Ik ben een God van goedheid en barmhartigheid, een zachtmoedige en liefdevolle God en toch ook een God van rechtvaardigheid, want Ik ben hoogst volmaakt en kan daarom ook niets slechts onopgemerkt laten gebeuren dat tegen de eeuwige ordening ingaat. Het moet worden goedgemaakt volgens rechtvaardigheid. Maar wanneer Ik deze boetedoening eis van de mensen die dus zondig zijn geworden, dat moet aan Mij en mijn wijsheid worden overgelaten. Alleen kan geen mens het lichtrijk binnengaan die ook maar de geringste schuld met zich mee draagt wanneer hij van deze aarde heengaat. Hij moet van tevoren boete doen die een wezen in het rijk hierna buitengewoon bitter kan belasten en hem lange tijd buiten elke zalige gewaarwording kan houden tot hij van zijn schuld is vrij geworden. En u zult zich kunnen indenken dat geen mens vrij van zondeschuld de aarde zou verlaten wanneer alleen de zonden worden geteld die de mens op aarde begaat. En dat hij eeuwige tijden in het hiernamaals nodig zou hebben tot alle schuld teniet zou zijn gedaan door lijden en kwellingen van allerlei aard waarvan u zich geen voorstelling kunt maken.
Maar Een is voor u gestorven aan het kruis Die zelf alle zonden op zich heeft geladen, Die met deze schuld beladen de weg naar het kruis ging, geleden heeft en gestorven is om de schuld van de mensheid teniet te doen. Er stond weliswaar een veel grotere schuld ter discussie, het ging om de grote oer-schuld van de afval van de wezens van God waarvoor boete moest worden gedaan en die het wezen zelf nooit zou hebben kunnen goedmaken. Voor deze schuld is de mens Jezus in de eerste plaats aan het kruis gestorven, opdat de poort naar de gelukzaligheid tenminste kon worden geopend die door deze oer-schuld voor de zielen gesloten was. En niemand zou het lichtrijk meer hebben kunnen binnenkomen zonder de kruisdood van Jezus Christus, zonder het werk van verlossing. Maar Hij stierf voor alle zonden van de mensen. Hij nam de hele zondeschuld op zich en deed haar teniet met Zijn bloed.
En zo kan de mens ook vrij worden van elke zonde die hij in het aardse bestaan heeft begaan wanneer hij zelf zich tot de goddelijke Verlosser richt en Hem om vergeving vraagt, wanneer hij Hem vol vertrouwen al zijn schuld aan Zijn voeten legt en Hem vraagt ook daarvoor Zijn bloed te hebben vergoten en hem aan te nemen als een zondaar die berouw heeft van zijn schuld en om vergeving smeekt. En alleen zo is het mogelijk dat de ziel van de mens na zijn dood het lichtrijk binnen kan gaan, omdat Een de schuld ervoor heeft betaald, omdat ze vrij is geworden van de schuld die haar het binnengaan zou hebben belet, maar die nu vrijwillig door voortdurend dienen in liefde in het geestelijke rijk tot verlossing van de ongelukkige zielen bijdraagt, die zich dus uit eigen aandrang bereid verklaart de haar door Jezus’ bloed kwijtgescholden schuld af te lossen door liefdewerken voor de zielen die nog ongelukkig zijn, dat ze deze zielen eveneens naar Jezus tracht te leiden om bij Hem vergeving van hun schuld af te smeken en dus als het ware aan elke rechtvaardigheid Gods voldoening wordt geschonken wanneer maar de weg naar het kruis wordt gegaan, wanneer iedere ziel haar schuld onder het kruis draagt en nu daarvoor de passende boete is gedaan.
Daarom kon er voor de kruisdood van Jezus geen gelukzaligheid in het lichtrijk zijn voor de zielen, ook niet wanneer ze op aarde een zuiver leven hadden geleid, want ze waren belast met de oer-schuld. Maar ook het leven op aarde zelf konden ze niet afleggen zonder tegen Mij als de eeuwige Liefde te hebben gezondigd. Ze vielen in zonde en mijn rechtvaardigheid eiste daarvoor de vereffening die ze met goede wil wel zelf konden verrichten, maar dan hield nog steeds de oerzonde de poort naar het lichtrijk voor hen gesloten.
Zouden ze nooit gevallen zijn, dan zouden ze ook niet hoeven te zondigen op aarde zoals dit het geval is geweest bij de naar de aarde afgedaald wezens die in liefde zich om hun medemensen bekommerden en hun een juist leven op aarde voorleefden. Maar de vroegere afval van Mij had de zielen afhankelijk gemaakt van mijn tegenstander die nu van zijn kant zijn hele invloed aanwendde om de mensen tegen Mij, tegen al het goede op te hitsen. En zo ontstond een zondig mensengeslacht van wie de zondenlast is aangegroeid en nu eenmaal alleen gered kan worden door het verlossingswerk van Jezus Christus.
Maar voor degene die de verlossing door Jezus niet aanneemt blijft het lichtrijk gesloten tot ook hij daartoe zal besluiten. Want mijn rechtvaardigheid is niet uit te schakelen, Ik kan geen schuld schrappen die niet werd goedgemaakt. Maar mijn eindeloze liefde liet een vervangende boetedoening toe die de mens Jezus dus heeft volbracht. En u allen ondervindt erbarmen in plaats van rechtvaardigheid omdat de liefde van uw Vader de schuld voor u teniet deed, omdat de liefde toch de rechtvaardigheid voldoening heeft gegeven, omdat het teniet doen van de schuld een onmetelijk lijden eiste dat eindigde met het meest pijnlijke sterven aan het kruis. Maar de erkenning van Jezus als Gods Zoon en Verlosser van de wereld en de bewuste vraag om vergeving van de schuld behoort onherroepelijk daartoe om van de grote schuld van de vroegere afval en ook van de zondeschuld van de mens op aarde vrij te worden. Maar dan kan de ziel al na haar verscheiden van de aarde het rijk van licht en gelukzaligheid binnengaan, waar ze zelf nu onvermoeibaar werkzaam zal zijn volgens mijn wil en weer aan het verlossingswerk deelneemt doordat ze ook die zielen naar Jezus brengt opdat ze verlost worden.
Amen
VertalerEu sou um Deus de bondade e misericórdia, um Deus de mansidão e amor.... e no entanto também um Deus de justiça, pois sou supremamente perfeito e por isso não posso permitir que nada de mal, nada contrário à ordem eterna, aconteça sem ser notado, tem de ser expiado de acordo com a justiça. Mas quando eu exijo esta expiação de pessoas que assim se tornaram pecadoras deve ser deixada a Mim e à Minha sabedoria, apenas nenhuma pessoa pode entrar no reino da luz que só carrega consigo a mais leve culpa quando se afasta desta terra. Primeiro tem de fazer expiação, o que pode sobrecarregar um ser extremamente amargo no reino do além e mantê-lo fora de todos os sentimentos de felicidade durante muito tempo até que se tenha libertado da sua culpa. E pode imaginar que nenhum ser humano deixaria o corpo terrestre (terra) livre da culpa do pecado se apenas os pecados que o ser humano comete na terra fossem contados.... e que necessitaria de tempos eternos no além até que toda a culpa tivesse sido redimida através de sofrimento e tormentos de todo o tipo, dos quais não pode imaginar..... Mas Um morreu por ti na cruz, Que assumiu toda a culpa do pecado, Que, carregado desta culpa, foi para a cruz, sofreu e morreu para a redenção da culpa da humanidade.... Embora estivesse em causa uma culpa muito maior, era a grande culpa original da apostasia dos seres de Deus que tinha de ser expiada e que nunca poderia ter sido expiada pelo próprio ser.... O homem Jesus morreu na cruz pela primeira vez por esta culpa, para que a porta da bem-aventurança pudesse ser aberta, que foi fechada às almas através deste pecado original, e ninguém teria podido entrar no reino da luz sem a morte de Jesus Cristo na cruz, sem a obra da redenção.... Mas Ele morreu pelos pecados de todas as pessoas, Ele tomou toda a culpa do pecado sobre Si mesmo e redimiu-o com o Seu sangue.... E assim o ser humano pode também libertar-se de cada pecado que cometeu na vida terrena se ele próprio se voltar para o divino Redentor e Lhe pedir perdão, se depositar confiantemente toda a sua culpa aos Seus pés e Lhe pedir que tenha derramado também o seu sangue por isso e O aceitar como pecador que se arrepende da sua culpa e pede perdão.... E só assim é possível a alma de uma pessoa entrar no reino da luz após a sua morte, porque se pagou a dívida por ela, porque se libertou da culpa que a teria impedido de entrar.... mas que agora contribui voluntariamente para a redenção das almas infelizes através do serviço constante no amor no reino espiritual, que assim declara por sua própria vontade que está disposta a pagar a dívida que lhe foi perdoada pelo sangue de Jesus através do serviço amoroso às almas que ainda são infelizes, que também procura levar estas almas a Jesus a fim de pedir perdão da sua culpa a Ele, e assim, por assim dizer, toda a justiça de Deus é satisfeita se apenas o caminho para a cruz for tomado, se cada alma carregar a sua culpa debaixo da cruz e a justa expiação tiver sido feita agora por ela. Por esta razão, não poderia haver beatitude no reino da luz para as almas antes da morte de Jesus na cruz, mesmo que elas tivessem vivido uma vida pura na terra, pois estavam sobrecarregadas pelo pecado original.... Mas mesmo a própria vida terrena não podia ser posta para trás das costas sem ter transgredido contra Mim como o Eterno Amor.... caíram em pecado e a Minha justiça exigiu uma compensação por isso, que certamente conseguiram fazer com boa vontade, mas depois o pecado original ainda manteve o portão do reino da luz fechado para eles. Se nunca tivessem caído também não teriam precisado de pecar na terra, como foi o caso dos seres de luz que ascenderam à terra, que amorosamente cuidaram dos seus semelhantes e lhes deram o exemplo de uma vida correcta na terra.... Mas a sua apostasia passada de Mim tinha-os feito escravizados pelo Meu adversário que, por sua vez, usou toda a sua influência para agitar as pessoas contra Mim, contra tudo o que é bom. E assim foi criada uma raça humana pecadora cujo fardo do pecado aumentou e só pode encontrar salvação através do acto de Salvação de Jesus Cristo.... Mas quem não aceitar a redenção através de Jesus permanecerá fechado ao reino da luz até que também ele, um dia, decida fazê-lo. Pois a Minha justiça não pode ser eliminada, não posso cancelar a culpa que não foi expiada, mas o Meu infinito amor permitiu uma expiação substitutiva que foi, portanto, realizada pelo homem Jesus e todos vós encontrais misericórdia em vez de justiça, porque o amor do vosso Pai redimiu a culpa por vós, porque o amor satisfez a justiça, porque a redenção da culpa exigiu um sofrimento incomensurável que terminou com a morte mais agonizante na cruz. Contudo, o reconhecimento de Jesus como Filho de Deus e Redentor do mundo e o pedido consciente de perdão da culpa implica inevitavelmente libertar-se da grande culpa da apostasia do passado e também da culpa do ser humano pelo pecado na terra, mas então a alma já pode entrar no reino da luz e da bem-aventurança após a sua partida da terra, onde será então incansavelmente activa de acordo com a Minha vontade e participará novamente no acto de Salvação, conduzindo também essas almas a Jesus, para que possam encontrar a redenção...._>Ámen
Vertaler