wijsheid en almacht getuigen, want deze scheppingen zijn onvoorstelbaar in hun aard en veelsoortigheid en de mens kan alleen maar een heel klein deel van de totale schepping zien en daarom ook maar een heel klein deel beoordelen. Maar er bestaat geen scheppingswerk, al is het nog zo klein en onooglijk, dat niet zijn doel heeft en in een nauw verband staat met een ander scheppingswerk. Alles is door Zijn wijsheid goed doordacht en Zijn almacht voert uit, wat Zijn liefde en wijsheid wilden laten ontstaan.
De liefde blijft steeds de kracht, waaruit alles voortgekomen is, wat bestaat. De liefde is de goddelijk scheppende kracht, die echter zonder de wijsheid niets volmaakts zou kunnen laten ontstaan. Maar God is volmaakt. Bijgevolg moet Zijn wijsheid niet te overtreffen zijn en dus moet dat, wat uit de goddelijke schepperskracht voortgekomen is eveneens niet te overtreffen zijn, dus dat heeft geen verbetering nodig.
En wie met aandacht naar de scheppingen van God kijkt, moet de goddelijke Schepper in de diepste deemoed en met het diepst ontzag aanbidden, want wat Hij geschapen heeft, legt getuigenis af van de volmaaktheid van God en er is niets dat wijzer en volmaakter zou kunnen zijn, dan het is. De eindeloze liefde van God heeft het wezenlijke onbeperkte mogelijkheden gegeven. Zijn wijsheid liet niets onsamenhangends ontstaan, want het verband tussen alle dingen maakt voor het wezenlijke de voortdurende opwaartse ontwikkeling mogelijk en Gods almacht liet dat tot vorm worden, wat Zijn liefde en Zijn wijsheid als ontwikkelingsmogelijkheid voor het wezenlijke herkende.
Amen
Übersetzer