• Terug

De ziel is Onvergankelijk Toestand van het ik-bewustzijn

Denk eraan dat er voor u geen vergaan meer bestaat, dat u blijft bestaan tot in alle eeuwigheid. En deze gedachte zal u gelukkig maken, wanneer u weet dat u tot in alle eeuwigheid gelukzalig zult zijn, ofschoon u zich van deze gelukzaligheid geen voorstelling zal kunnen maken. Maar het kan ook een onverdraaglijke gedachte voor u zijn, wanneer u in 'n ellendige toestand, hieraan geen einde zult hebben te verwachten, omdat u onvergankelijk bent.

Dat u bestaat en uzelf nu ook uw lot gestalte geeft, is een waarheid die niet bestreden kan worden - en wanneer u ook daar geen bewijs van zult kunnen leveren, zo zult u ook het tegendeel niet kunnen bewijzen en daarom moet u ook de mogelijkheid overwegen en daaraan beantwoordend dus zelf uw lot vorm geven. U moet u in geen geval vleien met de hoop, dat met de dood van uw lichaam alles is afgelopen, dat u dan in een niets terugkeert, want zodra u eens door MIJ als wezenlijke kracht bent uitgestraald, kan deze kracht ook niet meer vergaan. Maar eens keert ze weer naar MIJ als de Oerbron terug. En daarom kan ook de ellendige toestand, wanneer u die voor uzelf bereidt, niet eeuwig duren maar moet hij onherroepelijk eens weer omslaan in het tegendeel. Maar het is niet zonder belang hoe lang het wezen zich in deze ellendige toestand bevindt, want het wezen is niet gevoelloos. Het is in vrijheid, licht en kracht eens buiten MIJ geplaatst, wat dus gelukzaligheid betekent.

De ellendige toestand is kluistering, duisternis en onmacht en dus een toestand van onuitsprekelijke kwelling, die het wezen zelf niet meer kan veranderen wanneer het geen hulp wordt verleend. Maar Mijn eindeloze Liefde behoort ook toe aan die wezens en Ze ontfermt zich over al die ongelukkigen. Ze vindt ook steeds weer middelen en wegen de kluistering van de wezens te verzachten en hun licht en kracht te laten toestralen, die het wezen uit de diepste duisternis omhoog helpen, zodat eens weer de mogelijkheid bestaat zichzelf ook te zien als dat wat het is en het dan vrijwillig de weg omhoog kan voortzetten die het met Mijn hulp is ingeslagen.

En al gaan er eeuwigheden overheen, het wezen blijft echter bestaan, zelfs wanneer het, opgelost in ontelbare zielepartikeltjes in de scheppingswerken is gebonden. Maar er gaat geen partikeltje verloren, ze komen alle weer bijeen en gaan eens weer in de toestand van het ik-bewustzijn binnen, dat ze verloren hadden door eigen schuld. Dus betekent het ontbreken van het ik-bewustzijn niet een vergaan in een niets, maar het is slechts een tijdelijke toestand van totale krachteloosheid en geheel zonder licht, die ook 'n besef van zichzelf als wezen uitsluit. Voor u, mensen is het nu heel zeker troostvol dat ook u die nog helemaal weerspannig tegen MIJ bent, eens weer met MIJ verenigd zult zijn en de hoogste gelukzaligheid zult kunnen genieten.

Maar deze zekerheid mag u, mensen niet louw in uw streven of onverschillig en zonder verantwoordelijkheid tegenover het aardse leven laten worden, want de tijden die u van MIJ verwijderd bent, zijn voor u eeuwigheden, waarin u uzelf vervloekt, waarin u een lot zult moeten dragen, dat u niet zwart genoeg geschilderd kan worden en u, als mens niet zult kunnen overzien in al zijn kwellingen. Maar u zou alle waarschuwingen en vermaningen moeten aannemen en niet elke gedachte daaraan afwijzen, want juist in de tijd van uw mens-zijn is het mogelijk te streven naar de diepste vereniging met MIJ, die de hoogste gelukzaligheid waarborgt tot in alle eeuwigheid. En het is waarlijk niet veel wat u zelf hoeft te doen, want IK verlang alleen van u een leven waarin u onbaatzuchtig werkzaam bent in de liefde. En wanneer u de wil hebt dichter bij MIJ te komen, zult u ook de kracht ontvangen om in liefde te werken.

Dus moet u alleen uw wil juist richten, hij moet naar MIJ als uw Schepper zijn gewend en u moet alleen maar willen het doel van uw aardse leven in te zien en dit te vervullen. En u hoeft dan nooit meer te vrezen nog verder in zo'n ellendige toestand te moeten doorbrengen, want Mijn Liefde, Die u toebehoort tot in alle eeuwigheid, wil u alleen maar gelukzaligheden bereiden en u moet daarom alleen uw vroegere weerstand opgeven, die niet met geweld kan worden gebroken.

U moet, wat u aan leerstellingen over uw onsterfelijkheid wordt verteld, geloven, ook zonder bewijs en dan zult u ook bewust streven naar een gelukzalig leven en weer worden wat u was in het allereerste begin - wezens die in licht en kracht en vrijheid onmetelijk gelukkig zijn.

Amen

Die Seele ist unvergänglich.... Zustand des Ichbewußtseins....

Bedenket, daß es für euch kein Vergehen mehr gibt, daß ihr bestehenbleibet bis in alle Ewigkeit.... Und es wird euch dieser Gedanke beglücken, wenn ihr wisset, daß ihr bis in alle Ewigkeit selig sein werdet, wenngleich ihr euch von dieser Seligkeit keine Vorstellung machen könnet.... Es kann aber auch ein unerträglicher Gedanke für euch sein, wenn ihr in Unseligkeit kein Ende dieses Zustandes zu erwarten hättet, weil ihr unvergänglich seid.... Daß ihr besteht und euch nun auch euer Los gestaltet, ist eine Wahrheit, die nicht gestritten werden kann.... und wenn ihr auch davon keine Beweise erbringen könnet, so werdet ihr auch nicht das Gegenteil beweisen können, und darum sollet ihr auch die Möglichkeit erwägen und entsprechend also selbst euch euer Los gestalten. Ihr sollet euch keinesfalls der Hoffnung hingeben, daß mit eurem Leibestode alles aus ist, daß ihr dann in ein Nichts zurückkehret, denn sowie ihr einmal von Mir als wesenhafte Kraft ausgestrahlt seid, kann diese Kraft auch nicht mehr vergehen.... Aber einmal kehret sie wieder zu Mir als dem Urquell zurück.... Und darum kann auch der unselige Zustand.... wenn ihr ihn euch selbst bereitet.... nicht ewig dauern, sondern er muß unwiderruflich einmal sich wieder wandeln zum Gegenteil.... Es ist aber nicht belanglos, wie lange sich das Wesen in dieser Unseligkeit befindet, denn das Wesen ist nicht empfindungslos. Es ist in Freiheit, Licht und Kraft einst hinausgestellt worden, was also Seligkeit bedeutet.... Der Zustand der Unseligkeit ist Fesselung, Finsternis und Ohnmacht und also ein Zustand unsäglicher Qual, den das Wesen selbst nicht mehr ändern kann, wenn ihm keine Hilfe gewährt wird. Meine endlose Liebe aber gehört auch jenen Wesen, und sie erbarmt sich alles Unglückseligen. Sie findet auch immer wieder Mittel und Wege, die Fesselung der Wesen zu lockern und ihnen Licht- und Kraftfunken zustrahlen zu lassen, die dem Wesen aus der tiefsten Finsternis emporhelfen, so daß einmal wieder die Möglichkeit besteht, sich selbst auch zu erkennen als das, was es ist, und es dann freiwillig den Weg zur Höhe fortsetzen kann, den es mit Meiner Hilfe eingeschlagen hat. Und ob Ewigkeiten darüber vergehen, das Wesen bleibt aber existent, selbst wenn es aufgelöst in unzählige Partikelchen in den Schöpfungswerken gebunden ist.... Doch kein Partikelchen geht verloren, alle sammeln sich wieder und treten einmal wieder in den Zustand des Ichbewußtseins ein, das sie verloren hatten aus eigener Schuld.... Also das Fehlen des Ichbewußtseins bedeutet nicht ein Vergehen in ein Nichts.... sondern es ist nur ein zeitweiliger Zustand völliger Kraft- und Lichtlosigkeit, der auch jedes Erkennen seiner selbst als Wesen ausschließt.... Es ist nun ganz gewiß für euch Menschen trostreich, daß auch ihr, die ihr noch völlig Mir widersetzlich seid, einmal mit Mir wieder vereinigt sein werdet und höchste Seligkeit genießen könnet.... Doch diese Gewißheit soll euch nicht lau in eurem Streben oder gleichgültig und verantwortungslos dem Erdenleben gegenüber werden lassen, denn die Zeiten der Entfernung von Mir sind für euch Ewigkeiten, in denen ihr euch selbst verdammet, in denen ihr ein Los ertragen müsset, das euch nicht schwarz genug geschildert werden kann und das ihr als Mensch nicht ermessen könnet in seiner Qual. Aber ihr solltet alle Warnungen und Mahnungen annehmen und nicht leichtfertig jeden Gedanken daran zurückweisen, denn gerade in der Zeit eures Mensch-Seins ist es euch möglich, die letzte Vereinigung mit Mir anzustreben, die höchste Seligkeit gewährleistet bis in alle Ewigkeit.... Und es ist wahrlich nicht viel, was ihr selbst zu tun brauchet, denn Ich verlange nur von euch ein Leben in uneigennütziger Liebetätigkeit.... Und wenn ihr des Willens seid, Mir nahezukommen, werdet ihr auch die Kraft empfangen, in Liebe zu wirken.... Also sollet ihr nur euren Willen recht richten, er soll Mir als eurem Schöpfer zugewendet sein, ihr sollet nur wollen, euren Erdenlebenszweck zu erkennen und ihn zu erfüllen.... Und ihr brauchet dann nimmermehr zu fürchten, noch weiterhin in Unseligkeit zubringen zu müssen, denn Meine Liebe, die euch gehöret bis in alle Ewigkeit, will euch nur Seligkeit bereiten, und ihr sollet daher nur euren einstigen Widerstand aufgeben, der nicht gewaltsam gebrochen werden kann.... Ihr sollet.... was euch an Lehren über eure Unsterblichkeit zugetragen wird.... glauben, auch ohne Beweis, und dann werdet ihr auch bewußt ein seliges Leben anstreben und wieder werden, was ihr waret im Anbeginn.... Wesen, die im Licht und Kraft und Freiheit unermeßlich selig sind....

Amen