IK ben steeds bereid u een antwoord te geven als een geestelijke vraag u bezighoudt. Want u, die de waarheid die uit MIJ komt, moet verbreiden - moet ook zelf in de waarheid wandelen. U moet in staat zijn de waarheid van de dwaling te onderscheiden. En daarom moet er voor u een licht ontstoken worden daar, waar het in uw geest nog donker is, waar onduidelijkheid heerst. Want dit moet u goed onthouden, dat een verkeerde leer altijd weer nieuwe dwalingen tot gevolg heeft.
Over de houding van u mensen tot Maria, de aardse Moeder van Mijn lichaam, zijn u steeds weer uitleggingen gegeven in die zin dat Zij wel het vererenswaardigste wezen in Mijn rijk van het licht genoemd kan worden aan wie u mensen ook uw liefde mag schenken, maar altijd met het voorbehoud dat u er aan denkt dat Zij zich wel in Mijn rijk bevindt, maar dat Zij zich daar alleen als "kind van GOD" bevindt, terwijl IKZelf daar als GOD en Schepper, als VADER, als Oerbron van licht en kracht, als hoogste en volmaaktste GEEST in de oneindigheid, heers. Zij is dus Mijn schepsel - als kind tot MIJ teruggekeerd, terwijl IK de Schepper Zelf ben en daarom van u die onbegrensde liefde zou willen ervaren - die u MIJ ook zult schenken, als u geheel Mijn Wil aanvaard hebt en nu uit heel uw hart naar de vereniging met MIJ verlangt.
Deze onbeperkte liefde van u wil IK bezitten. En alle wezens in Mijn lichtrijk die MIJ evenzo innig liefhebben, zullen zich steeds alleen inspannnen zo op de mensen in te werken dat dezen zich tot MIJ keren. Nooit echter zullen zij er toe bijdragen dat de liefde van de mensen een ander doel nastreeft dan MIJ, wat echter wel gebeurt als een lichtwezen een bijzondere verering van de kant van de mensen geniet die echter alleen naar MIJ moet uitgaan.
Daarom zal een lichtwezen zich nooit op zo'n wijze aan de mensen openbaren dat dit aanleiding geeft tot een verering van hemzelf. Want zo'n verschijning zou altijd slechts een verkeerde leer bekrachtigen, net als die van de verering van de Moeder GOD's, Maria, zoals deze bij de mensen ingang heeft gevonden. IKZelf en ook geen lichtwezen zal ooit door zulke verschijningen zoiets in de hand werken - en daarmee dwaalleren begunstigen.
En omdat alle lichtwezens geheel Mijn Wil aanvaard hebben en ze ook zelf alles afweten van de schade die zulke dwaalleren de zielen van de mensen berokkenen, zal er ook nooit van de kant van de lichtwezens zo'n poging worden ondernomen. Wel echter bedient Mijn tegenstander zich juist van zo'n geloof dat op de verkeerde weg is geraakt, en hij tracht dit te staven met verschijningen waarvan hijzelfde veroorzaker is. Want zodra het hem gelukt de aandacht van de mensen steeds meer op "vreemde goden" naast MIJ te richten, verdringt hij MIJZELF, IK DIE toch het enige doel van het verlangen van de mensen wil zijn. Mijn tegenstander probeert steeds weer door list en bedrog de gedachten van de mensen alleen maar op dwaalwegen te leiden. En begrijpelijkerwijs kan hij daar het beste werken, waar door verkeerde leren de grond reeds gereed werd gemaakt voor de opname van zijn giftig zaaigoed.
Steeds weer openbaart zich Mijn Liefde en Wijsheid aan de mensen door het toezenden van Mijn Woord, opdat zij met de waarheid bekend worden gemaakt. En zo moet u ook op de hoogte zijn van de activiteit van Mijn tegenstander, die door aankondigingen van gebeurtenissen die hij al heel goed kent, het geloof van de mensen tracht te winnen. En omdat IKZelf niet rechtstreeks kan inwerken op die mensen die op zijn fundament gebouwd hebben, doet hij het bij hen des te meer en wel door begoochelingen. Maar de mensen beseffen niet dat deze verschijningen misleidingen van Mijn tegenstander zijn, die er zelfs niet voor terugschrikt onder de gedaante van het hoogste lichtwezen op te treden - omdat hij onder dit masker heel veel mensen kan bereiken.
Dat ook geestelijk volmaakte mensenzielen in bijzondere gevallen het tweede gezicht kunnen hebben wordt daarmee niet bestreden. Maar zodra het om het overbrengen gaat van dat wat voor de mensen van Mijn kant voor het heil van hun zielen gedaan zal worden, geschiedt dat op de manier van een directe openbaring door de GEEST. En die openbaring gaat dan gepaard met de opdracht de mensen deze openbaring te verkondigen, en ze niet geheim te houden. Nooit echter worden zulke openbaringen door middel van onmondige kinderen gegeven en dan nog met het verbod er over te praten. En reeds daaruit moesten de mensen al opmaken wie de veroorzaker van zulke verschijningen is.
In de tijd van het einde heeft Mijn tegenstander grote macht, en die benut hij waarlijk goed. En waar reeds dwaling is, daar zullen ook zijn activiteiten wortel schieten en zal daardoor de dwaling steeds meer versterkt worden. En dat er dwaling aan u mensen wordt aangeboden volgt al daaruit, dat er steeds weer dàt lichtwezen op de voorgrond wordt geplaatst, terwijl het alleen zijn invloed zou moeten aanwenden om de mensen alleen tot MIJ, als de goddelijke Verlosser, te leiden, omdat het weet in welke boeien zij smachten en dat zij alleen verlossing kunnen vinden door MIJ in JEZUS CHRISTUS. Zulke verschijningen hebben echter steeds tot gevolg, dat de verering van Mijn lichamelijke Moeder 'n ongewone opleving ondergaat - wat echter alleen de wens van Mijn tegenstander is, opdat de mensen zich vreemde goden scheppen om die te aanbidden.
Er is een uitgebreid stelsel van leugens opgebouwd waarvan de muren steeds meer versterkt worden, dat echter alleen door de zuivere waarheid, die uit MIJ naar de aarde wordt gezonden, kan worden vernietigd. En wie nu in de waarheid wenst te wandelen, die zal ook alles duidelijk inzien en in staat zijn de leugen van de waarheid te onderscheiden. Hij zal van nu af aan MIJZelf aanroepen om opheldering en IK zal hem waarlijk de waarheid niet onthouden.
Amen
VertalerTodas las preguntas espirituales os serán respuestas, porque ellas contribuyen a la aclaración, donde debe ser diferenciada la Verdad del error. Mas siempre bajo la previa condición de que os importe la pura Verdad, porque en cuanto predomine en vosotros el deseo de ser corroborados en vuestro parecer, no sois todavía susceptibles para la pura Verdad. Tenéis que pedirme por la pura Verdad y querer recibir la respuesta.
La madre de Mi cuerpo terrenal fue desde la eternidad designada para ser la madre del Salvador de los hombres. Ella era un alma de Luz, que se encarnó en la tierra con motivo de una alta misión , por lo que podía ser llamada pura y perfecta en comparación a sus hermanas terrenas. Pero a pesar de eso tenía que recorrer una vida muy difícil, para alcanzar la meta más alta: La plena fusión Conmigo.
Con el cumplimiento de su misión adquirió también el derecho de ser el ser más santo en Mi Reino espiritual. Pues debido a su vía dolorosa que en la tierra tenía que recorrer, llegó a convertirse en Mi imágen. A causa de su amor por Mí, fue puesta en tal estado de sufrimiento, que espiritualizó su cuerpo también. Y de ese modo llegó a ser el prototipo ejemplar resplandeciente de una madre, que portó el sufrimiento más profundo por su Hijo. Sin embargo, no es Mi Voluntad la adoración divina que le rendís por parte de los hombres. Pues si bien ha sido la madre de Mi cuerpo terrenal, es, sin embargo, sólo también una figura de luz, que llena de amor y sabiduría, quisiera ayudaros a vosotros hombres a llegar a la luz y bienaventuranza.
Pero en Mi Reino sólo se puede alcanzar la bienaventuranza en la unión Conmigo. Pero la asociación Conmigo encuentra sólo un alma mediante la consciente aspiración y entrañable unión Conmigo. De modo que tengo que ser Yo el único que llene el pensamiento de ese que quiere ser bienavenutado, come el único digno de anhelo. Tiene que tratar de buscar la unión Conmigo en la libre voluntad, sin ser influído por Fuerzas espirituales, porque, si a esas fuerzas se les permitiera, todo hombre notaría su influencia, puesto que su amor es hacia los hombres demasiado grande, a los que quisieran ayudar.
Mas el alma en libre voluntad apostató de Mí, y por eso tiene que regresar a Mí en la libre voluntad. Toda influencia por parte de los seres de luz sería una limitación de la libre voluntad. El acto de la libre voluntad es el estímulo de modo propio o espontáneo de dirigir a Mí y orientar a Mí su voluntad, la cual se manifiesta en la consciente comunicación Conmigo, y esa ambición la apoyarán de todas las maneras los seres de luz.
Toda clase de culto o adoración a un ser de luz es voluntad errónea y mal dirigida. Todos los seres de luz están en cariñosa unión Conmigo, y me honran y ensalzan siempre e incesantemente, mas no quieren aceptar jamás una alabanza de los hombres, porque reconocen en Mí el Ser mas digno de alabanza y adoración. Además en su humilde amor hacia Mí, rechazan toda honra de sí, puesto que ésta sienten, que únicamente me corresoponde a Mí. Quien se da cuenta ahora de la verdadera relación de los seres de luz hacia Mí, cuyo amor está inflamado en el ardor más ferviente y luminoso, le será comprensible qué fuera de lugar son los pensamientos de los hombres al tributar tal adoración a Mi madre corporal, como es, pues, el caso. Y comprenderán ahora también, que no puede ser Mi Voluntad, porque de ese modo, así como hacen, los hombres, crean en cierto modo a un 'segundo Dios' a quien le tributan adoración y honra, las cuales no quiere admitir, porque el hombre debe sólo tratar de establecer la relación y el contacto Conmigo, para llegar ya en la tierra a la meta.
En Mi Reino de Luz puede ella ser llamada como el ser más digno de veneración, a quien debéis darle vuestro amor también, sin embargo siempre con la restricción, de que penséis, que a causa de su alta madurez espiritual, es cierto que se encuentra en Mi Reino, pero que allí permanece como un 'hijo de Dios', mientras que Yo Mismo soy allí el Dios y Creador, como Padre, como Manantial original de la Luz y de la Fuerza, como el sumo y mas perfecto Espíritu en el infinito eterno donde Reino. Ella es pues Mi hija, criatura regresada a Mí, mientras que Yo soy el Creador Mismo, y por eso quiero experimentar de vosotros el amor ilimitado, el que me daréis también, si habéis ingresado por completo en Mi Voluntad y anheláis de todo corazón la unión Conmigo.
Ese amor ilimitado quiero Yo de vosotros poseer, y todos los seres en Mi Reino de Luz que tan entrañablemente Me aman, se esforzarán siempre en actuar en los hombres para que estos se dirijan a Mí. Jamás contribuirán a que el objetivo de los hombres no sea otro más que buscarme a Mí, lo que sucede cuando a un ser de luz se le atribuye una adoración fuera de lo común por parte de los hombres que sólo debe ser dirigido a Mí y por eso jamás un ser de luz se aparecerá a los hombres lo que da motivo a aumentar la adoración de estos seres de luz.
Pues tales apariciones reforzarían siempre una doctrina herética, como es la "adoración y el culto a Maria madre de Dios", como se ha impuesto en los hombres y está considerada. Ningún ser de luz y tampoco Yo Mismo, favoreceríamos jamás tales apariciones y fomentar así con ellas enseñanzas herejes. Y puesto que todos los seres de luz están por completo unidos a Mi Voluntad, y ellos mismos conocen la desventaja para el alma de tales herejías, jamás emprenderán un intento de esa clase. Pero sí se sirve Mi adversario de una cosa así, precisamente cuando la fe ha caído en el camino erróneo, en el que es él mismo el autor, tratándolo de cimentarla con apariciones cuyo autor es él mismo. Porque cuando logra fijar la atención del hombre a otro "dioses junto a Mí" me desaloja a Mí Mismo. Mi enemigo intenta siempre todo en el último tiempo por medio de astucia y perfidia, y no recela entrar en escena bajo la máscara del ser más alto de luz, allí donde el suelo ya fue preparado, a causa de enseñanzas herejes, para la admisión de sus semillas venenosas.
Siempre de nuevo se manifiesta Mi Amor y Sabiduría a los hombres por medio del envío de Mi Palabra, para que sean introducidos en la Verdad. Y sepáis de ese modo también del obrar de Mi adversario, el que trata de ganarse la creencia de los hombres por medio de avisos de sucesos, sobre los que él está bien informado. Y dado que Yo Mismo no puedo obrar en los hombres, que han edificado sobre su fundamento, directamente, así lo hace él tanto más. Pero los hombres no reconocen tales apariciones como fantasmagorías de Mi enemigo, quien no se espanta de presentarse en escena incluso bajo el disfraz del Ser más alto de Luz, porque en esa máscara él tiene acceso en muchisimos hombres. Con esto no se niega el hecho de que también almas maduras, en casos especiales, pueden ver espiritualmente, pero tan pronto como se trate de una transmisión, que por parte de Mí se les debe haber hecho a los hombres para la salvación de sus almas. Eso sucede entonces por vía de una directa Revelación a través del Espíritu, más la cual está unida con el cometido de que esa Revelación sea transmitida a los hombres y que ella no sea ocultada. Mas nunca jamás serán dadas tales Revelaciones a través de niños de menor edad, y aún menos entonces con la prohibición de hablar sobre ellas. Y ya de ahí deberían deducir los hombresn al autor de semejantes apariciones.
En el tiempo del fin tiene gran poder Mi enemigo, y él lo aprovecha realmene bien, y donde existe ya el error, allí echará raíces su actuar también, y de ese modo se intensificará cada vez más el error. Y el hecho de que a vosotros hombres os han impuesto el error, nace de que siempre de nuevo está en primer plano puesto el ser de luz, ese ser que quiere emplear su influencia únicamente en llevar a los hombres sólo a Mí, como al Salvador divino, porque este ser sabe en qué trabas ellos languidecen, y que ellos sólo encuentran la salvación por Mí en Jesucristo. Pero semejantes apariciones tienen tan sólo el éxito, de que se conserve la veneración a Mi madre corporal de un modo extraordinario, lo cual es solamente la voluntad de Mi enemigo: De que los hombres se crean ídolos extraños, para que ellos adoren a éstos. Ha sido erigido un edificio de mentiras, cuyos muros han sido reforzados siempre más y más, los que sólo pueden ser destuídos por medio de la pura Verdad que por Mí es dirigida a la tierra. Y quien anhele estar ahora en la Verdad, ese reconocerá también todo claramente y será capaz de separar la mentira de la Verdad, y desde ahora ya Me llamará a Mí Mismo pidiéndome aclaración, y Yo realmene que no le privaré a él la Verdad.
Amén
Vertaler