In einer unbeschreiblich langen Vorzeit wurden der Seele Aufgaben gestellt, die restlose Erfüllung forderten, und nur so wurde der Gang der Höherentwicklung zurückgelegt. Wenn nun die Seele in ihrer ganzen Beschaffenheit durch immerwährende Umwandlung ihrer Umhüllung die höchste Leistungsfähigkeit erreicht hat, so muß ihr nun im Erdenleben auch eine Aufgabe von ebenfalls größtem Umfang oder Verantwortung gestellt sein, der sie eben nur dann nachkommen kann, wenn sie bestrebt ist, alle ihr zu Gebote stehenden Fähigkeiten auszunützen und sich voller Eifer dieser Arbeit hingibt. Es wird für sie von namenlosem Vorteil sein, wenn sie jede Gelegenheit nützet und alles Schwere überwindet, denn dies allein fördert ihren Reifezustand, daß sie willig auf sich nimmt, was ihr zu ihrer eigenen Vervollkommnung auferlegt ist. So wird es z.B. einer bestimmten Zeit bedürfen, bis sich die Seele frei gemacht hat von jeglicher irdischen Begier, und sie kann dies nur vollbringen, wenn sie sich in der Entsagung übt, wenn sie stets nur darauf bedacht ist, daß ein Nachgeben dem Körperverlangen immer zum Schaden für die Seele ist.... wenn sie gleicherweise bedenkt, wie sehr die Seele darben muß, wenn der Körper bedacht wird und sie also jede Widerstandskraft aufbieten muß, um der Seele zu helfen. Es trägt der Mensch die Verantwortung für seine Seele, weil er andererseits auch die Fähigkeit hat, alles zu unterlassen oder zu tun, was der Seele dienlich ist.... und es wiederum nur vom Willen des Menschen abhängt, diese Fähigkeiten recht zu nützen und, so der Körper anderes verlangt, als es zum Besten der Seele ist, diesem eben den rechten Widerstand entgegenzusetzen. Denn nur so kann die Erdenaufgabe restlos erfüllt werden. Und diesen Kampf muß der Mensch täglich und stündlich ausfechten, und er soll nicht müde werden, denn es gilt ja den höchsten Einsatz.... es geht um die Ewigkeit.... Euch Menschen ist dieser Begriff unverständlich, denn ihr fasset das Wort nicht in seiner tiefsten Bedeutung. Ihr sollt aber wissen, daß ihr unendlich mehr empfanget, als ihr hingebt.... daß ihr aber andererseits in dem Zustand, wie ihr jetzt auf Erden seid, nicht empfangen könnt.... daß ihr nicht die Herrlichkeiten zu ertragen imstande wäret, so ihr euch nicht zuvor so gestaltet habt, daß ihr dieser teilhaftig werden könnt. So, wie sich die Seele zuvor bilden mußte, um nun den menschlichen Körper zu beleben.... wie ihre jetzige Beschaffenheit völlig unterschiedlich ist von den Vorstadien, wo der Gang durch unzählige Einzelwesen erst in undenklich langer Zeit die Einigung zustande brachte, um sich nun im Menschen zu verkörpern.... ebenso muß nun im Erdendasein die Seele den Zustand zu erreichen suchen, daß sie den dunklen Aufenthalt in der Materie verlassen und sich in lichte Regionen erheben kann, um ebendie Lichtfülle, die der Inbegriff ist der Seligkeit, ertragen zu können.... Um zu empfangen höchste Wonnen und zu genießen unbegrenzte Seligkeit, muß dem Verlangen des Körpers auf Erden der größte Widerstand gelten.... Es nützet dann die Seele ihre Fähigkeiten in der rechten Weise, indem sie nur immer strebt nach dem Leben in der Ewigkeit und das irdische Leben nur als Bildungsstation betrachtet....
Amen
ÜbersetzerAl sinds een onbeschrijfelijk lange tijd werden aan de zielen opdrachten gegeven, die volledige vervulling vereisten. En alleen zo werd de gang van de opwaartse ontwikkeling afgelegd. Wanneer nu de ziel in haar hele hoedanigheid door voortdurende verandering van haar omhulsel de grootste capaciteit bereikt heeft, dan moet haar nu in het leven op aarde ook een opdracht van eveneens de grootste omvang of verantwoordelijkheid gegeven worden, die ze enkel dan vervullen kan, als ze er naar streeft om alle haar ten dienste staande vermogens te benutten en ze zich met volle ijver aan deze arbeid overgeeft. Het zal voor haar van onnoemelijk voordeel zijn, wanneer ze elke gelegenheid benut en al het moeilijke overwint. Want alleen wat ze bereidwillig op zich neemt, wat haar tot haar eigen vervolmaking opgelegd is, bevordert haar rijpheidsgraad.
Zo zal er bijvoorbeeld een bepaalde tijd nodig zijn, totdat de ziel zich vrij gemaakt heeft van elke aards verlangen. En ze kan dit alleen maar volbrengen, wanneer ze zich in zelfverloochening oefent, wanneer ze er steeds maar op bedacht is, dat een vervulling van het lichamelijke verlangen steeds tot schade voor de ziel leidt. Wanneer ze er evenzo aan denkt, hoezeer de ziel gebrek moet lijden wanneer het lichaam bedacht wordt en ze dus elke weerstandskracht aan moet wenden om de ziel te helpen.
De mens draagt de verantwoordelijkheid voor zijn ziel, omdat hij anderzijds ook de bekwaamheid heeft om alles na te laten of te doen, wat nuttig is voor de ziel. En dat het opnieuw alleen van de wil van de mens afhangt om deze vaardigheden op de juiste manier te gebruiken en, als het lichaam iets anders verlangt dan goed is voor de ziel, deze hier de juiste weerstand tegenover zet. Want alleen zo kan de opdracht op aarde volkomen vervuld worden. En deze strijd moet de mens elke dag en elk uur uitvechten. En hij moet niet moe worden, want het gaat immers om de hoogste inzet, het gaat om de eeuwigheid.
Voor jullie mensen is dit idee onbegrijpelijk, want jullie begrijpen het woord niet in zijn diepste betekenis. Maar jullie moeten weten, dat jullie eindeloos meer ontvangen, dan jullie opgeven. Maar dat jullie anderzijds in de toestand, zoals jullie nu op aarde zijn, niet kunnen ontvangen. Dat jullie niet in staat zijn om de heerlijkheden te verdragen, als jullie je niet van tevoren zo ontwikkeld hebben, dat jullie hieraan deelachtig kunnen zijn.
Dus, zoals de ziel zich van tevoren moest ontwikkelen om nu het menselijke lichaam te bewonen, zoals haar huidige gesteldheid volledig verschillend is van de voorstadia, waar de gang door talloze afzonderlijke wezens pas na ondenkbaar lange tijd de vereniging tot stand bracht, om zich nu in de mens te belichamen, moet de ziel nu tijdens het bestaan op aarde evenzo proberen te bereiken, dat ze het duistere verblijf in de materie verlaat en zich in lichte regionen verheffen kan, om juist die volheid van licht, die het toonbeeld van de zaligheid is, te kunnen verdragen.
Om de hoogste gelukzaligheid te ontvangen en te genieten van die onbegrensde gelukzaligheid, moet op aarde aan het verlangen van het lichaam de grootste weerstand geboden worden. De ziel benut dan haar vermogens op de juiste manier, doordat ze steeds alleen streeft naar het leven in de eeuwigheid en het aardse leven enkel als ontwikkelingsstation beschouwt.
Amen
Übersetzer