Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Vereinigung des Geistes mit der Seele.... Trennen von Körper und irdischer Tätigkeit....

Siehe, Mein Kind, nicht in allen Menschen wohnet der Wille, der Welt zu entsagen, und immer wird sich eine leise Sehnsucht bemerkbar machen, im Trubel der Welt unterzugehen, denn dies allein dünkt ihnen erstrebenswert. Wo Mir aber ein Kindlein treu ergeben ist, dort ist auch der Wille stark, und solchen übermittle Ich die Kraft und geben ihrem Geist Nahrung. Des Himmels Speise, Mein Wort, ist das Brot des Lebens, und alle Weisheit lehre ich sie verstehen.... Will jedoch das Erdenkind ein rein geistiges Dasein führen, so halten alle Meine Engel ihre Hände schützend über dieses. Das leiseste Flehen zu Mir wird vernommen werden.... die Welt wird entrückt einem solchen Erdenkind, und Mein Odem geht über in sein Herz und erfüllt es mit Sehnsucht nach Mir.... hell lodern auf die Flammen der Liebe, ein heller Lichtschein umhüllt die Seele, ihr Geist erwacht, und es ist ein Bund geschlossen für die Ewigkeit mit aller geistigen Kraft. Das Verweilen auf dieser Erde kann diese Seele nicht mehr ertragen, sie wandelt gleichsam himmelwärts gewandten Blickes und sucht sich eine Stätte, die ihr mehr zusagt.... doch der Körper trägt die Last des Erdendaseins, bis Mein Ruf die Seele heimholt und sie der Körperhülle entkleidet. Dies alles ist dir klargeworden, und wenn du nun für Meinen Namen tätig bist, ist deine Seele weit weg von der Materie und also in den Regionen, die ihr mehr zusagen, und es verliert bald der Körper die rechte Verbindung mit der Seele, wo sich die Seele einen Wirkungskreis geschaffen hat, der sich von der Materie entfernt. Und ebenso wird sich die Seele mehr und mehr mit ihrem Geist vereinen und sich dann auch nur rein geistig betätigen wollen.... und so wird der Mensch die körperliche Tätigkeit mit Hilfe jenseitiger Freunde bewältigen, ohne im eigentlichen die Tätigkeit oder Hilfe der Seele zu benötigen, denn es gleicht sich dann der Mangel an Kraft aus durch die Unterstützung dieser Geistwesen. Alle Willens-Kraft kann dann das Erdenkind dem geistigen Leben widmen, und es kann fortgesetzt die Seele ihre geistige Arbeit verrichten und führt somit ein vom Körper getrenntes Dasein, obgleich sie noch irdisch mit dem Körper verbunden ist.... So hat eine regelrechte Trennung von Seele und Körper stattgefunden, aber das nur im geistigen Sinn.... Das Verlangen der Seele ist ein völlig anderes als das Verlangen des Körpers, und da das der Seele die volle Zustimmung laut göttlicher Ordnung bei Gott findet, so kann sie diesen Weg auch gehen, ohne dadurch den Körper zu schädigen resp. diesen untauglich zu machen für die irdische Aufgabe. Und so führt diese wohl der Körper aus, doch unter dem Einfluß guter Geistwesen. Ist dir das verständlich, Mein Kind?.... Wenn eine Vereinigung des Geistes mit der Seele stattfinden soll, muß der Körper sich sowieso zurückziehen und ist nur eine wesenlose Hülle an sich.... Der Geist aber benötigt diese Hülle nicht, sucht nur die Seele für sich zu gewinnen, und ist ihm dieses gelungen, doch die Erdenaufgabe des Menschen noch nicht restlos erfüllt, so wird diese weitergeführt unter Einsetzen fremder Geisteskräfte, und die Seele kann dann hemmungslos ihrer geistigen Aufgabe nachkommen. So ist die Welt auch keine Gefahr mehr für ein solches Erdenkind.... Wer Mein Brot ißt und Meinen Wein trinkt, der bleibt in Meiner Gnade ewiglich, denn er wollte Meine Kraft, und so mußte sie ihm werden.... er wird mit diesem Brot sättigen jederzeit seines Geistes Hunger und stillen mit dem Wein seiner Seele Durst.... denn Mein Wort birgt Wahrheit und ewige Liebe in sich, und gekräftigt wird sein allezeit, wer nur in Mir verbleibet, bis in alle Ewigkeit....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Vereniging van de geest met de ziel - Loskomen van het lichaam en aardse bezigheid

Kijk, Mijn kind, de wil om afstand te doen van de wereld is niet in alle mensen aanwezig. En steeds zal er een zwak verlangen voelbaar zijn om in de drukte van de wereld op te gaan, want alleen dit lijkt hun de moeite waard. Maar waar een kindje Mij trouw is toegenegen, daar is ook de wil sterk. En zulke kindjes geef Ik de kracht en Ik geef voedsel aan hun geest. De spijs van de hemel, Mijn Woord, is het brood des levens en Ik leer hen alle wijsheid begrijpen.

Wil het mensenkind echter een zuiver geestelijk bestaan leiden, dan houden al Mijn engelen hun handen beschermend boven hem. Het geringste bidden tot Mij zal gehoord worden. Zulk een kind wordt aan de wereld ontrukt en Mijn adem gaat in zijn hart over en vervult het met verlangen naar Mij. De vlammen van de liefde laaien fel op, een heldere lichtglans omhult de ziel, haar geest ontwaakt en voor de eeuwigheid is er een band gesloten met alle geestelijke kracht. De ziel kan het verblijf op deze aarde niet meer verdragen. Ze wandelt als het ware met een blik die naar de hemel is gekeerd en ze zoekt een plaats die haar beter bevalt. Maar het lichaam draagt de last van het aardse bestaan, totdat Mijn roep de ziel naar huis haalt en ze het lichamelijke omhulsel aflegt.

Dit is je allemaal duidelijk geworden. En wanneer je nu voor Mijn naam werkzaam bent, is je ziel ver verwijderd van de materie en zodoende in de regionen die haar ziel meer bekoren. En waar de ziel zich een werkkring geschapen heeft die zich van de materie verwijdert, verliest het lichaam spoedig de echte verbinding met de ziel. En de ziel zal zich eveneens meer en meer met haar geest verenigen en dan ook slechts louter geestelijk werkzaam willen zijn. En dan zal de mens met de hulp van vrienden van gene zijde het lichamelijke werk afhandelen, zonder strikt genomen de werkzaamheid of hulp van de ziel nodig te hebben. Want het gebrek aan kracht wordt dan vereffend door de ondersteuning van deze geestelijke wezens.

Het kind van de aarde kan dan al zijn wilskracht aan het geestelijke leven wijden en de ziel kan voortdurend haar geestelijke arbeid verrichten en leidt zodoende een bestaan dat van het lichaam gescheiden is, hoewel ze aards nog met het lichaam verbonden is. Zo heeft er een regelrechte scheiding van ziel en lichaam plaatsgevonden, maar alleen in geestelijke zin.

Het verlangen van de ziel is totaal anders dan het verlangen van het lichaam. En aangezien de ziel volgens de goddelijke ordening de volle instemming bij God vindt, kan ze deze weg ook gaan zonder daardoor het lichaam te schaden resp. het ongeschikt te maken voor de aardse opgave. En dus voert het lichaam deze opgave wel uit, maar onder de invloed van goede geestelijke wezens. Is dit duidelijk voor jou, Mijn kind?

Wanneer er een vereniging van de geest met de ziel dient plaats te vinden, dan moet het lichaam zich zonder meer terugtrekken en is het op zichzelf slechts een wezenloos omhulsel. De geest heeft dit omhulsel echter niet nodig, hij probeert alleen de ziel voor zich te winnen. En als hem dat gelukt is, maar de aardse opgave van de mens is nog niet helemaal vervuld, dan wordt deze opgave verder uitgevoerd door middel van de inzet van vreemde geestelijke krachten. En de ziel kan dan zonder bezwaar haar geestelijke opgave nakomen.

Voor zulk een mensenkind is de wereld dan ook geen gevaar meer. Wie Mijn brood eet en Mijn wijn drinkt, blijft eeuwig in Mijn genade. Want hij wilde Mijn kracht en daarom moest ze hem gegeven worden. Hij zal te allen tijde met dit brood zijn geestelijke honger verzadigen en met de wijn de dorst van zijn ziel stillen. Want Mijn Woord bergt waarheid en eeuwige liefde in zich en wie alleen maar in Mij verblijft, zal altijd gesterkt worden tot in alle eeuwigheid.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Gerard F. Kotte