IK ben een goede en rechtvaardige GOD. Mijn Liefde behoort u, Mijn schepselen, altijd en eeuwig toe. En toch kan IK vanuit Mijn Liefde geen onrecht goedkeuren. IK kan u niet met Mijn Liefde gelukkig maken, als u zondig bent geworden - dat betekent echter niet dat IK u voor uw zonden straf, maar uzelf haalt door uw zonde een onzalige toestand naar u toe, u komt op een afstand van MIJ en dat betekent steeds armzaligheid, want Mijn Liefde kan u niet aanraken, omdat u zelf door de zonde afstand schept en IK niet, tegen Mijn eeuwige ordening in, invloed kan uitoefenen op u. En daarom vereist elke zonde volgens Mijn wet van de ordening boete, opdat aan Mijn Gerechtigheid genoegdoening wordt verschaft, opdat u MIJ weer zult kunnen naderen om Mijn Liefde te ontvangen.
Mijn WEZEN is Liefde en Barmhartigheid en daarom ben IK ook uitermate lankmoedig. Toch kan Mijn Gerechtigheid niet worden uitgeschakeld omdat ook deze tot Mijn WEZEN hoort, DAT bovenmate volmaakt is. En zo moet IK dus ook strafgerichten over u laten komen, die u echter steeds zelf veroorzaakt, omdat u weer tot geordendheid zult moeten komen om zalig te worden en omdat daar boetedoening voor nodig is. Toestanden die steeds alleen maar de uitwerkingen zijn van een verkeerde wil van de mens - dus gevolgen van de zonde - die IK daarom toelaat opdat de zonden van hun schuld worden ontdaan en u, mensen weer een toestand binnengaat die MIJ voor u dichterbij brengt en u dan ook weer door Mijn Liefde gelukkig zult kunnen worden gemaakt. Zulke strafgerichten zijn steeds slechts opvoedingsmiddelen, het zijn middelen die u weer naar MIJ moeten terugbrengen, maar nooit zijn het blijken of uitdrukkingen van Mijn toorn. Want IK koester geen toorn omdat IK de LIEFDE ben - maar Mijn Rechtvaardigheid brengt ME ertoe uzelf de gevolgen van uw zonden te laten voelen om u te veranderen. En zo trekt u dus elk strafgericht naar u toe, maar u kunt dit ook zelf voor u tot 'n zegen laten worden, wanneer u zich naar MIJ wendt in gelijk welke nood, het zij lichamelijk of geestelijk, wanneer u bekent dat u zondig bent en MIJ in JEZUS CHRISTUS om vergiffenis van uw schuld vraagt. Mijn Liefde voor u is zo groot, dat Ze iedere zondaar aanneemt, dat IK zijn schuld in het zand schrijf en dat IK ook geen verzoening meer van u eis wanneer u tot JEZUS roept en HEM uw schuld in handen geeft.
Maar IK kan dit niet doen zolang u in de zonde volhardt, zolang u niet aan het Verlossingswerk van JEZUS gelooft en uw aardse leven steeds nog op een afstand van MIJ leidt. Dan moet IK u proberen te winnen in de vorm van een strafgericht, dat dan voor u steeds maar een teken van Mijn Rechtvaardigheid is, Die u niet kan aannemen zolang u in de zonde volhardt. Dan slaan de gevolgen van de zonde op uzelf terug. Dan zult u getroffen kunnen worden door lijden en nood en tegenspoed van allerlei aard, maar deze zijn dan de vereffening van uw zonden, u doet boete, u draagt uw schuld af zolang u nog op aarde toeft en u zult de weg naar het kruis kunnen vinden. En dan wordt voor u allen ook weer de weg vrij naar MIJ, dan kan IK u weer aannemen. IK kan u een zalig lot bereiden, omdat IK u weer Mijn Liefde kan schenken en omdat aan Mijn Gerechtigheid werd voldaan.
Amen
VertalerIo Sono un Dio buono e giusto. Il Mio Amore appartiene sempre ed eternamente a voi, le Mie creature. E malgrado ciò, dal Mio Amore non posso accettare per buona un’ingiustizia, non posso rendervi felici con il Mio Amore, quando siete diventati peccatori, ma ciò non vuole dire, che Io vi punisco per i vostri peccati, ma siete voi stessi che attirate uno stato infelice mediante i peccati, allontanandovi da Me, e questo significa sempre infelicità, perché il Mio Amore non può toccarvi, perché voi stessi avete creato la distanza ed Io non posso agire su di voi contro il Mio eterno Ordine. E perciò ogni peccato richiede l’espiazione secondo la Mia Legge dell’Ordine, affinché la Mia Giustizia trovi soddisfazione, affinché possiate di nuovo avvicinarvi a Me, per ricevere il Mio Amore.
Il Mio Essere E’ Amore e Misericordia, e perciò Io Sono anche oltremodo longanime. Ciononostante la Mia Giustizia non può essere esclusa, perché anche lei fa parte del Mio Essere, che è ultra perfetto. E così Io devo far venire su di voi anche il Giudizio, che però causate sempre voi stessi, perché per diventare beati dovete di nuovo entrare nell’Ordine, e perché quest’azione d’espiazione è necessaria, delle situazioni, che sono sempre gli effetti di una volontà invertita degli uomini, quindi conseguenze del peccato, che Io concedo, affinché i peccati vengano espiati e voi uomini entriate di nuovo in uno stato che vi porta più vicino a Me e poi il Mio Amore può di nuovo rendervi felici. Tali Giudizi sono sempre soltanto un mezzo d’educazione, sono dei mezzi per ricondurvi di nuovo a Me; ma non sono mai delle dimostrazioni o espressioni della Mia ira, perché Io non sento nessuna ira, perché Io Sono l’Amore, ma la Mia Giustizia M’induce, di far sentire a voi stessi le conseguenze dei vostri peccati, per cambiarvi. E così voi stessi v’attirate ogni Giudizio, ma voi stessi potete anche farlo diventare la vostra Benedizione, quando vi rivolgete a Me in ogni miseria, sia in modo corporeo che spirituale, quando vi confessate peccatori e chiedete il Perdono della vostra colpa a Me in Gesù Cristo.
Il Mio Amore per voi è così grande, che accoglie ogni peccatore, che Io scrivo la sua colpa nella sabbia e che non pretendo nemmeno più da voi un’espiazione, se invocate Gesù e consegnate a Lui la vostra colpa. Ma Io non posso farlo, finché perseverate nel peccato, finché non credete nell’Opera di Redenzione di Gesù e conducete sempre ancora la vostra vita terrena distante da Me. Allora devo cercare di conquistarvi in forma di un Giudizio, che è poi per voi sempre un segno della Mia Giustizia, che non può accettarvi, finché perseverate nel peccato. Allora gli effetti del peccato si riversano su di voi. Allora potete essere colpiti da sofferenze, miserie e disagi di ogni genere, ma questi sono poi il pareggio per i vostri peccati, voi espiate, eliminate la colpa, finché siete ancora sulla Terra e potete trovare la via verso la Croce. E poi si libera per tutti voi di nuovo la via verso di Me, allora Io vi posso di nuovo accogliere, posso prepararvi una sorte beata, perché posso di nuovo donarvi il Mio Amore, e perché la Mia Giustizia ha trovato soddisfazione.
Amen
Vertaler