5929 Verlossing van de hel - Lichtstraal in de vorm van een kruis

13 april 1954: Boek 64

De hel wil haar slachtoffers niet teruggeven en de wezens in de duisternis ontbreekt het aan kracht om zich te verzetten tegen mijn tegenstander die hen gekluisterd houdt. En dus zouden deze zielen reddeloos verloren zijn, wanneer er niet een wapen zou bestaan waartegen de heer van de onderwereld machteloos is. Het wapen van de liefde, waarmee elke strijd gewonnen en de sterkste vijand overwonnen wordt. Dit wapen gebruik Ik en met dit wapen zal het Mij lukken de hel te verlossen, hoewel in eindeloos lange tijd, omdat ook de Liefde de wil niet dwingt en daarom pas dan werkzaam kan worden, wanneer de ziel het zelf wil.

Maar hoe is haar wil te veranderen, die nog in de sterkste weerstand tegen Mij volhardt?

Mijn liefde daalt ook af in de hel. En mijn tegenstander kan Mij de toegang niet beletten, omdat hij tegenover mijn liefde machteloos is.

En zo kan ook geen wezen van de duisternis tegen Mij optreden. Ze kunnen zich alleen van Mij afkeren en de straling van mijn liefde afwijzen.

En deze zielen zijn vooralsnog onverbeterlijk en moeten verder in hun smartelijke toestand verblijven. Doch Ik ben op de hoogte van de toestand van elke afzonderlijke ziel. Ik weet ook wanneer de weerstand afneemt, wanneer de ziel in de toestand van lethargie komt en hoe zo’n ziel dan reageert op de straling van mijn liefde. En deze zielen kom Ik te hulp, omdat ze zich uit eigen kracht niet kunnen verlossen. Ze worden door een licht bestraald in de vorm van een kruis, dat bliksemsnel de herinnering bij hen ophaalt aan Degene die aan het kruis is gestorven.

En met het bovenkomen van deze gedachte voelen ze nu een verlichting. Ze worden plotseling door de wens vervuld uit hun omgeving weg te komen. En omdat het kruis steeds weer voor hen oplicht, komt er een stille hoop in hen op waaraan ze zich vastklampen. En nu laten ze de gedachte niet meer los om zich tot Mij te wenden om hulp.

Dit verlangen is de uitwerking van de straling van mijn liefde. Maar deze doet zich alleen daar voor, waar het wezen de weerstand heeft opgegeven. En ook deze passieve toestand is het gevolg van de liefde die Ik de hel doe toekomen en die in staat is de golven van haat in die sferen tot bedaren te brengen, de weerstand te breken en een ziel gewillig te maken, echter zonder haar te dwingen. In de wil van de ziel zijn er momenten die Mij goed bekend zijn en die Ik niet voorbij laat gaan zonder bij die ziel verlossingsarbeid te verrichten. Maar is een ziel eenmaal door het licht van het kruis van Christus bestraald, dan zijn ook de slechtste krachten van de duisternis niet meer in staat haar af te houden van haar voornemen zich tot Mij te wenden, van wie ze hulp verwacht, tot ze Hem eens aanroept om genade en erbarmen.

En dan kan mijn liefde, de liefde van Jezus, haar vastpakken en omhoog trekken uit de diepte. Dan heeft haar wil en haar roepen naar Mij de weg voor haar vrijgemaakt. Want de naam Jezus Christus maakt alle ketenen los en opent elke kerker. Voor Hem wijken de krachten der duisternis. En de ziel treedt naar buiten in het licht en wordt ontvangen door dienaren van de Liefde die haar verder helpen op de weg naar boven.

En al gaan er ook eeuwigheden voorbij, al is de weerstand van de gevallenen nog zo groot, eens zullen ze zich door mijn liefde laten vastpakken. Want deze is oneindig lankmoedig en geduldig en laat geen ziel voor eeuwig verloren gaan.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in het volgende themaboekje:
Themaboekje Titel Downloaden
104 Het erkennen van Jezus als Gods Zoon en Verlosser van de wereld ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften