6573 God Zelf openbaart Zich in het Woord

15 juni 1956: Boek 70

In Mijn Liefde en erbarmen kom Ik nader tot u mensen in het Woord, opdat u Mij leert onderkennen en liefhebben. De verbinding tussen Mij en u kan u alleen worden bewezen, doordat u Mijn aanspreken verneemt, dat u moet overtuigen van een Wezen dat u weliswaar niet zult kunnen aanschouwen, maar dat toch bij u tegenwoordig kan zijn wanneer u zelf diens tegenwoordigheid toelaat. Wanneer Ik Zelf tot u spreek, zult u Mij niet meer kunnen loochenen. Maar wanneer u Mijn aanspreken niet wilt, dan zal het voor u ook geen bewijs van Mij Zelf zijn, wanneer u het desondanks verneemt.

Maar in eerste instantie denk Ik aan diegenen die Mij bereidwillig aanhoren en die Mijn woorden in hun hart laten binnendringen. Dezen wil Ik met Mij vertrouwd maken om hun liefde te winnen. En daarom moet Ik hun kennis geven van Mijn Wezen, van Mijn wil en Mijn Liefde. Ik moet Me aan hen openbaren, want zo’n openbaring kan ook in hen liefde ontsteken, wat de zin en het doel ervan is, wanneer Ik Mijn Woord naar de aarde stuur. Wanneer Ik Zelf spreek door de mond van een mens. Ieder mens die zo’n aanspreken voor mogelijk houdt, die oor en hart opent als Mijn Woord voor hem weerklinkt, kan ook al tot de mijnen worden gerekend. Want door het aanhoren van Mij Zelf bewijst hij dat hij zijn weerstand tegen Mij heeft opgegeven.

Ik kom Zelf in het Woord tot de mensen op deze aarde. Ik onderricht ze, Ik maan ze aan en waarschuw ze. Ik stel hun het gevolg van hun levenswandel voor de geest en Ik breng hun het blijde evangelie van de verlossing van zonde en dood. Maar zoiets kan alleen Diegene u doen toekomen, die Zelf het Woord is van eeuwigheid. Die het hoogste inzicht, het licht en de waarheid heeft en die ook als enige u over Zijn Wezen uitsluitsel kan geven. Het “Woord Gods” is het grootste genadegeschenk, want het moet van Mij Zelf zijn uitgegaan. Het moet Mij Zelf bewijzen. En wanneer Ik u eenmaal heb aangesproken, zult u Mij niet meer kunnen loochenen.

En toch gaan talloze mensen voorbij aan het kostbaarste dat hun wordt aangeboden in het aardse bestaan, omdat ze het aangesproken worden door God niet willen. Ik kan Me niet kenbaar maken aan degene die niets boven zich erkent. Die van Mij niets wil weten, die elk weten afwijst, omdat zijn wezen zich verzet tegen de gedachte onderdanig te moeten zijn aan een macht die hem geschapen heeft. Deze is nog zo vol van duivelse geest, dat het onmogelijk is Me aan hem te openbaren. Deze zal nooit geloven dat een “God” zich tegenover de mensen uit.

En toch weerklinkt het Woord van boven en raakt het de mensenharten die zich openen. Want alleen door Mijn Woord kan ik inwerken op degenen die in het leven op aarde de beproeving van hun vrije wil moeten afleggen. Mijn Woord dwingt niet, maar brengt grote kracht over aan de gewillige mens. Mijn Woord kan de wil in de juiste richting leiden zonder dwang. En Mijn Woord kan liefde ontsteken voor Mij, omdat het de rechtstreekse uitstraling van Mijn Liefde is.

Daar Ik dus Zelf het Woord van eeuwigheid ben, kan Ik ook tot de mensen afdalen, ze aanspreken en steeds weer proberen hun gedachten op Mij te richten. Ik kan diegenen die Mij hebben herkend, die Mij liefhebben, onafgebroken voeden met Mijn Woord dat het ware voedsel voor de ziel is met de grootste krachtwerking. En zo zal Ik, zolang de aarde bestaat, steeds weer tot de mensen spreken. En steeds weer zal voor hen hetzelfde Woord weerklinken. Steeds weer zal hun het evangelie van de liefde worden verkondigd, dat Ik de mensen heb gepredikt toen Ik op aarde wandelde.

Steeds weer zal dit evangelie de mensen worden aangeboden in zijn zuiverste vorm, opdat Mijn Woord vervuld wordt: Hemel en aarde zullen vergaan, maar Mijn Woord blijft bestaan tot in eeuwigheid. Want Ik Zelf verander in alle eeuwigheid niet. De waarheid blijft altijd en eeuwig onveranderd. En Mijn Woord is het uitstromen van Mij Zelf en moet daarom altijd en eeuwig hetzelfde zijn. En daarom moet het, om zuiver te zijn, van Mij Zelf uitgaan. En dat vereist ook, dat Ik de mensen op aarde steeds weer rechtstreeks aanspreek. Dat Ik Zelf in het Woord tot de mensen kom en hun breng wat ze nodig hebben om naar Mij terug te kunnen keren. Ik moet Me openbaren om door Mijn schepselen herkend en bemind te worden.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in het volgende themaboekje:
Themaboekje Titel Downloaden
103 Luister naar de innerlijke stem - Deel 1 ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften