Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Het einde van een verlossingsperiode en het begin van een nieuwe

In deze verlossingsperiode zal er geen geestelijke ommekeer meer plaats vinden, want het geloof in MIJ is bij de mensen verloren gegaan. En al wordt Mijn evangelie (van de liefde) nog uitgedragen in de hele wereld, toch zullen het er altijd maar weinigen zijn die het (naar waarheid) aannemen. Maar steeds meer mensen zullen afvallen wier geloof alleen maar een vormgeloof is, en die alleen nog maar een duw nodig hebben om het geheel weg te gooien als er een geloofsbeslissing van hen wordt verlangd.

Het is maar een kleine kudde die een levend geloof heeft en in het hart de verbinding met MIJ tot stand brengt. Het zijn slechts weinig mensen die met MIJ omgang hebben zoals kinderen met hun vader. En die zullen ook altijd Mijn zichtbare hulp ervaren als zij in nood geraken doordat zij openlijk voor MIJ uitkomen, want zij zijn van binnen overtuigd en hebben dus ook een levend geloof. Maar hun getal zal niet veel groter worden.

En de geloofsstrijd die overal gevoerd wordt en die in zijn begin ook al overal herkenbaar is, zal het aantal gelovigen nog verkleinen. Want dan is een ieder bereid MIJ op te geven terwille van aards gewin, maar de moed voor MIJ te strijden brengen zij niet op omdat hun het levend geloof ontbreekt. Daarom zal de aarde op het laatst haar doel niet meer vervullen, bevordelijk te zijn voor de geestelijke voltooiing van de zielen der mensen. De gang over de aarde van de meeste mensen is nutteloos omdat hij de zielen niet die rijpheid oplevert waarvoor zij op de aarde vertoeven; maar de ontwikkeling van het geestelijke moet doorgaan.

Daarom moet de aarde weer klaar gemaakt worden, opdat zij een scholingsplaats voor het geestelijke blijven en worden kan, zoals het steeds haar bestemming was en is. Daarom loopt deze verlossingsperiode ten einde en begint er een nieuw tijdperk. Nieuwe scheppingen nemen het geestelijke op dat in zijn ontwikkeling gehinderd werd, wat eerst een oplossen van (de huidige) scheppingen vereist opdat het gebonden geestelijke vrij wordt - en weer opnieuw in een andere vorm ingepast kan worden.

Daarom moeten de mensen met een spoedig einde rekening houden, en zij die op aarde gefaald hebben moeten opnieuw gekluisterd worden in de scheppingen op de nieuwe aarde. En wanneer men verwacht dat de geestelijke houding van de mensen op deze aarde nog zou kunnen veranderen, dat zij tot een (levend geloof in JEZUS CHRISTUS en Zijn Verlossingswerk zouden kunnen komen en door dit geloof een nieuw leven zouden leiden met geestelijk gerichte vermogens en aspiraties, dan zullen dat alleen maar wensen blijven in de gedachten van enkele mensen, die nooit verwezenlijkt worden. Want Mijn tegenstander is aan de macht en die hebben de mensen hem zelf verleend. Zijn activiteit zal zo sterk toenemen dat hij opnieuw gebonden moet worden, dat er daarom al een einde moet komen opdat zijn activiteiten aan banden worden gezegd, daar anders geen mens meer zalig zou kunnen worden.

En op die tijd is al gewezen sinds het begin van deze verlossingsperiode, en al mogen voor u, mensen deze aankondigingen nog zo ver weg lijken, eenmaal wordt ook de toekomst tot tegenwoordige tijd - dat moet u steeds weer gezegd worden. En daarom moet er ook een geestelijke ommekeer komen, echter niet meer op deze aarde maar in een wereld van vrede en zaligheid. Er zal een nieuw ontwikkelingstijdperk beginnen met geestelijk hoogstaande mensen, die IK als geloofsgetrouw van deze aarde zal wegnemen en weer op de nieuwe aarde terug zal zetten. Dan is er een geestelijke ommekeer ingetreden en de mensen zullen weer leven in vrede en eendracht, in voortdurende verbinding met MIJ - hun GOD en VADER - en met de zalige wezens in Mijn rijk. Dan heerst de liefde weer op aarde en Mijn tegenstander kan geen invloed meer uitoefenen op de mensen van de nieuwe aarde. Hij is gebonden voor een eindeloos lange tijd tot de mensen zelf hem weer de ketenen losmaken en hem zijn beïnvloeding opnieuw mogelijk maken. Daarvoor echter heerst er een lange tijd van vrede en zaligheid.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Ende einer Erlösungsperiode und Beginn einer neuen....

In dieser Erlösungsperiode findet keine geistige Wende mehr statt. Der Glaube an Mich ist den Menschen verlorengegangen, und ob auch Mein Evangelium noch hinausgetragen wird in alle Welt, so werden es doch nur immer wenige sein, die es annehmen; doch immer mehr werden abfallen, deren Glaube nur ein Formglaube war und die nur eines Anstoßes bedürfen, um ihn ganz von sich zu werfen, wenn ein Glaubensentscheid von ihnen verlangt wird. Es ist nur eine kleine Herde, die im lebendigen Glauben steht, die im Herzen die Verbindung herstellt mit Mir.... es sind nur wenige Menschen, die mit Mir verkehren, wie Kinder mit ihrem Vater verkehren, die darum auch jederzeit Meine sichtliche Hilfe erfahren, wenn sie in Not sind, und die daher auch Mich lebendig vertreten werden, weil sie von innen heraus überzeugt, also lebendigen Glaubens sind. Und diese Zahl wird nicht viel vergrößert werden.... Der Glaubenskampf aber, der überall geführt wird, der in seinen Anfängen auch schon überall erkennbar ist, wird die Zahl der Gläubigen nur noch verringern, denn dann ist jeder bereit, Mich hinzugeben um irdischen Gewinnes willen, und den Mut, zu kämpfen für Mich, bringen sie nicht auf, weil ihnen der lebendige Glaube fehlt. Und so wird die Erde auch letzten Endes nicht mehr den Zweck erfüllen, den Seelen der Menschen zum geistigen Ausreifen zu dienen.... Und der Erdengang der meisten Menschen ist nutzlos, weil er den Seelen nicht die Reife einträgt, zwecks derer sie auf Erden weilen.... Es soll aber die Entwicklung des Geistigen ihren Fortgang nehmen.... Und darum muß die Erde wieder neu hergerichtet werden, auf daß sie Schulungsstation des Geistigen werden und bleiben kann, wie es ihre Bestimmung ist.... Und darum geht diese Erlösungsperiode zu Ende, und es beginnt eine neue Epoche. Neue Schöpfungen nehmen das Geistige auf, das in seiner Entwicklung gehindert wurde.... was zuvor ein Auflösen jener Schöpfungen bedingt, damit das gebundene Geistige frei wird und wieder neu verformt werden kann.... Und also müssen auch die Menschen mit einem baldigen Ende rechnen, und die auf Erden versagt haben, müssen wieder neu gebannt werden in den Schöpfungen, in der harten Materie auf der neuen Erde. Und wenn sich die Menschen Hoffnungen hingeben, daß die geistige Einstellung der Menschen auf dieser Erde sich noch ändern könnte, daß sie zum Glauben gelangen an Jesus Christus und Sein Erlösungswerk und in diesem Glauben ein neues Leben führen würden, mit geistig gerichteten Sinnen und Bestrebungen, dann werden das Wunschgedanken einiger weniger bleiben, die sich niemals verwirklichen. Denn es ist Mein Gegner an der Macht, die ihm die Menschen selbst eingeräumt haben; und dessen Wirken wird so überhandnehmen, daß er gebunden werden muß.... daß schon deswegen ein Ende kommen muß, damit ihm sein Wirken unterbunden wird, ansonsten kein Mensch mehr selig werden könnte.... Und es ist auf diese Zeit hingewiesen worden seit Beginn dieser Erlösungsperiode; und mögen für euch Menschen diese Ankündigungen noch so fern erscheinen.... einmal wird auch die Zukunft zur Gegenwart, das muß euch immer wieder gesagt werden. Und darum muß auch eine geistige Wende kommen, aber nicht mehr auf dieser Erde, sondern in einer Welt des Friedens und der Seligkeit.... Es wird eine neue Entwicklungsepoche beginnen mit geistig hochstehenden Menschen, die Ich als glaubenstreu von dieser Erde entrücke und der neuen Erde wieder zuführen werde.... Und dann ist eine geistige Wende eingetreten, und die Menschen werden wieder leben in Frieden und Eintracht.... in steter Verbindung mit Mir, ihrem Gott und Vater, und mit den seligen Wesen in Meinem Reich. Denn nun herrscht die Liebe wieder auf der Erde, Mein Gegner kann nicht mehr einwirken auf die Menschen der neuen Erde, denn er ist gebunden endlos lange Zeit.... bis die Menschen selbst ihm wieder die Ketten lösen und ihm sein Einwirken aufs neue ermöglichen. Zuvor aber herrscht eine lange Zeit des Friedens und der Seligkeit....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde