7212 Vergrote bekoringen in de eindtijd

20 november 1958: Boek 76

Geloof niet dat Mijn tegenstander u met rust laat, ook wanneer u zich in uw hart al naar MIJ heeft gekeerd: Weliswaar zal hij niets tegen u kunnen beginnen, juist vanwege uw wil die naar MIJ is gekeerd, maar steeds weer zal hij toch proberen u ten val te brengen. Hij zal u in het nauw drijven waar en hoe het hem maar mogelijk is, om op uw wil in te werken, hem te verzwakken en weer naar de wereld te keren, die zijn rijk is. Maar toch hoeft juist u hem niet te vrezen, omdat u een buitengewoon trouwe, Helper aan uw zijde hebt: MIJ Zelf, DIE door u maar aangeroepen hoeft te worden opdat hij van u zal worden verdrongen.

Juist in de laatste tijd zal hij alles proberen om zijn aanhang te vergroten, om weer terug te winnen die hij meent kwijt te zijn; Maar hij vergeet daarbij een ding, dat niet hij, integendeel IK al het recht op uw zielen heb en dat IK ME niet meer laat ontrukken wat zich al vrijwillig aan MIJ heeft overgegeven. U hoeft daarom niet bang te zijn dat hij u in zijn macht krijgt; maar ook u zult een ding niet mogen vergeten: u voortdurend inniger bij MIJ aan te sluiten om in Mijn aanwezigheid verzekerd te zijn tegen zijn invloed. Elke innerlijke onrust, elke opwinding, elk gevoel van vrees, is een teken van zijn werken bij u en omdat hij zich daardoor verraadt, hoeft u maar uw blik op MIJ te richten en hij moet en zal wijken.

In de laatste tijd gaan zijn inspanningen zelfs zover dat hij tracht het verbreiden van het Licht te verhinderen op een manier die hem buitengewoon sterk en machtig doet lijken en u, mensen erg doet twijfelen wegens de goddelijke opdracht, Licht naar uw medemensen te brengen. Dan moet u steeds weten dat het de list van Mijn tegenstander is, u in de war te brengen; En u moet des te sterker zijn in het weerstand bieden, u moet vast geloven in uw missie en steeds ijveriger werken voor MIJ en Mijn rijk; En spoedig zullen zijn aanvallen afnemen en uw geloof zal groeien en er zal een innerlijke rust over u komen, want IK sta u dan duidelijk terzijde en zegen uw arbeid.

Hoe verder het naar het einde toegaat, des te heviger zullen ook zijn aanvallen zijn, maar des te dichter ben IK ook bij u en des te meer kracht zult u van MIJ uit ontvangen. Hij kan u niets maken, zolang u de verbinding zoekt met MIJ en houd daarom toch deze band steeds overeind en laat MIJ niet uit uw gedachten gaan, en steeds minder zal zijn invloed op u kunnen inwerken, u zult hem van u kunnen wegdringen, al door een innige gedachte aan MIJ, DIE steeds in elke nood en elk gevaar bij u tegenwoordig ben: Laat MIJ uw eerste en laatste gedachte zijn en waarlijk, er kan u niets gebeuren, want Mijn engelen behoeden u voor alle aanvallen van de vijand van uw ziel en hun macht is groot en hun wil is MIJ te dienen en dus ook allen die de mijne zijn en blijven willen voor eeuwig.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in het volgende themaboekje:
Themaboekje Titel Downloaden
70 De arbeid in de wijngaard van de HEER ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften