• Zurück

Not der Seele erfordert Leid.... "Vater, Dein Wille geschehe...."

Das unbegrenzte Vertrauen auf die göttliche Führung macht euch den Erdenlebenswandel leicht, denn ihr nehmet alles mit einem gewissen Gleichmut entgegen, sofern ihr bedenket, daß es so und nicht anders von Gott bestimmt wurde in übergroßer Fürsorge um eure Seele. Alles, was euch das Leben zu tragen auferlegt, ist notwendig zum Ausreifen eurer Seele, und es wird euch desto schwerer drücken, je nötiger es für euch ist. Suchet euch also erst dem göttlichen Willen gemäß zu gestalten, und es wird das Leid immer geringer (werden) und zuletzt ganz von euch genommen werden. Übet euch in der Liebe, in der Sanftmut und Geduld, übet euch in der Barmherzigkeit, in der Friedfertigkeit, und bittet Gott immer dazu um Kraft, und ihr werdet alles mit Leichtigkeit überwinden, ihr werdet eurer Umgebung zum Segen sein, denn sie wird euch nachzufolgen bestrebt sein.... Und euer Erdenleben wird ein leichteres {sein} werden, ihr seid als Sieger aus dem Kampf wider das Böse hervorgegangen und durch die Bitten um Kraft Gott nähergekommen. So ihr zu Gott gelangen wollt, müsset ihr euch Ihm schrankenlos übergeben, ihr müsset stets beten "Vater, Dein Wille geschehe...." Ihr bezeuget dadurch euer Vertrauen zu Seiner Führung, ihr opfert Ihm euren Willen, ihr unterwerft euch demütig Seinem Willen und erkennt Ihn als euren Vater an, und dann seid ihr so geworden, wie es Gott wohlgefällig ist.... geduldig, sanftmütig, demütig, friedfertig, ihr übet die Liebe, so ihr euch in Barmherzigkeit auch eurem Mitmenschen zuneigt und ihn zum gleichen Lebenswandel zu bestimmen versucht. Und euer Wesen veredelt sich, und es wird licht und hell um die Seele, denn sie wird immer fähiger, göttliches Licht aufzunehmen und also auch zu verbreiten. Darum klaget nicht, so Leid über euch kommt, traget alles mit Geduld und wisset, daß ihr das Leid noch benötigt, daß eure Seele noch in Not ist und daß Gott in Seiner Liebe euch beistehen will und sie frei machen möchte von der sie noch bedrückenden Hülle.... Die Seele ringt noch um ihre Freiheit, sie ist noch gefesselt von einer Gewalt, die sie nicht freigeben will. Der eigene Wille ist noch zu schwach, und um ihren Willen zu stärken, muß sie die Kraft dazu von Gott erbitten. Tut sie das nicht aus eigenem Antrieb, dann muß Gott sie durch Leid zu bestimmen suchen, sich an Ihn um Hilfe zu wenden.... Und oft dauert es unsagbar lange, ehe die Seele den Weg zu Gott nimmt, und ebensolange muß sie sich quälen und einen sie bedrückenden Zustand ertragen. Und es wäre so leicht, sich davon zu befreien, sie gibt jedoch oft dem Drängen des Gegners nach und lehnt sich auf gegen ihr Geschick, sie murrt und klagt und kann daher auch nicht befreit werden von dem Leid.... Und das ist euer Fehler, daß ihr nicht die Liebe Gottes erkennt und Ihm dankbar seid, daß Er euch zur Höhe leiten möchte.... So ihr an Seine Liebe glaubt, wird es euch auch leichtfallen, euch Ihm anzuvertrauen, und es wird jeder Tag, sei er noch so leidvoll, für eure Seele segenbringend und der geistigen Höherentwicklung förderlich sein....

Amen

De nood van de ziel vereist leed - "Vader, uw wil geschiede"

Het grenzeloze vertrouwen op de goddelijke leiding maakt u de levenswandel op aarde gemakkelijk. Want u aanvaardt alles met een zekere gelijkmoedigheid indien u bedenkt dat het zo en niet anders door God werd voorbeschikt in overgrote zorg voor uw ziel. Alles wat het leven u oplegt te dragen is noodzakelijk voor het rijp worden van uw ziel. En het zal u des te zwaarder belasten, hoe noodzakelijker het voor u is. Tracht u dus eerst te vormen overeenkomstig de goddelijke wil en het leed zal steeds minder worden en uiteindelijk helemaal van u worden afgenomen. Oefen u in de liefde, in zachtmoedigheid en geduld. Oefen u in barmhartigheid, in vredelievendheid en vraag daarvoor God steeds om kracht, en u zult alles met gemak overwinnen. U zult uw omgeving tot zegen zijn, want ze zal er naar streven u na te volgen. En uw aards bestaan zal een gemakkelijk bestaan worden. U bent als overwinnaar uit de strijd tegen het kwade tevoorschijn gekomen en door de smeekbeden om kracht dichter bij God gekomen.

Als u God wilt bereiken, zult u zich onbeperkt aan Hem moeten overgeven. U zult steeds moeten bidden: "Vader, uw wil geschiede". U getuigt daardoor van uw vertrouwen op Zijn leiding. U offert Hem uw wil, u onderwerpt u deemoedig aan Zijn wil en erkent Hem als uw Vader. En dan bent u geworden zoals het God welgevallig is: geduldig, zachtmoedig, deemoedig, vredelievend. U beoefent de liefde als u zich in barmhartigheid ook over uw medemens buigt en hem probeert te bewegen dezelfde levenswandel te gaan. En uw wezen veredelt zich en het wordt licht en helder om uw ziel, want ze zal steeds meer in staat zijn goddelijk licht op te nemen en dus ook te verspreiden.

Klaag daarom niet als u wordt getroffen door leed. Draag alles met geduld en weet dat u het leed nog nodig hebt, dat uw ziel nog in nood verkeert en dat God in Zijn liefde u wil bijstaan en graag de ziel vrij wil maken van de haar nog beklemmende omhulling. De ziel worstelt nog om haar vrijheid. Ze is nog geketend door een macht die haar niet vrij wil laten. De eigen wil is nog te zwak en om haar wil te versterken moet ze God vragen om de kracht daarvoor. Doet ze dat niet uit eigen beweging, dan moet God haar door leed trachten te bewegen zich tot Hem te wenden om hulp.

En vaak duurt het onuitsprekelijk lang voordat de ziel de weg naar God neemt. En net zolang moet ze zich afbeulen en een toestand verdragen die haar terneerdrukt. En het zou zo gemakkelijk zijn zich daarvan te bevrijden. Ze geeft echter vaak toe aan het aandringen van de tegenstander en verzet zich tegen haar lot. Ze mort en klaagt en kan daarom ook niet bevrijd worden van het leed. En het is verkeerd dat u de liefde Gods niet inziet en Hem dankbaar bent dat Hij u omhoog wil leiden. Als u in Zijn liefde gelooft, zal het u ook gemakkelijk vallen u aan Hem toe te vertrouwen. En elke dag, al is deze nog zo droevig, zal zegen brengend zijn voor uw ziel en bevorderlijk voor uw geestelijke ontwikkeling.

Amen