Steeds weer wordt u er opheldering over gegeven, dat de ziel van Jezus uit de lichtwereld naar de aarde kwam om zich in de mens Jezus te belichamen ter wille van een missie die een zuivere ziel eiste. Want God zelf wilde in deze ziel Zijn intrek nemen en dit kon Hij alleen maar doen in een zuivere ziel zonder zonden.
Hij zond Zijn Zoon naar de aarde.
Kan een woord dit duidelijker bevestigen? Het was een niet gevallen ziel, in tegenstelling tot de zielen der mensen die de lange ontwikkelingsgang door de schepping moeten gaan en in een zeer onvolmaakte toestand hun belichaming als mens beginnen.
Maar dat sluit niet uit dat de ziel van Jezus onuitsprekelijk moest worstelen en strijden tegen al het verderfelijke geestelijke dat haar van buiten af lastig viel.
Want Zijn lichaam was onrijpe materie en door deze niet verloste substanties werd de ziel onder invloed van de tegenstander zwaar gekweld.
Het lichaam was met alle aardse hartstochten behept en het verlangde vervulling van zijn lusten die het dus aankleefden, als behorend bij de nog zeer onrijpe substanties van het lichaam. De ziel van Jezus kwam geheel rein naar de aarde. Doch er voegden zich ontelbare onrijpe wezenlijkheden bij haar, welke de ziel niet van zich af mocht schudden, maar zachter moest maken en rijp moest laten worden. Van buiten af stormde eveneens onrijp geestelijks de mens Jezus tegemoet. De omgeving oefende invloed uit op Zijn ziel, zodat deze alle innerlijke gevechten had te doorstaan die ook een gevallen ziel moet doorstaan. En daarom is het onjuist dat het de mens Jezus gemakkelijker gevallen zou zijn dit werk van verlossing te volbrengen wegens de volmaaktheid van Zijn ziel.
Integendeel, omdat ze rein en zonder zonde was leed Zijn ziel veel meer onder de onrijpe omgeving. Zijn reine ziel was uitermate gevoelig voor de zonde, voor alles wat als inwerken van de tegenstander van God van de kant der medemensen op hem afstormde.
De duisternis waarin de ziel van het Licht moest vertoeven, was voor haar een onuitsprekelijke kwelling. Desondanks was ze vervuld van vurige liefde voor deze zondige mensheid en wilde ze die verlossen van zonde en dood. Al het duivelse drong zich wel aan de ziel van Jezus op, maar niets ervan bracht tot stand dat Jezus zelf in zonde viel. Hij hield stand tegen alle verzoekingen. Hij streed tegen Zijn tegenstander en ook tegen al het slechte geestelijke dat druk op Hem uitoefende.
Zijn liefde voor Zijn broeders die in nood waren, werd niet minder. En het lukte Hem ook de niet geestelijke substanties van Zijn lichaam te vergeestelijken, juist door de liefde die voortdurend toenam en de mens Jezus zo vervulde, dat de eeuwige Liefde zelf bezit van Hem nam.
Maar Die zou zich nooit in een zondige ziel hebben kunnen manifesteren, zonder dat deze vergaan zou zijn.
Waarom wilt u mensen dit woord niet laten gelden: "Hij zond Zijn Zoon naar de aarde"? Wat van Hem komt is volmaakt en dus lezen we: "Hij daalde af naar de aarde" en niet: "Hij klom op uit de diepte". Het duivelse omgaf weliswaar de ziel van Jezus in hoge mate, maar het kwam van buiten af op Zijn ziel toe, die dit echter weerstond en zich niet ten val liet brengen, wat de tegenstander van God beoogde.
Of het nu onrijpe geestelijke substanties waren die vanuit het lichaam druk op Hem uitoefenden, of dat het niet verloste wezens waren die zich als afgezanten van de satan aan Hem probeerden te hechten.
Zijn reine ziel bood weerstand en weerde het duivelse af, terwijl ze het onrijpe geestelijke van Zijn lichaam tot rijp worden bracht, zodat het als vergeestelijkt zich bij de ziel kon aansluiten toen Jezus Zijn werk van liefde had volbracht. Zodra de ziel het rijk der duisternis betrad, was ze ook aan de duivelse krachten blootgesteld. Doch zij bezweek niet voor hen. Integendeel, zij weerstond ze, omdat ze vervuld was van liefde en deze liefde gaf haar kracht om tot aan het einde toe vol te houden. Maar de liefde bracht de ziel mee van boven. Ze offerde haar liefde niet op, veeleer verbond ze zich steeds meer met de eeuwige Liefde en zo vond dus de vereniging plaats die einddoel moet zijn van ieder mens die over de aarde gaat. De mens Jezus heeft zich op aarde door Zijn grote liefde en Zijn overmatig lijden en smartelijk sterven vergoddelijkt.
Maar ook Hij moest worstelen om deze vergoddelijking te bereiken. Het is Hem niet gemakkelijker gevallen dan andere mensen. Want ook de mensen bezitten de goddelijke liefdesvonk en kunnen hem voortdurend voeden en helder laten opvlammen.
En daartoe kunnen ze vragen om de hulp van Jezus, terwijl Jezus steeds alleen kracht putte uit de liefde, maar deze Liefde was God zelf die zich in Hem borg. En God kon zich wederom alleen bergen in een wezen dat zonder zonden was. Hij zou nooit een ziel hebben kunnen betrekken, die - als gevallen - de opwaartse weg door de schepping was gegaan. Een ziel die eens van Hem was afgevallen en Zijn liefde afwees.
Want dit was immers de oer-schuld die alle gevallen wezens belastte en deze oer-schuld had tevoren teniet moeten worden gedaan, voordat er weer een vereniging met God mogelijk was.
Zou dus de ziel van de mens Jezus een gevallen ziel zijn geweest, dan was ze vóór de kruisdood ook niet verlost en dan zou God zelf nooit verblijf in haar hebben kunnen nemen.
Maar Hij was in Jezus, want Hij was de Liefde.
God zelf was mens geworden. Doch nooit zou anders de menswording van God - die echter het grootste mysterie is en blijven zal - mogelijk hebben kunnen zijn.
Een rein wezen moest het verzoeningswerk voor de oer-schuld der mensen volbrengen. Want een gevallen wezen stond zelf nog onder de heerschappij van de tegenstander van God en zou vanuit zichzelf nooit ofte nimmer de kracht hebben kunnen opbrengen om zich los te maken van de tegenstander, zijn gevangenbewaarder.
Thans kan de mens het, omdat Jezus Christus daarvoor aan het kruis is gestorven.
Een ziel van het licht moest de strijd aanbinden met de tegenstander. En Jezus heeft deze strijd doorstaan, omdat Zijn kracht de liefde was, omdat Hij verenigd met God zelf, de eeuwige Liefde, deze strijd heeft gevoerd en dus God zelf de mensen verlost heeft van zonde en dood.
U mensen moet daarover opheldering worden gegeven, want onjuiste opvattingen leiden ook tot onjuiste gevolgtrekkingen. Lucifer zou geen strijd hebben hoeven te voeren tegen Jezus, wanneer hij over Hem de heerschappij zou hebben bezeten.
En elke gevallen ziel staat nog onder de macht van de tegenstander, tot ze verlost is door Jezus Christus.
Nooit zou het een gevallen ziel zijn gelukt de tegenstander te overwinnen.
Maar het verlossingswerk was nog niet volbracht en daarom zou een worstelen van Jezus vruchteloos zijn geweest. Want een gevallen wezen dat zich eens had verweerd tegen de liefdeskracht van God, had van God uit wel een klein liefdesvonkje ontvangen, maar zou dit nooit tot een heldere gloed hebben kunnen laten opvlammen, omdat de tegenstander het verhinderd zou hebben en het wezen zelf te zwak was.
Begrijp het, u mensen, dat u in een vals denken verdwaalt wanneer u zich niet losmaakt van de opvatting dat de ziel van Jezus een deel was, dat eens was afgevallen van God.
U zou het probleem van de menswording van God door deze opvatting alleen nog onbegrijpelijker en meer dubieus maken.
En daarom moet u daarover steeds weer de zuivere waarheid worden voorgehouden. Want alleen de waarheid geeft u mensen een juist licht en de waarheid zal altijd alleen van God zelf uitgaan.
Amen
VertalerIl vous est toujours de nouveau donné l'Éclaircissement sur le fait que l'Âme de Jésus venait du monde de la Lumière sur la Terre, pour S’incorporer dans l'Homme Jésus pour une Mission qui demandait une Âme pure, parce que Dieu Lui-Même voulait prendre demeure dans cette Âme et Il pouvait le faire seulement dans une Âme pure sans péché. Il envoya Son Fils sur la Terre. Quelle Parole peut vous le confirmer encore plus clairement ? C’était une Âme non tombée, au contraire des âmes des hommes qui doivent parcourir le long chemin de développement à travers la Création et commencer leur incorporation comme homme dans un état très imparfait. Cela n'exclut pas cependant que l'Âme de Jésus devait indiciblement lutter et combattre contre tout le spirituel immonde qui l'opprimait de l'extérieur, parce que Son Corps était de la matière non mûre et à travers l'influence de l'adversaire l’Âme a été durement opprimée par ces substances non rachetées. Le Corps était attaqué par toutes les passions terrestres et exigeait l'accomplissement des instincts qui lui étaient encore attachés car ils appartenaient à des substances encore très immatures du Corps. L'Âme de Jésus vint sur la Terre totalement pure, mais d’innombrables entités non mûres s'accrochaient à Elle, et l'Âme ne devait pas les secouer, mais elle devait les adoucir et les porter au mûrissement. Même de l’extérieur le spirituel non mûr faisait rage contre l’Homme Jésus, l’environnement agissait sur Son Âme, de sorte que celle-ci avait à soutenir toutes les luttes intérieures qu’une âme tombée devaient soutenir, et donc il est injuste de dire que du fait de la perfection de Son Âme il a été plus facile à l'Homme Jésus d’accomplir cette Œuvre de Libération. Au contraire, Son Âme souffrait, parce qu'elle était pure et sans péché, elle souffrait encore davantage du fait de son environnement non mûr, Sa pure Âme était outre mesure sensible contre le péché, contre tout ce qui faisait rage contre Lui comme action de l'adversaire de Dieu de la part du prochain. L'obscurité dans laquelle l'Âme de Lumière devait demeurer, était pour Elle un tourment inexprimable, et elle était remplie d’un Amour ardent pour cette humanité et Elle voulait la racheter du péché et de la mort. Tout le luciférien se poussait vers l'Âme de Jésus, mais rien ne pouvait réussir à faire que Jésus tombe Lui-Même dans le péché. Il résista à toutes les tentations, Il combattit contre Son adversaire et contre tout le spirituel immonde qui l'opprimait. Son Amour ne diminuait pas envers Ses frères qui étaient dans la misère, et il réussit à spiritualiser les substances spirituelles immondes de Son Corps, justement à travers l'Amour qui augmentait constamment et comblait l'Homme Jésus tellement que l'Éternel Amour Même pris demeure en Lui, Lequel n'aurait cependant jamais pu Se manifester dans une âme non remplie d’amour sans que celle-ci disparaisse. Pourquoi vous les hommes ne voulez pas laisser valoir cette Parole : « Il envoya Son Fils sur la Terre. » ? Ce qui provient de Lui est parfait et donc il est dit : « Il descendit sur la Terre », et pas : « Il monta de l'abîme….» Le luciférien entoura certes vraiment beaucoup l'Âme de Jésus, mais il s'approcha de Son Âme de l'extérieur, cependant Il lui résista et ne se laissa pas porter à la chute, ce qui était l'intention de l'adversaire de Dieu. Que ce soit des substances spirituelles non mûres qui opprimaient le Corps, où que ce soit des êtres non rachetés qui cherchaient à s'accrocher à Lui comme envoyés de Satan, Sa pure Âme prêta résistance et repoussa le satanique, et ainsi Il portait le spirituel non mûr de son Corps au mûrissement, de sorte qu’il put s’unir spiritualisé avec l'Âme lorsque Jésus eut accompli Son Œuvre d'Amour. Dès que l'Âme entra dans le règne de l'obscurité, elle a été exposée aux forces lucifériennes, mais elle ne succomba pas à celles-ci, mais elle leur résista, parce qu'elle était pleine d'Amour et cet Amour lui donna la Force de tenir bon jusqu'à la fin. L'âme cependant porta l'Amour d'en haut, l’Amour ne la laissa pas, mais elle s'unit toujours davantage avec l'Éternel Amour, donc il se déroula l'unification qui doit être le but final de chaque homme qui passe sur la Terre. L'Homme Jésus s'est déifié sur la Terre par Son grand Amour et Sa souffrance démesurée et sa mort atroce. Mais Lui-même devait lutter pour atteindre cette Divinisation, pour Lui cela n'était pas plus facile que pour tout autre homme, parce que les hommes possèdent une étincelle divine d'amour et ils peuvent la nourrir constamment et la faire éclater clairement. Pour cela ils peuvent demander l'Aide de Jésus, alors que Jésus puisait la Force toujours seulement de l'Amour, cet Amour cependant Etait Dieu Lui-Même qui se cachait en Lui. Or Dieu pouvait se cacher seulement dans un être sans péché, il n'aurait jamais pu entrer dans une âme qui, depuis l’abime, avait parcouru la voie vers le Haut à travers la Création, une âme, qui autrefois « était tombée » de Lui et avait refusé Son Amour, parce que justement cela était la faute primordiale qui pesait sur tous les êtres tombés, et cette faute d’Ur aurait dû être éteinte avant que soit possible de nouveau une union avec Dieu. Si l'Âme de l'Homme Jésus avait été une âme « tombée », alors avant la mort sur la Croix elle n'était pas rachetée, et alors Dieu Lui-Même n'aurait jamais pu prendre demeure en elle. Mais Il Était en Jésus, parce qu'Il Était l'Amour. Dieu Lui-Même Était devenu Homme. Mais la Venue en tant qu’Homme de Dieu n’aurait jamais pu être possible, alors qu’elle est et restera le plus grand Mystère. Un Être pur devait accomplir l'Œuvre d'Expiation pour la faute primordiale des hommes, parce qu'un être tombé aurait été lui-même encore sous la domination de l'adversaire de Dieu et tout seul il n'aurait jamais pu avoir la force de se détacher de l’adversaire, de son geôlier. Maintenant l'homme peut le faire, parce que pour cela Jésus-Christ est mort sur la Croix. Une Âme de Lumière devait combattre contre l'adversaire, et Jésus a soutenu cette lutte, parce que Sa Force Était l'Amour, parce que Lui-Même menait cette lutte uni avec Dieu Lui-Même, l'Éternel Amour, et donc Dieu Lui-Même a racheté les hommes du péché et de la mort. Sur cela il doit être donné un éclaircissement à vous les hommes, parce que des opinions erronées amènent aussi à des conclusions erronées. Lucifer n'aurait eu à mener aucune lutte contre Jésus s'il avait possédé la domination sur Lui. Chaque âme tombée se trouve sous le pouvoir de l'adversaire, tant qu’elle n’est pas rachetée par Jésus Christ. Une âme tombée n'aurait jamais réussi à vaincre l'adversaire. L'Œuvre de Libération cependant n'était pas encore accomplie, une lutte de Jésus aurait donc été sans résultat, parce qu'un être tombé qui autrefois s’est opposé contre la Force d'amour de Dieu, avait certes reçu de Dieu une petite étincelle d'amour, mais celle-ci n'aurait jamais pu éclater dans une claire ardeur, parce qu'adversaire l'en aurait empêché et l'être lui-même était trop faible. Comprenez, vous les hommes, que vous vous égarez dans des pensées erronées si vous ne vous libérez pas de cette opinion que l'Âme de Jésus est une part luciférienne, donc autrefois tombée de Dieu. Vous rendriez ce problème de la Venue en tant qu’Homme de Dieu encore plus incompréhensible et incertaine à travers ce point de vue. Donc il doit toujours de nouveau vous être soumis la pure Vérité, parce que seulement la Vérité fournit aux hommes une vraie Lumière, et la Vérité procédera toujours de Dieu Lui-Même.
Amen
Vertaler