Alles is in het scheppingsplan opgenomen, en zo vloeit daar uit voort dat IK ook op de hoogte ben van de wil van ieder mens en deze wil MIJ a.h.w. aanleiding geeft, zijn levenslot zo vorm te geven, dat het de mens niets anders dan winst kan opleveren, vooropgesteld natuurlijk dat zoiets van de kant van de mens wordt nagestreefd. En dat zult u zeker moeten geloven dat IK wel weet hoe de wil van de enkeling zich richt, maar dat IK ook niets kan doen om hem te veranderen of hem naar MIJ toe te leiden. Maar IK kan de mensen nog vele wegen laten gaan om een verandering van de wil te bereiken. Deze verandering van de wil heb IK op het oog door Mijn ingrijpen, waaraan weliswaar ontelbare mensen ten offer zullen vallen, maar voor wie steeds nog de poorten van het rijk hierna geopend zijn om daar nog rijp te kunnen worden. Maar de mensen die in leven blijven is nog een uitermate grote genade verleend, deze verandering van de wil nog op deze aarde te kunnen realiseren om dan voor eeuwig gered te zijn.
Steeds weer wijs IK u, mensen op dit gebeuren, maar IK vind geen geloof. Het zijn er maar heel weinige die zich ernstig met dat wat komt, bezig houden, maar ook dezen kunnen zich geen voorstelling vormen van de omvang van de katastrofe, omdat die alles overtreft wat ooit op deze aarde is voorgekomen. En ook de enkeling kan er zich geen begrip van vormen, omdat de mensen van elk contact zijn afgesneden, omdat er geen samenhang meer bestaat tussen de plaatsen en ook tussen de landen die erdoor zijn getroffen. Er zullen streken zijn die volledig uitgestorven lijken, waar maar enkele mensen te vinden zijn om nu het leven voort te zetten. Ieder zal door ontzetting gegrepen zijn die zich niet aan MIJ vasthoudt en geheel op MIJ vertrouwt. En dan kan de wil een beslissing nemen. Ieder mens kan ook de weg naar MIJ nemen en hij zal zeker door de chaos heen worden geleid. Maar hij kan ook net zo goed het WEZEN DAT zoiets liet gebeuren vervloeken en de vloek zal hemzelf treffen. En juist omdat IK de wil van de mensen in de eindtijd ken, is dit Mijn laatste poging om de mensen het verschrikkelijke lot van de hernieuwde kluistering te besparen.
En wederom zult u vragen, waarom IK zo'n verwoesting over de mensen laat komen, die alleen nog maar door de katastrofe op het einde overtroffen zal worden, omdat in u allen geen geloof meer te vinden is in een eeuwige GOD, in een Schepper van hemel en aarde, in HEM DIE ook Zelf u heeft laten ontstaan. Er komen steeds minder mensen die het geloof nog bezitten en het nog niet hebben verloren, en dezen zullen ook niet in hun geloof verzwakken of echter al tevoren worden weggeroepen, opdat ze dit leed niet meer mee hoeven te maken. En u hoeft met geen mens medelijden te hebben die tevoren al uit het leven is heengegaan, want voor hem bestaat nog de mogelijkheid in het hiernamaals helemaal rijp te worden.
Wanneer echter de dag is gekomen dan zal het niets baten of hij ook vlucht, want Mijn Hand reikt tot overal, en zo houd IK ook Mijn beschermende Hand boven ieder die MIJ toebehoort. En bij dezen zal IK duidelijk zichtbaar zijn, want ze zijn in de grootste nood en in deze nood kom IK hen te hulp. En dan zal blijken waartoe de kracht van het geloof in staat is. Want wie maar Mijn nabijheid zoekt, zal ook een bewijs hebben van Mijn tegenwoordigheid en zijn geloof zal steeds sterker worden. En het tijdstip van het gebeuren zal niet lang meer op zich laten wachten, al zijn voor MIJ duizend jaar als één dag.
Maar IK heb u gezegd, u zult het meemaken. En dat betekent dat een groot deel van hen die Mijn Woord aannemen, dit alles zelf zullen ondervinden - dat IK aan al diegenen nog grote eisen stel, dat dan de tijd van het werkzaam zijn is gekomen, daar u voor MIJ nog ijverige knechten zult moeten zijn en dat IK u niet eerder van de aarde wegneem tot u zich van deze taak heeft gekweten.
U allen die werkzaam bent voor MIJ en Mijn rijk zult u aangesproken moeten voelen. Want IK zeg u steeds weer dat IK niet veel arbeiders heb in Mijn wijngaard en dat IK daarom ieder zal beschermen die zich aan MIJ ter beschikking stelt. Hieruit al zult u ook kunnen afleiden dat er niet veel tijd meer verloopt tot die katastrofe, die voor u niet is voor te stellen, zowel wat de omvang betreft als ook in leed en ellende die ze voor de overlevenden betekent. En daarom moet IK die mensen met grote kracht uitrusten opdat ze MIJ als steun zijn in deze tijd van rampspoed. En IK zal ook u die volgens de natuurwet door grote zwakte bent aangetast de kracht geven, omdat IK u in deze tijd nodig heb en alle maar te bedenken middelen aanwend om het getal van de mijnen maar te vergroten, om hun een vast geloof te geven en zo nog in te werken op hen die zonder geloof zijn in een GOD en Schepper, DIE alle Macht heeft over hemel en aarde en dus ook diegenen het leven kan verlengen die hen willen helpen te geloven.
En denk er aan dat het einde van een verlossingsperiode is gekomen, dat deze tijd toch op 'n ongewone wijze moet worden benut en dat IK daarom ook ongewone middelen aanwend om maar een vonkje geloof te ontsteken in de mens voor hij zijn leven moet geven. Want als hij maar dit kleine vonkje in zich heeft, dan is hem ook het opgaan in het geestelijke rijk verzekerd.
Maar geheel zonder geloof van de aarde te scheiden is zonder hoop en eindigt met de hernieuwde kluistering, omdat het hiernamaals de poorten heeft gesloten op het moment dat de oude aarde wordt ontbonden. Daarom ook zal IK op het einde nog alles doen om de mensen te bewegen hun wil te veranderen, en omdat Mijn zacht aanspreken niet door hen wordt gehoord, spreek IK ze luider toe, zo luid, dat ze deze Stem wel moeten horen. Maar of ze MIJ Zelf daarin herkennen, staat hun ook dan nog vrij, maar het bezegelt hun verdere lot.
Maar u die van MIJ bent, u bent verzekerd van Mijn bescherming en zegen in geestelijke en aardse nood, want IK heb u nodig. En al gaat u ook zware tijden tegemoet, u bent toch onder Mijn hoede en u zult niets hoevente vrezen.
Amen
VertalerAlles ist im Schöpfungsplan einbezogen, und so geht daraus hervor, daß Ich auch um eines jeden Menschen Willen weiß und dieser Mir gleichsam den Anlaß gibt, sein Lebensschicksal so zu gestalten, daß es nichts anderes als einen Gewinn dem Menschen bringen kann, vorausgesetzt, daß ein solcher angestrebt wird von seiten des Menschen. Und das müsset ihr glauben, daß Ich es wohl weiß, wie sich der Wille des einzelnen richtet, daß Ich aber auch nichts tun kann, um ihn zu ändern oder ihn Mir zuzulenken. Aber Ich kann noch viele Wege den Menschen gehen lassen, um eine Wandlung das Willens zu erreichen. Diese Willenswandlung bezwecke Ich durch Meinen Eingriff, dem unzählige Menschen wohl zum Opfer fallen werden, denen aber immer noch die Pforten in das jenseitige Reich geöffnet sind, um dort noch ausreifen zu können.... Doch den Menschen, die am Leben bleiben, ist noch eine überaus große Gnade gewährt, diese Willenswandlung vollziehen zu können noch auf dieser Erde, um dann für die Ewigkeit gerettet zu sein. Immer wieder weise Ich euch Menschen auf dieses Ereignis hin, aber Ich finde keinen Glauben.... Es sind nur sehr wenige, die sich ernstlich mit dem Kommenden befassen, doch auch diese können sich von dem Umfang der Katastrophe kein Bild machen, weil sie alles übertrifft, was je auf dieser Erde schon vorgekommen ist. Und auch der einzelne Mensch kann sich keinen Begriff machen, weil die Menschen abgeschnitten sind von jedem Verkehr, weil kein Zusammenhang mehr besteht zwischen den Orten und auch zwischen den Ländern, die davon betroffen sind. Es wird Strecken geben, die völlig ausgestorben scheinen, wo nur einige wenige sich finden werden, um nun das Leben fortzusetzen. Jeder wird vom Entsetzen gepackt sein, der sich nicht an Mich hält und auf Mich völlig vertraut. Und dann kann sich der Wille entscheiden.... Es kann ein jeder Mensch auch zu Mir finden, und er wird ganz sicher hindurchgeführt werden durch das Chaos.... Aber er kann auch ebenso das Wesen, Das solches geschehen ließ, verfluchen, und der Fluch wird ihn selbst treffen. Und