4993 Geestelijke dwang - Dogma

2 november 1950: Boek 56

Het grootste gevaar voor een mens is de geestelijke dwang die hem hindert bij het verkrijgen van inzicht en bij het uit vrije wil bepalen van zijn richting. Ieder mens is een individu, dat zich moet vormen tot volmaaktheid. Ieder mens is daarom ook verantwoordelijk voor zijn levenswandel, die nodig is om een bepaalde graad van volmaaktheid te bereiken. En ieder mens moet daarom vrij kunnen beslissen, hij moet voor Mij getuigen van zijn wil. Deze getuigenis verlang Ik, want Ik ga er niet mee akkoord dat een mens voor zijn medemensen de richting van hun denken, willen of handelen bepaalt. De vrijheid van wil van ieder mens moet onaantastbaar zijn. Ze wordt echter aangetast wanneer een wilsrichting wettelijk wordt vastgelegd en de mens nu door beloftes of bedreigingen ertoe wordt gebracht deze richting op te gaan.

Maar zo'n wilsdwang zal Ik nooit of te nimmer goedkeuren, zelfs al treed Ik er niet openlijk tegen op om juist geen dwang op de wil uit te oefenen. De mens is een denkend individueel wezen, dat Ik het vermogen heb gegeven vrij te kunnen willen en denken en wel alleen met het doel zelf te beslissen in het laatste stadium van zijn geestelijke ontwikkeling op aarde, en dat dan ook zijn loon ontvangen zal in de eeuwigheid, beantwoordend aan de beslissing van zijn wil. Wel is het goed en ook door Mij gewild dat een mens zijn medemensen op de hoogte brengt van het gevolg van zowel een juist gebruikte als een verkeerd gebruikte wil. Het is door Mij gewild dat de mensen opheldering ontvangen over de verhouding waarin de mens tot Mij, zijn Schepper, staat. Doch het volstaat wanneer hij juist wordt onderricht, dat hem de goddelijke liefdesleer wordt gebracht en hij ook wordt aangespoord de onbaatzuchtige naastenliefde te beoefenen. Maar alles moet zonder dwang gebeuren.

De mens moet dus onderricht worden, maar er niet toe gedwongen worden een aan hem overgebrachte leer aan te nemen, omdat hij zijn wil moet gebruiken naar eigen goeddunken en aandrang. Ik gaf de mensen de vrije wil, u echter neemt deze van hem af en gebruikt uw wil dus verkeerd, ofschoon u gelooft voor Mij en in mijn opdracht te werken. Nooit heb Ik mijn apostelen de opdracht gegeven mijn leer als geloofsdwang te verbreiden, omdat een geloof onder dwang nooit een geloof kan zijn dat heilzaam is voor de positieve ontwikkeling van de ziel. Altijd vraag Ik van de mensen alleen maar in Mij te geloven als hoogst volmaakt Wezen. Ik vraag alleen maar te geloven in mijn almacht, wijsheid en liefde en in de kracht van de liefde.

Want als u dit gelooft zult u zelf de kracht van de liefde ondervinden en dan al het andere wat er nodig is te geloven vanzelf inzien. Want dan werkt mijn geest in u, die u naar waarheid onderricht. Maar een gedwongen geloof levert u geen volmaaktheid op. Een gedwongen geloof zal ook zelden levend worden en aan een gedwongen geloof kan Ik geen waarde toekennen als vrije wilsbeslissing, omdat dan de vrije wil nog niet werkzaam werd in u, maar u zich alleen volgens uw opvoeding uitspreekt voor een geloofsrichting zonder die goed te hebben onderzocht op haar waarde of waardeloosheid. Wat Ik van u vraag te geloven is dat u alleen maar door de liefde zalig kunt worden.

Maar ook dit geloof moet u zelf verwerven. U kunt wel de leer daarvan aannemen, u moet echter eerst de liefde beoefenen om in uzelf er zeker van te zijn dat de liefde de verlossende kracht is. En pas deze innerlijke overtuiging is het geloof dat tot leven wekt, omdat het in vrije wil werd verkregen. Doch iedere dwang is een teken van onvolmaaktheid, omdat iedere dwang strijdig is met de vrijheid, die het geestelijke wezen echter in het allereerste begin eigen was en die het daarom ook moet terugwinnen om zalig te worden. Hoe kan een dwangmaatregel als in overeenstemming met mijn wil worden beschouwd, die de mens de geestelijke vrijheid ontneemt, wanneer hij in zekere zin "plichtmatig" iets geloven moet wat van Mij uit vraagt om volledige vrije overweging en acceptatie? Ik als hoogste Wetgever heb, op het gebod van de liefde na - dat ook de tien geboden van Mozes omvat, dat echter ook alleen dan vervuld wordt wanneer de liefde vrijwillig beoefend wordt - u mensen geen verder gebod gegeven, omdat zoiets tegen Mij zelf zou getuigen of de vrije wil van de mens twijfelachtig liet worden. De mensen echter matigen zich aan wetten uit te vaardigen zonder daartoe de bevoegdheid te hebben. En daarmee tasten ze de vrije wil van hun medemensen aan.

Iedere wet is dwang en iedere dwang is tegengesteld aan mijn wil. Zodra de mens niet zelf vrij kan denken, zodra hij een leer geloven moet, is zijn wilsproef waardeloos. Want hijzelf moet beslissen, maar geen beslissing nemen onder dwang. En dwang is iedere dogmatische leer, ongeacht of ze volgens de waarheid is of niet. Ieder dogma doet dus de vrije wil geweld aan. De wil is onvrij op het moment van een geestelijke beslissing, omdat deze hem al is voorgeschreven en ogenschijnlijk alleen vermeden kan worden door het begaan van een zonde. Maar van mijn kant heeft ieder mens het recht van vrije wilsbeslissing. Ik vraag hem alleen na te denken over wat er van hem wordt verlangd te geloven. En kan hij het niet met overtuiging aannemen ondanks nadenken, dan reken Ik hem dit niet als zonde aan. Wel echter zondigt hij, wanneer hij een leer met de mond belijdt zonder zijn hart te hebben geraadpleegd. Want ieder mens is alleen verantwoordelijk voor zichzelf en het is een aanmatiging, wanneer één mens het geloof van vele duizenden wil bepalen door een gebod, zoals een dogmatische leer altijd kan worden beschouwd. Niets van wat de wilsvrijheid van de mens aantast, kan ooit mijn instemming vinden. Want Ik zelf overreed de mensen niet eenmaal om de waarheid aan te nemen, als hun eigen wil er niet naar verlangt. Wel onderricht Ik de mensen voortdurend en doe Ik hen de zuivere waarheid toekomen, maar het staat ieder vrij haar aan te nemen of af te wijzen. En zo moet ook u uw medemensen alleen maar onderrichten in alle liefde, maar steeds alle vrijheid van een beslissing aan hen zelf overlaten omdat een geloof vanuit dwang voor Mij niet telt.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in de volgende themaboekjes:
Themaboekje Titel Downloaden
18 Wilsvrijheid ePub   PDF   Kindle  
79 God zet dwaalleren en misvattingen recht – Deel 3 ePub   PDF   Kindle  
108 Vormchristenen – Levende christenen ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften