• Terug

Het doel van de tegenstander: verwoesting

Talloze werelden zijn er al voortgekomen uit Mijn Wil en talloze werelden zullen er nog ontstaan. Want het werk om het geestelijke terug te voeren heeft deze nodig, omdat al het eens gevallen geestelijke weer in het werkproces moet worden opgenomen, wanneer het Mij weer naderbij wil komen. En elke afzonderlijke wereld geeft dit geestelijke de mogelijkheid actief te worden, ofschoon Mijn Wil vooralsnog bepalend is en het de bezigheid toewijst, die het in de diepte gevallene helpt langzaam weer opwaarts te gaan. Alle werelden dienen alleen het ene doel van het terugvoeren van het eens gevallen geestelijke. En alle werelden worden daarom door Mijn Wil geregeerd. Ze zijn onderworpen aan Mijn wet van ordening. Ze getuigen van Mijn Liefde, Mijn Wijsheid en Mijn Macht.

Toch is hun oersubstantie het van Mij afgevallen geestelijke, dus nog behorend bij Mijn tegenstander, die Ik echter op het ogenblik van de schepping van deze werelden de macht over dit geestelijke heb ontnomen, omdat het anders eeuwig niet meer uit de diepte omhoog zou kunnen klimmen. Maar Mijn tegenstander is op de hoogte van het eindeloze aantal van diegenen, die hem in de diepte volgden en dit weten sterkt hem in zijn vijandige opstelling tegenover Mij. Het sterkt hem in de mening, Mij eenmaal te kunnen onttronen en het sterkt zijn haat, omdat Ik hem een groot deel van zijn aanhang heb ontrukt, die - gebonden in de werken van de schepping - de weg van de terugkeer begonnen is. En daarom houdt hij niet op zijn verwoestende invloed uit te oefenen, dat wil zeggen erop aan te sturen, dat zo mogelijk veel scheppingswerken worden vernietigd, in het geloof, dat hij dan het gekluisterde daaruit bevrijdt en het weer zelf in bezit kan nemen.

Hem zelf is het niet mogelijk zich verwoestend bezit te houden met die scheppingswerken, omdat hem daar de macht over is ontnomen. Maar zijn verwoestende invloed oefent hij uit in de tijd, dat dat geestelijke in het laatste stadium is aangekomen, waarin het weer in het bezit is van de vrije wil en Mijn tegenstander het recht heeft, hierop in te werken, omdat het eens gevallen geestelijke nu vrij moet beslissen voor Mij of voor Mijn tegenstander. En in deze tijd probeert hij niet alleen de mensen zelf terug te winnen, maar hij tracht door hen zich ook meester te maken van het nog gebonden geestelijke, doordat hij hen probeert aan te zetten scheppingen te vernietigen, die Mijn Liefde deed ontstaan om het geestelijke te helpen naar Mij terug te keren.

Het gebied van de tegenstander is de door de mensen bewoonde aarde. En in dit gebied is hij werkzaam op waarachtig satanische wijze. De mensen zijn het doelwit van zijn activiteiten, want alleen tegenover hen kan hij zijn invloed uitoefenen. Want tot de andere scheppingswerken, tot de ontelbare werelden in het universum, heeft hij geen toegang. Maar hij gelooft, ook in die werelden nog toegang te krijgen, wat hem evenwel nooit zal lukken. Zijn verward denken draagt hij echter ook over op de mensen.

Ook dezen probeert hij aan te praten, dat ze andere werelden in bezit kunnen nemen. En hij vindt ook van hem afhankelijke dienaren, die zich deze gedachten eigen maken en hetzelfde nastreven als hij. Hij verwart ook hun denken en laat hen de meest ongelofelijke pogingen ondernemen om tot dusver geldende grenzen te doorbreken, om de werelden te onderzoeken, die voor hen ontoegankelijk zijn. De tegenstander laat hen geloven, deze barrières te kunnen neerhalen en hij vindt ook gehoor, wanneer hij de mensen aanzet tot onderzoekingen van volledig zinloze aard. Want al deze onderzoekingen hebben geen verdere geestelijke ontwikkeling tot doel en kunnen daarom ook nooit overeenstemmen met Mijn Wil. En ze zullen nog minder een vernietigende uitwerking hebben op scheppingswerken, die Ik liet ontstaan buiten de aarde, juist omdat noch Mijn tegenstander, noch de mens het recht bezitten om over die scheppingen te heersen, omdat Mijn Wil elk scheppingswerk ook zijn bestaan garandeert, tot Ik Zelf de tijd rijp zal achten, waarin zijn doel is vervuld en het weer kan worden opgelost in zuiver geestelijke substantie.

De pogingen van de tegenstander zullen echter een steeds meer bedreigende vorm aannemen, hoe dichterbij het einde is. Hij zet de mensen aan tot proefnemingen, die een einde van deze aarde nog bespoedigen. Op de aarde vinden die proefnemingen plaats en op de aarde zelf werken ze zich uit. Het doel van de mensen betreft weliswaar de sferen buiten de aarde, maar wat ze zullen bereiken is een duidelijk bewijs van satanische beïnvloeding. Want de levensvoorwaarden op aarde worden veranderd. Er worden voor mens en dier schadelijke veranderingen van de lucht geschapen tegen hun zin. En de aarde wordt zelf een brandhaard, die eens ook zijn slachtoffers zal opeisen. Want de verwoesting van deze aarde is het hoofddoel van Mijn tegenstander. En daar de mensen heel erg in zijn macht zijn geraakt, zal het hem ook lukken, maar zonder hem het geringste voordeel te brengen. Want hij wint zijn aanhang niet terug. Integendeel, hij verliest hen des te zekerder.

Zijn doel is de verwoesting van de scheppingen, die Ik liet ontstaan met het doel het geestelijke terug te voeren. En door de mensen op deze aarde zal hij veel bereiken. Maar nooit zal hij in het domein van andere door Mij geschapen werelden verwoestend werkzaam kunnen zijn, omdat hemzelf de macht daartoe ontbreekt en een invloed op het geestelijke hem alleen is toegestaan, wanneer dit als mens over de aarde gaat. En zo zult u daaruit kunnen concluderen, dat ook de vijand het niet zal klaarspelen, bezit te nemen van het universum, en dus ook niet de mensen, die zulke plannen ontwerpen en menen, gebieden in het heelal te kunnen beheersen krachtens hun intelligentie. Ze kunnen wel proeven doen en hun proeven steeds verder uitbreiden, maar ze zullen onvermijdelijk de dood vinden, wanneer ze buiten het bereik van deze aarde gaan.

Maar ook dit is de bedoeling van Mijn tegenstander, dat er geen scheppende Autoriteit meer wordt erkend, dat de mensen zichzelf voor bekwaam houden, elke natuurwet wetenschappelijk te kunnen onderzoeken en dat de verwijdering tussen de mensen en Mij steeds groter wordt. Hij zal veel bereiken, maar hij zal niet in Mijn scheppings- en heilsplan kunnen ingrijpen. Hij zal alleen een heilloze verwarring aanrichten in het denken van al diegenen, die zich in zijn macht bevinden en zijn aanwijzingen blindelings opvolgen, tot uiteindelijk zijn werkzaam zijn zulke vormen aanneemt, dat de mensen zelf de aardbol in gevaar brengen, dat ze zonder bezwaar experimenteren en - daar Ik volledig uit hun gedachten ben uitgeschakeld - een alles vernietigende catastrofe in werking zetten, die het einde van deze aarde en elk op haar levend schepsel betekent.

Tevoren zal Ik nog een ernstige aanmaning naar de mensen doen uitgaan, die hen alleen al van het onzinnige van hun plan bewust zou kunnen laten worden. Ik zal hen uit het heelal een waarschuwing sturen. Ik zal de aarde in een gevaar brengen, dat zonder menselijke invloed teweeg wordt gebracht. Ik zal een hemellichaam uit zijn baan laten breken, die u mensen niet zult kunnen tegengaan, waaraan u machteloos bent overgeleverd, om u te tonen dat Ik alleen het ben, Die de wereld beheerst en alle zich daarin bevindende scheppingen. En u zou daardoor nog tot inzicht kunnen komen en uw plannen opgeven.

Maar u bent reeds al te zeer Mijn tegenstander ten prooi gevallen. En zo zal het einde komen, zoals het verkondigd is. De aarde zal ontvlammen en de mensen zelf zullen daartoe de aanleiding geven, omdat ze hem volgen en gehoorzamen, die alles wil verwoesten en verderven.

Amen

La meta dell’avversario: distruzione

Innumerevoli mondi sono già sorti tramite la Mia Volontà, ed innumerevoli mondi sorgeranno ancora. Perché l’Opera di Rimpatrio dello spirituale richiede questo, perché tutto lo spirituale un tempo caduto deve venire di nuovo articolato nel processo di attività se vuole di nuovo seguire Me. Ed ogni singolo mondo dà a questo spirituale la possibilità di diventare attivo, anche se inizialmente è determinante la Mia Volontà e gli assegna l’attività, che aiuta lentamente al caduto nell’abisso di risalire di nuovo in Alto. Tutti i mondi servono soltanto allo scopo del Rimpatrio dello spirituale un tempo caduto, e tutti i mondi vengono perciò governati dalla Mia Volontà, sottostanno alla Mia Legge dell’Ordine, testimoniano del Mio Amore, della Mia Saggezza e della Mia Potenza. Malgrado ciò la loro sostanza ur (primordiale) è il Mio spirituale caduto, cioè ancora appartenente al Mio avversario, al quale Io però, nel momento della Creazione di questi mondi, ho tolto il potere su questo spirituale, altrimenti non potrebbe più in eterno salire dall’abisso in alto.

Il Mio avversario sà dell’innumerevole numero di coloro che lo hanno seguito nell’abisso, e questo sapere lo rafforza nel suo atteggiamento verso Me, lo rafforza nella credenza di poter detronizzarMi un giorno, e rafforza il suo odio, perché Io gli ho strappato una gran parte del suo seguito che, legato nelle Opere di Creazione, ha cominciato la via del ritorno. E per questo non smette di esercitare la sua rovinosa influenza, cioè ad agire affinché possibilmente tante Opere di Creazione vengano distrutte, nella credenza che lui poi libera dalle stesse ciò che è legato e che lui possa impossessarsene. A lui stesso non è possibile attivarsi in modo distruttivo su queste Opere di Creazione, perché gliene è stato tolto il potere. Ma lui esercita la sua distruttiva influenza nel tempo in cui questo spirituale è giunto nell’ultimo stadio, in cui è di nuovo in possesso della libera volontà, su cui il Mio avversario ha il diritto di agire, perché lo spirituale una volta caduto deve ora decidersi liberamente per Me oppure per il Mio avversario. Ed in questo tempo lui cerca di non riconquistare solamente l’uomo, ma cerca anche di impossessarsi tramite lui dello spirituale ancora legato, mentre cerca di obbligarlo a distruggere delle Creazioni che il Mio Amore fece sorgere, per aiutare lo spirituale al ritorno a Me.

Il regno dell’avversario è la Terra abitata dagli uomini, ed in questo regno egli opera in modo davvero satanico. Gli uomini sono la meta del suo agire, perché soltanto nei loro confronti lui può impiegare la sua influenza, perché per le altre Opere di Creazione, agli innumerevoli mondi nell’universo, egli non ha accesso. Ma lui crede di trovare anche in quei mondi ancora accesso, cosa che però non gli riuscirà mai.

Lui però trasmette il suo pensare confuso anche agli uomini. Anche a loro cerca di fa credere che possono impossessarsi di altri mondi, e trova anche dei servi a lui soggetti, che fanno loro propri questi pensieri e tendono verso lo stesso obiettivo. Lui confonde anche il loro pensare e li stimola a compiere gli esperimenti più incredibili, a spezzare delle barriere stabili per esplorare i mondi che a loro sono inaccessibili. L’avversario li fa credere di poter abbattere queste barriere e trova anche ascolto, quando lui spinge gli uomini a delle ricerche di specie totalmente insensate. Perché tutte queste ricerche non hanno lo scopo di progresso spirituale e non possono perciò mai corrispondere alla Mia Volontà. Avranno ancora meno effetto distruttivo su Opere della Creazione che Io ho fatto sorgere al di fuori della Terra, proprio perché né il Mio avversario né l’uomo possiede il diritto di dominio su quelle Creazioni, perché la Mia Volontà garantisce ad ogni Opera di Creazione anche la sua esistenza, finché Io Stesso non considero venuto il tempo in cui il suo scopo è compiuto e che può di nuovo venire liberato nella pura sostanza spirituale.

Gli sforzi dell’avversario però assumeranno delle forme sempre più minacciose, più si avvicina la fine. Egli sprona gli uomini ad esperimenti che accelerano ancora la fine di questa Terra. Su questa Terra si svolgono quegli esperimenti, e agiscono sulla Terra stessa. La meta degli uomini però sono le sfere al di fuori della Terra; ma ciò che otterranno, è una evidente dimostrazione di influenza satanica, perché sulla Terra si modificano le condizioni di vita, per uomo ed animale vengono creati dei cambiamenti d’aria dannose contro volontà; e la Terra stessa diventa un forno d’incendio, che una volta richiederà anche le sue vittime. Perché la meta principale del Mio avversario è la distruzione di questa Terra. E dato che gli uomini gli sono già fortemente soggetti, gli riuscirà pure, ma senza procurargli il minimo vantaggio. Perché non riconquista il suo seguito, ma lo perde ancora più sicuramente.

La sua meta è la distruzione delle Creazioni, che Io ho fatto sorgere allo scopo del Rimpatrio dello spirituale. E tramite gli uomini su questa Terra egli otterrà molto, ma non potrà mai attivarsi distruttivamente nel campo degli altri mondi da Me creati, perché a lui stesso gliene manca il potere e gli è concesso l’influenza sullo spirituale solamente, quando questo cammina come uomo sulla Terra. E così potete dedurre da ciò che anche l’avversario non riuscirà a prendere nel suo possesso il Cosmo, e così nemmeno gli uomini, che progettano tali piani e credono di poter dominare le regioni nel Cosmo grazie alla loro intelligenza. Possono bensì svolgere degli esperimenti e sempre di più edificare i loro esperimenti, ma giungeranno inevitabilmente alla morte, quando escono dal campo di questa Terra. Ma il Mio avversario voleva anche questo, che nessuna Autorità creativa venga più riconosciuta, che gli uomini considerino se stessi capaci di poter esplorare ogni legge della natura, e che la distanza tra gli uomini e Me diventa sempre più grande.

Egli otterrà molto, ma non potrà intromettersi nel Mio Piano di Creazione e Salvezza. Egli causerà soltanto un’insalvabile confusione nel pensare di tutti coloro che si trovano già in suo potere e che seguono ciecamente le sue istruzioni, finché il suo agire assumerà tali forme che gli uomini stessi mettono in pericolo il globo terrestre, che loro esperimentano senza riflettere e, dato che Mi hanno del tutto escluso dai loro pensieri, disinnescano una catastrofe che tutto distrugge, che significa la fine di questa Terra e di ogni creatura che ci vive.

Prima Io farò giungere ancora un severo Ammonimento agli uomini, che da solo potrebbe già fare comprendere loro l’insensatezza del loro piano: Io manderò loro dal Cosmo un Avvertimento, Io metterò la Terra in un pericolo che scaturisce senza l’influsso umano. Io farò uscire un corpo celeste dalla sua orbita che voi uomini non potrete impedire, a cui siete esposti inermi, per mostrarvi, che Sono Solo Io Che governo il mondo e tutte le Creazioni che vi si muovono. E con ciò potete giungere ancora al discernimento e rinunciare al vostro progetto. Ma siete già troppo dediti al Mio avversario, e così verrà la fine così come è annunciata. La Terra s’incendierà, e gli uomini stessi ne saranno la causa perché seguono colui che vuole distruggere e rovinare tutto.

Amen