• Zurück

Gottes Ruf zum Dienst.... Innere Stimme....

In jeder Weise sollt ihr euch dem Herrn unterstellen, d.h. immer willig sein, das zu tun, was Gott wohlgefällt. Ihr sollt allein nur Seinen Willen gelten lassen, und was euch dann die innere Stimme zu tun gebietet, das ist recht, denn Gott Selbst legt euch Seinen Willen durch die innere Stimme vor. Ihr tut also dann gleichsam euren Willen, und doch geht dieser gleich mit dem Willen Gottes. Und dann dürfet ihr auch unbesorgt sein, dann wandelt ihr auf Erden unter der Obhut eurer geistigen Freunde, die euch gedanklich den göttlichen Willen kundtun. Und immer wird geistiges Streben zuerst von euch gefordert werden, wenngleich die irdische Tätigkeit nicht unbeachtet bleiben darf, doch so ihr euch Gott zum Dienst anbietet, ist es Sein Wille, daß ihr euch jederzeit zur Verfügung stellt, daß ihr Ihm dienet, wenn Er euch rufet.... Und Seinen Ruf vernehmet ihr in euch, sowie ihr nach innen lauschet. Gott dienen heißt immer bereit sein für Ihn und Seinem Ruf Folge leisten. Der Ruf aus der Höhe aber klingt leise und fein im Herzen, und um ihn zu hören, müsset ihr euch in Demut üben, in der Liebe, in der Sanftmut und in der Friedfertigkeit. Dann formt ihr das Ohr des Herzens, das den feinsten Ruf vernimmt, und dann werdet ihr immer wissen, wann der Herr euch benötigt.... Dann rufet Er euch nicht mehr vergeblich, denn ihr höret dann Seine Stimme und eilet, um Ihm zu dienen....

Amen

Gods roep om te dienen – Innerlijke stem

U moet zich op elke manier aan de Heer onderwerpen. Dat wil zeggen altijd bereidwillig zijn om dat te doen, wat God welgevallig is. U moet alleen maar Zijn wil laten gelden en wat de innerlijke stem u gebied te doen is goed, want God Zelf legt u door de innerlijke stem Zijn wil voor. U doet dan als het ware uw eigen wil en toch is deze wil gelijk aan de wil van God. En dan mag u onbezorgd zijn. Dan gaat u over de aarde onder bescherming van uw geestelijke vrienden, die u via de gedachten de goddelijke wil bekendmaken.

En steeds zal in de eerste plaats geestelijk streven van u worden geëist, ofschoon er aandacht geschonken moet blijven worden aan aardse activiteiten. Maar als u zich aan God ten dienste aanbiedt, is het Zijn wil, dat u zich altijd ter beschikking stelt. Dat u Hem dient, wanneer Hij u roept. En u hoort Zijn roep in u, zodra u naar uw innerlijk luistert.

God te dienen betekent steeds klaar te staan om aan Hem en Zijn roep gevolg te geven. Maar de roep uit de hoogte klinkt zachtjes en diep in het hart en om deze te horen, moet u zich in deemoed, in de liefde, in zachtmoedigheid en in vreedzaamheid oefenen. Dan ontwikkelt zich het oor van het hart, dat de zachtste roep hoort en dan zult u steeds weten, wanneer de Heer u nodig heeft. Dan roept Hij u niet meer tevergeefs, want u hoort dan Zijn stem en u haast zich om Hem te dienen.

Amen