8964 Goede Vrijdag

16 april 1965: Boek 94

De last van de zonde die Ik op mijn schouders heb genomen, was onmetelijk zwaar en kon alleen door een zoenoffer teniet worden gedaan die evenzo groot was als voor Mij de kruisweg en het buitengewoon smartelijke lijden en sterven aan het kruis is geweest. Want dit was buitengewoon martelend.

U mensen bent niet in staat u de mate van lijden ook maar bij benadering voor te stellen. Want Ik voelde Me door de kracht van God verlaten.

Ik, die steeds met de Vader verbonden was, moest alleen de weg afleggen die Mij als eeuwigheden voorkwam. Die Ik echter toch op Mij nam in grenzeloze liefde, omdat Ik medelijden had met de mensheid en Ik wist dat alleen dit offer van Mij zelf de mensheid verlossing kon brengen.

En steeds weer moest Ik de wreedheden van de beulsknechten ondervinden en de hele duivelse wereld deed hieraan mee. Maar Ik mocht Me niet verweren doordat Ik de in Mij wonende goddelijke kracht aanwendde. Want dit verlossingswerk moest een werk van de vrije wil zijn, waarom Ik als alleen mens deze lijdensweg ben gegaan, er steeds om biddend dat Ik hem ook kon afmaken. Dat Ik niet tevoren faalde, dat Ik ook de kruisdood mocht doorstaan die pas het verlossingswerk ten einde bracht. Wat Ik aan kwellingen en vernederingen heb moeten meemaken, zult u pas in het rijk hierna in zijn volle omvang kunnen beseffen, wanneer u mijn kruisdood zult kunnen aanschouwen. Maar voor de tijd van uw bestaan als mens ontbreekt u elk begrip voor mijn kwellingen, want u zelf zou al bij een geringere mate het leven hebben verloren. Maar mijn wil om u te verlossen was zo sterk dat hij Mij de kracht gaf alle lijden tot en met het uiterste door te maken. Dat Ik ook bewust de kruisdood heb verdragen en nog voor mijn beulen kon bidden: "Vader vergeef het hun want ze weten niet wat ze doen".

Ze wisten niet dat ze in Mij de Vader zelf aan het kruis sloegen, die de mensen wilde verlossen van alle zonde.

Maar Ik wist dat Hij zich alleen van Mij had teruggetrokken om geen dwang uit te oefenen op Mij als mens, omdat alleen de mens Jezus kon lijden en dit lijden de Vader verzoende. Daarom sprak Ik de woorden uit: "Het is volbracht" om daarmee te zeggen dat het een sinds eeuwigheid voorbestemde daad is geweest die nu was uitgevoerd. Maar de uitwerking ervan strekte zich uit over het verleden, de tegenwoordige tijd en de toekomst. En bijgevolg zijn alle wezens verlost die eens van God afvielen.

De kruisdood van de mens Jezus zult u eeuwig in het hiernamaals kunnen beleven. Maar geen mens, zolang hij op aarde leeft, zal de afschuwelijke kwellingen ooit in zijn volle omvang kunnen beseffen, want daar ontbreekt hem het begrip voor. Want het grote lijden van de mens Jezus bestond niet alleen in de lichamelijke kwellingen die Hem werden aangedaan, maar veel meer heeft Zijn zuivere ziel geleden, die uit het rijk van het licht naar de aarde was afgedaald ter wille van dit verlossingswerk.

Wat het voor een reine ziel betekent zich midden in de poel van zonde te bevinden, wat het voor een volmaakte ziel betekent te midden van onvolmaakte schepselen te vertoeven, kan alleen dan worden begrepen, wanneer de ziel zelf al in het rijk van het licht verblijft. Maar dan zal ze ook kunnen beseffen hoe diep de liefde was die Jezus heeft bewogen de zondige broeders hulp te bieden. En dan zullen zij beven van ontzag en Hem lof en dank zingen, die de wereld verloste van alle zonde.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in de volgende themaboekjes:
Themaboekje Titel Downloaden
110 Jezus Christus ePub   PDF   Kindle  
152 Jesus Christus ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften