8653 Ziekten en genezing

23 oktober 1963: Boek 91

Als u wist welk een zegen ziekte is, als u wist dat de ziekte er toe bijdraagt dat de ziel zich reinigt van afvalsubstanties, dat ziekte u helpt, geduldig te berusten in mijn wil en u zich dan niet meer tegen Mij verzet, als u alles aanvaardt zoals het over u komt zoals het door Mij als goed voor u wordt ingezien, dan zult u ook weten dat Ik ook het tijdstip van de genezing weet.

Maar u plotseling gezond laten worden zal Ik vanwege uw wilsvrijheid niet doen, want dan zou u gedwongen zijn aan Mij en mijn macht te geloven. U moet echter zonder dwang tot dit geloof komen. Bovendien weet u dat het doel van het aardse leven van alle mensen daarin bestaat in liefde te dienen. Zo zal dus altijd de een voor de ander werkzaam moeten zijn wil hij zijn aardse opdracht nakomen. Ik zal dus in het bijzonder die mensen zegenen die altijd bereid zijn bij lichamelijke ziekten en klachten te helpen. Deze mensen zullen door het uit hun liefde voortgekomen inzicht, ook de oorzaak van een ziekte inzien en ook het juiste middel tot genezing weten. En overeenkomstig hun bereidheid tot helpen en hun liefde tot de zwakke en lijdende medemensen, zullen hun genezingen ook slagen. Doch uiteindelijk is mijn wil beslissend voor elke genezing en deze stelt daarom ook een grens aan het werk van een mens als Ik het effect van een langdurige ziekte voor de ziel van de zieke als waardevol inzie. Mijn wil is het die het lot van een mens bepaalt, waartoe ook ziekten behoren waarbij de menselijke wil ondanks alle middelen die aangewend worden niets kan bereiken.

Doch Ik zal het niet veroordelen als de mensen middelen trachten te vinden die degenen die lijden hulp zullen bieden, want zolang de liefdevolle wil om te helpen aanleiding is tot deze onderzoekingen, zolang zal ook mijn zegen daarop rusten. Is echter het verwerven van aardse goederen de drijfveer om zulke middelen te vervaardigen, dan zullen die meestal zonder effect zijn, of zelfs schadelijk voor het menselijk lichaam ondanks schijnbare beterschap. Doch omgekeerd kunnen de onschuldigste middelen voldoende zijn om een genezing te veroorzaken als dat mijn wil is en Ik het tijdstip van een genezing gekomen acht.

Een ziekte moet voor alles de verbinding met Mij in de hand werken. De mens moet zijn toevlucht tot Mij nemen, hij moet Mij om genezing vragen, dan zal Ik hem die mensen tegen laten komen die hun best willen doen om de zieke te genezen, wier gedachten Ik kan leiden omdat zij met Mij verbonden zijn door een leven in liefde volgens mijn wil. Zulke door Mij begenadigde genezers zijn echter maar zelden te vinden, en meer dan ooit grijpen de mensen daarom naar zulke middelen die door het werk dat niet gezegend is geproduceerd zijn. Doch dan zal noch het lichaam noch de ziel genezing kunnen noteren, omdat Ik dit door zulke middelen niet toelaat. Het komt er bij Mij op aan dat de ziel wordt geholpen, zo nodig ook zonder de wil van de mens. Ik wil dat hij zich door de ziekte van de wereld afwendt, wat veel gemakkelijker gaat als hij geen gevolg meer kan geven aan de wensen van de wereld.

U mensen kunt dus altijd de hulp van een arts inroepen, maar de genezing bepaal Ik. En zijn poging zal slechts dan door Mij gezegend zijn, als de drijfveer tot zijn arbeid in de eerste plaats liefde tot de naaste is. En ook alleen dan zult u genezing vinden als u uit uw ziekte voordeel trekt voor uw ziel. Dat u zich overgeeft aan Mij en mijn wil, dat u met geduld uw lijden draagt en Mij ervoor bedankt dat uw ziel grote winst behaalt, als u in uw ziekte de proef doorstaat. U kunt echter ook door een rotsvast geloof in Mij en mijn liefde van elke ziekte bevrijd worden, zoals Ik in mijn aardse levenswandel die mensen genezen kon "wier geloof hen geholpen had". Want voor Mij is niets onmogelijk. En als uw liefde zo diep is dat ze een levend en sterk geloof voortbrengt, dan zult u ook geen seconde aan mijn liefde en macht twijfelen. En dan kunt u ook onmiddellijk gezond worden, daar die genezing dan geen geloofsdwang voor u is omdat u dan al een rotsvast geloof bezit. Wie van u echter brengt zo'n sterk geloof op dat hij zich zonder te twijfelen van mijn macht bedient? Dat hij zich geheel aan Mij toevertrouwt met de bede hem te genezen en dat hij ook overtuigd is dat zijn bede verhoord wordt? Dan kan waarlijk elk wonder geschieden, zij het aan uzelf of aan uw medemensen voor wie u deze bede vanuit een vast geloof uitspreekt. Maar wie heel innig met Mij verbonden is, leeft ook reeds geheel volgens mijn wil, en hij laat dan het besturen aan Mij over en loopt niet op mijn wil vooruit. Hij draagt dan ook het zwaarste leed met overgave aan mijn wil en bewijst zo zijn ziel een veel grotere dienst dan met de genezing van zijn lichaam. Ik wil het altijd zo bij u bewerkstelligen dat uw lot draaglijk is. En indien een mens door zwaar leed moet gaan, komt ook mijn liefde voor zijn ziel tot uitdrukking, die Mij eens in het geestelijke rijk dankbaar zal zijn dat zij op aarde reeds zoveel afvalstoffen kon kwijtraken. Zij zal Mij dankbaar zijn dat zij door haar lijden ook schuld mocht aflossen en nu veel minder belast het geestelijke rijk kan binnengaan, wat ze met een gezond lichaam nooit had kunnen bereiken.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in de volgende themaboekjes:
Themaboekje Titel Downloaden
24 Hoe word ik gezond ? ePub   PDF   Kindle  
N2 Terugkeer naar God Deel II ePub   PDF   Kindle  
86 Jezus zegt... Deel 1 „Je geloof heeft je geholpen“ ePub   PDF   Kindle  
123 Waarom laat God dat toe? ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften