Alle dingen te scheppen in een ogenblik is voor Mij mogelijk, want er is maar een gedachte nodig om ze door mijn wil en mijn kracht te laten ontstaan. Ik kan dus scheppen in een ogenblik en heb daarvoor geen tijd nodig. Werk Ik echter zo dat de mensen het kunnen zien, wat elk scheppingswerk om u heen bewijst, dan gaat alles volgens de wettelijke ordening, opdat u mensen ook het verloop van de scheppingen zult kunnen volgen en daarin mijn liefde, wijsheid en macht zult kunnen herkennen. Want Ik heb in u dezelfde bekwaamheid gelegd, al is het in minimale mate, dat ook u zult kunnen scheppen en vormgeven, en daartoe ook een spanne tijds nodig hebt, daar voor u, in de staat van onvolmaaktheid waarin u mensen op aarde zich nog bevindt, ook de wet van tijd en ruimte nog bestaat. Deze wet valt alleen weg voor het volmaakte wezen, omdat er dan geen begrenzing meer is, wat zowel tijd als ruimte betreft. Mijn besturen en werken is altijd aangepast aan de staat van rijpheid van het bestaande dat dit besturen en werken mag ondervinden. Dit sluit echter niet uit dat Ik over onbegrensde macht beschik om alle dingen in een ogenblik te scheppen, want Ik heb geen tijd nodig, Ik sta buiten de wet van tijd of ruimte.
Toen nu het ontstaan van de scheppingen plaatsvond, had Ik ook tijdens het ontstaan al een doel voor ogen, namelijk het gevallen geestelijke de mogelijkheid te geven om langzaam rijp te worden, om langzaam weer de weg uit de diepte af te leggen en het steeds weer nieuwe mogelijkheden te verschaffen waarin het op de een of andere wijze dienstbaar kon zijn. Het wordingsplan van elke schepping werd dus steeds bestuurd door mijn wil, zodat op die manier steeds grotere scheppingen tevoorschijn zouden komen voor steeds weer nieuwe doeleinden, zodat een langzame opwaartse ontwikkeling plaatsvond. En daarom had het ontstaan van de schepping een bepaalde tijd nodig, want juist de tijd moest deze opwaartse ontwikkeling teweegbrengen. Want eindeloos diep is de val geweest en dezelfde afstand moet weer afgelegd worden opdat alles weer volgens de wettelijke orde verloopt, wat de voorwaarde is voor alle vervolmaking.
Wordt nu echter aan het einde van een verlossingsperiode een scheppingswerk volgens mijn wil totaal veranderd om weer nieuwe mogelijkheden tot opwaartse ontwikkeling te verschaffen, dan kunnen ook weer scheppingswerken ontstaan die in een ogenblik door Mij in het leven geroepen worden. Want ook dat is in mijn heilsplan van eeuwigheid voorzien, zonder daarmee de wet van de ordening te overtreden. Want het geestelijke dat zich op de terugweg bevindt, is in alle graden van rijpheid aanwezig, juist door de eindeloos lange weg van ontwikkeling tevoren op de oude aarde.
Alles is aanwezig en wordt alleen omgevormd, hetzij in de harde materie of ook in de reeds zachtere vormen van de planten- en dierenwereld. Door de geweldige verwoesting wordt alles vrij, maar kan toch niet in zijn nog onrijpe toestand in vrijheid gelaten blijven. Het moet opnieuw in materiële vormen ingelijfd worden, die weer met de bestaande graad van rijpheid overeenstemmen. En steeds weer zal ook de tot nu toe verharde geestelijke substantie de ontwikkelingsweg kunnen beginnen in het binnenste van de aarde, dat ook totaal in opstand komt en geestelijke substanties vrijgeeft en daardoor dat verharde geestelijke ruimte verschaft, als in dit geval al van ruimte gesproken kan worden. Maar alle scheppingswerken zijn als het ware voorhanden voor het opnemen van het tot in het diepst gevallen geestelijke dat zijn ontwikkelingsweg begint. Maar deze geestelijke substanties hebben weer een eeuwig lange tijd nodig, tot ze eenmaal aan het aardoppervlak komen om hun ontwikkeling te kunnen voortzetten.
En al is het omvormingswerk op deze aarde het werk van een ogenblik, toch gaat alles zijn gang volgens de wettelijke ordening. En omdat zulk werk van een ogenblik niet voor de ogen van de mensen kan plaatsvinden, omdat zij de hoogste graad van voleinding nog niet bereikt hebben om zulk een verandering door mijn macht en kracht te kunnen begrijpen, worden de mensen die Mij trouw blijven op het einde weggenomen. Zij beleven wel het vernietigingswerk, waar Ik hen de ogen voor zal openen, maar zij zien niet het ontstaan van de nieuwe aarde. Elk tijdsbegrip is hun ontnomen tot zij op de nieuwe aarde geplaatst worden, tot zij de volbrachte nieuwe schepping in alle heerlijkheid kunnen aanschouwen en in bezit mogen nemen. Het is ook onbelangrijk in welk tempo de nieuwe aarde is ontstaan. Maar omdat Ik aan u mensen mijn heilsplan van eeuwigheid bekend maak, laat Ik u ook weten dat het Mij geen tijd kost. Want mijn wil kan elke gedachte van Mij op hetzelfde moment verwezenlijken, en mijn liefde en wijsheid ziet ook wat goed en geschikt is voor de uiteindelijke terugkeer van het geestelijke dat eens in vrije wil van Mij is afgevallen.
Er zal altijd slechts een klein deel van de mensen geestelijk ontwaakt zijn om mijn uitleg te kunnen begrijpen. Maar dezen wil Ik ook opheldering schenken over de scheppingsgeheimen, om hun liefde tot Mij steeds vuriger te doen ontvlammen. Want juist mijn heilsplan van eeuwigheid is het meest verheugende voor alle wezens, want daarin wordt mijn liefde, wijsheid en macht geopenbaard. En wie deze kennis al op aarde verkrijgt is waarlijk zalig te noemen, want hij staat kort voor zijn voleinding. Hij staat kort voor zijn uiteindelijke terugkeer tot Mij, zijn God en Schepper van eeuwigheid die zich aan hem als Vader heeft geopenbaard en wiens liefde oneindig is.
Amen
VertalerAlle Dinge zu erschaffen sind für Mich in einem Augenblick möglich, denn es genügt ein Gedanke, den Mein Wille und Meine Kraft hinausstellt als Werk.... So kann Ich also erschaffen im Moment und brauche dazu keine Zeit.... Wirke Ich jedoch vor den Augen der Menschen.... was jegliches Schöpfungswerk um euch beweiset.... so geht alles im Rahmen der gesetzmäßigen Ordnung vor sich, auf daß ihr Menschen auch die Schöpfungsvorgänge verfolgen könnet und daraus auch Meine Liebe, Weisheit und Macht zu erkennen vermöget.... Denn Ich habe in euch selbst die gleiche Fähigkeit.... wenn auch in minimalstem Maße.... gelegt, daß auch ihr schaffen und gestalten könnet und dazu auch eine gewisse Zeitspanne benötigt, weil im Zustand der Unvollkommenheit, in dem ihr Menschen euch auf Erden noch befindet, auch das Zeit- und Raumgesetz für euch besteht, das nur für das vollkommene Wesen wegfällt, weil es dann keine Begrenzung mehr gibt, sowohl zeitlich als auch räumlich.... Immer ist Mein Walten und Wirken angepaßt dem Reifezustand des Wesenhaften, das dieses Walten und Wirken an sich erfahren darf.... was aber nicht ausschaltet, daß Mir unbegrenzte Macht zur Verfügung steht, alles aus Mir herauszustellen im Augenblick, weil Ich keiner Zeit bedarf, denn Ich stehe außerhalb des Gesetzes von Zeit und Raum. Als nun das Entstehen der Schöpfung vor sich ging, verfolgte Ich auch schon mit dem Entstehen einen Zweck: dem gefallenen Geistigen die Möglichkeit zu geben, langsam auszureifen, langsam den Weg aus der Tiefe wieder zurückzulegen, ihm immer neue Gelegenheiten zu schaffen, wo es in irgendeiner Weise dienen konnte.... Es war also der Entstehungsplan jeglicher Schöpfung immer von Meinem Willen geleitet, daß stets größere Schöpfungen zutage traten mit immer neuer Zweckbestimmung.... so daß eine langsame Aufwärtsentwicklung stattfand.... Und es benötigte daher dieses Erstehen der Schöpfung eine gewisse Zeit, denn gerade die Zeit sollte die Entwicklung zur Höhe zuwege bringen.... Denn endlos tief ist der Fall gewesen, und es muß die gleiche Strecke zurückgelegt werden, auf daß sich alles in gesetzlicher Ordnung bewegt, die alles Vollkommene verlangt. Wird nun aber am Ende einer Erlösungsperiode ein Schöpfungswerk in Meinem Willen umgewandelt, um wieder neue Möglichkeiten zur Aufwärtsentwicklung zu schaffen, so können auch wieder Schöpfungswerke entstehen, die in einem Augenblick von Mir ins Leben gerufen werden.... Denn es ist auch dieses vorgesehen in Meinem Heilsplan von Ewigkeit, ohne dabei das Gesetz ewiger Ordnung umzustoßen.... weil das auf dem Wege der Rückkehr begriffene Geistige in allen Reifegraden vorhanden ist eben durch den endlos langen Gang der Entwicklung des Geistigen zuvor auf der alten Erde.... Alles ist vorhanden und wird nur umgeformt, sei es die harte Materie oder auch die schon leichtere Form in der Pflanzen- und Tierwelt.... Durch die gewaltige Zerstörung wird alles frei, kann aber nicht in seinem noch unreifen Zustand in der Freiheit belassen bleiben, sondern es muß erneut in materieller Form eingezeugt werden, die wieder seinem bisherigen Reifezustand entspricht.... Und immer wieder wird auch noch bisher verhärtete geistige Substanz den Entwicklungsweg beginnen können im Innersten der Erde, das auch in völligen Aufruhr gerät und Geistiges freigibt und somit wieder jenem Geistigen Raum schafft.... wenn in diesem Fall überhaupt von Raum gesprochen werden kann.... Aber es sind gleichsam alle Schöpfungswerke vorhanden zur Aufnahme des zutiefst gefallenen Geistigen, das seinen Entwicklungsweg beginnt. Benötigt doch dieses Geistige wieder ewige Zeiten, bis es einmal an die Erdoberfläche gelangt, um aufwärtsschreiten zu können.... Wenn also das Umgestaltungswerk auf dieser Erde ein Augenblickswerk ist, so geht doch alles seinen Gang in gesetzlicher Ordnung.... Und weil ein solches Augenblickswerk vor den Augen der Menschen nicht stattfinden kann, weil diese noch nicht den höchsten Grad der Vollendung erreicht haben, um eine solche Äußerung Meiner Macht und Kraft fassen zu können, werden die Mir getreuen Menschen am Ende entrückt.... Sie erleben wohl das Zerstörungswerk, weil Ich ihnen dafür das Gesicht erschließe, aber sie sehen nicht die Entstehung der neuen Erde.... Jeglicher Zeitbegriff ist ihnen genommen, bis sie der neuen Erde zugeführt werden, bis sie die vollendete Neuschöpfung in aller Herrlichkeit erschauen und sie in Besitz nehmen dürfen.... Und es ist auch belanglos, in welcher Zeit die neue Erde erstanden ist, doch da Ich euch Menschen einführe in Meinen Heilsplan von Ewigkeit, gebe Ich euch auch davon Kenntnis, daß es für Mich keiner Zeit bedarf, denn Mein Wille kann einen jeden Gedanken von Mir im Moment herausstellen als Werk, und Meine Liebe und Weisheit erkennt auch, was gut ist und geeignet zur endgültigen Rückkehr des Geistigen, das einst von Mir im freien Willen abgefallen ist.... Es wird immer nur ein kleiner Teil der Menschen erweckten Geistes sein und diese Meine Erläuterung zu fassen vermögen, doch diesen will Ich auch ein Licht schenken über die Schöpfungsgeheimnisse, um ihre Liebe zu Mir immer heißer aufflammen zu lassen, denn gerade Mein Heilsplan von Ewigkeit ist das Beglückendste für alle Wesen, denn es gibt sich darin Meine Liebe, Weisheit und Macht kund, und wer diese Erkenntnis schon gewinnt auf Erden, der ist wahrlich selig zu nennen, denn er steht kurz vor seiner Vollendung, er steht kurz vor seiner endgültigen Rückkehr zu Mir, seinem Gott und Schöpfer von Ewigkeit, Der Sich ihm als Vater offenbart hat und Dessen Liebe unendlich ist....
Amen
Vertaler