gerade, weil Ich um den Willen der Menschen in der Endzeit weiß, ist dieses Mein letzter Versuch, um den Menschen das schreckliche Los der Neubannung zu ersparen. Und wieder werdet ihr fragen, warum Ich eine solche Zerstörung kommen lasse über die Menschen, die nur noch von der Endkatastrophe übertroffen werden wird.... weil in euch allen kein Glaube mehr zu finden ist an einen ewigen Gott, an einen Schöpfer des Himmels und der Erde, an Den, Der euch auch selbst hat erstehen lassen.... Immer weniger werden die Menschen, die den Glauben noch besitzen und ihn noch nicht verloren haben, und diese werden auch in ihrem Glauben nicht nachlassen oder aber schon zuvor abgerufen werden, auf daß sie dieses Leid nicht mehr zu erleben brauchen. Und ihr brauchet keinen Menschen zu bedauern, der schon vorher aus dem Leben geschieden ist, denn für ihn gibt es noch die Möglichkeit, im Jenseits auszureifen. Wenn aber jener Tag gekommen ist, dann wird es nichts nützen, ob er auch fliehet, denn Meine Hand reicht überallhin, und so auch halte Ich Meine schützende Hand über einem jeden, der Mir angehört.... Und Ich werde offensichtlich bei diesen sein, denn sie sind in größter Not und in dieser Not, komme Ich ihnen zu Hilfe. Und dann wird es sich erweisen, was die Kraft des Glaubens vermag.... Denn wer nur Meine Nähe sucht, der wird auch einen Beweis haben von Meiner Gegenwart, und sein Glaube wird immer stärker werden. Und der Zeitpunkt des Geschehens wird nicht mehr lange auf sich warten lassen, wenngleich tausend Jahre vor Mir wie ein Tag sind. Doch Ich habe euch gesagt, ihr werdet es erleben.... Und das bedeutet, daß ein großer Teil derer, die Mein Wort entgegennehmen, selbst in diesem Erleben stehen werden.... daß Ich an alle jene noch große Anforderungen stelle, daß dann die Zeit des Wirkens gekommen ist, da ihr Mir noch eifrige Knechte sein sollet, und daß Ich euch nicht eher von der Erde hinwegnehme, bis ihr dieser Aufgabe nachgekommen seid.... Ihr alle sollet euch angesprochen fühlen, die ihr tätig seid für Mich und Mein Reich. Denn Ich sage euch immer wieder, daß Ich nicht viele Arbeiter habe in Meinem Weinberg und daß Ich daher jeden schützen werde, der sich Mir zur Verfügung stellt. Aus diesem schon könnet ihr auch schließen, daß nicht mehr viel Zeit vergeht bis zu jener Katastrophe, die für euch unausdenkbar ist sowohl in ihrem Umfang als auch in dem Leid und Elend, das sie für die Überlebenden bedeutet. Und daher muß Ich jene Menschen mit großer Kraft ausrüsten, auf daß sie Mir Stützen sind in dieser Zeit der Trübsal. Und Ich werde auch euch die Kraft geben, die ihr naturgesetzlich von großer Schwäche befallen seid, weil Ich euch brauche in dieser Zeit und alle nur erdenklichen Mittel anwende, um nur die Zahl der Meinen zu erhöhen, um ihnen einen festen Glauben zu geben und so noch einzuwirken auf jene, die ohne Glaube sind an einen Gott und Schöpfer, Der alle Macht hat über Himmel und Erde und also auch denen das Leben verlängern kann, die ihnen zum Glauben verhelfen wollen.... Und bedenket, daß das Ende einer Erlösungsperiode gekommen ist, daß diese Zeit nur ungewöhnlich genutzt werden muß und daß Ich daher auch ungewöhnliche Mittel anwende, um nur ein Fünkchen Glauben zu entfachen in dem Menschen, bevor er sein Leben hingeben muß. Denn hat er nur diesen kleinen Funken in sich, dann ist ihm auch der Aufstieg im geistigen Reich gesichert. Doch ganz ohne Glauben abzuscheiden von der Erde ist hoffnungslos und endet mit der Neubannung, weil das Jenseits die Tore geschlossen hat mit dem Moment des Auflösens der alten Erde. Darum werde Ich auch am Ende noch alles tun, um die Menschen zu einer Willenswandlung zu bewegen, und weil Meine leise Ansprache nicht von ihnen angehört wird, rede Ich lauter zu ihnen, so laut, daß sie diese Stimme vernehmen müssen.... Ob sie aber Mich Selbst darin erkennen, steht ihnen auch dann noch frei, es besiegelt aber ihr ferneres Los. Euch aber, die ihr Mir dienet, euch sei Mein Schutz und Segen zugesichert in geistiger und irdischer Not, denn Ich brauche euch.... Und wenn ihr auch schweren Zeiten entgegengehet, so seid ihr doch in Meiner Obhut, und ihr werdet nichts zu fürchten brauchen....
Amen
Vertaler