Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Het openen van de deur van het hart - Avondmaal

Wie zijn deur sluit en Mij de toegang ontzegt, die zal gebrek moeten lijden. Want Ik alleen kan hem dat brengen wat zijn ziel nodig heeft. U mensen gelooft u overal te kunnen voorzien van spijs en drank, van de voeding voor uw ziel, en u denkt er niet aan dat alleen Ik de ziel de juiste voeding kan toedienen en dat u, waar u ook maar heen mag gaan, steeds Mij zelf daarom zult moeten vragen, dus de deur van uw hart zult moeten openen, opdat Ik zelf kan binnengaan om u te spijzigen. En wanneer u nu Mij zelf daarom vraagt, doet het er ook niet toe waar u deze vraag tot Mij zult richten, want Ik zal u altijd horen en tot u komen, waar u Mij ook maar roept. Het is niet zo dat Ik spijs en drank ergens heb opgeslagen opdat u zich nu zult kunnen bevoorraden zonder in verbinding met Mij zelf te treden.

Alleen uit mijn hand zult u de juiste spijs en drank kunnen ontvangen, waarmee uw ziel zich kan sterken en gezond worden voor uw pelgrimsweg naar het vaderland. En daarom moet Ik zelf bij u naar binnen kunnen gaan. U zult Mij bereidwillig de deur moeten openen en nu ook met Mij samen het avondmaal houden omdat Ik zelf u wil spijzigen, omdat Ik zelf ieder afzonderlijk het voedsel aanbied dat hij nodig heeft voor de genezing van zijn ziel. Ik klop alleen aan, aan de deur van uw hart, maar u zelf zult ze moeten opendoen en Mij binnen moeten laten in uw hart.

Wat baat het u dus, wanneer u zich aan een spijs verzadigt die Ik zelf niet voor u heb bereid? U zult u dan goed voelen maar aan de spijs niet de stoffen kunnen onttrekken die uw ziel nodig heeft tot wederopbouw. Ze zal dood blijven of verzwakt, ze zal honger en dorst ondervinden en er wordt haar geen hulp gebracht in haar nood. En dit is het lot van de zielen van diegenen die ijverig hun best doen in Gods woord binnen te dringen, die zich voortdurend met het woord Gods bezighouden en alleen hun verstand daarmee belasten, die langs studie de zin van het goddelijke woord trachten te doorgronden en wier zielen daarbij leeg weggaan. Ze geloven dus hun ziel te voeden en toch neemt alleen hun verstand iets op, wat ze als "brood des hemels" bestempelen, dat ze nu weer willen uitdelen aan hun medemensen. Zij zelf zullen leeg weggaan, dat wil zeggen: hun zielen zullen gebrek lijden en ook hun medemensen zullen niets kunnen ontvangen voor hun ziel, wanneer niet tevoren de innige band met Mij tot stand wordt gebracht en Ik zal worden gevraagd ze te spijzigen, wanneer niet tevoren de deur werd geopend, zodat Ik bij hen naar binnen kan gaan om hun het avondmaal aan te reiken.

Al mijn woorden hadden een geestelijke betekenis, die echter door de mensen niet meer wordt geacht. En wanneer Ik tot mijn leerlingen heb gezegd: "Neem aan en eet, neem aan en drink, doe dit tot mijn gedachtenis", zo was de geestelijke zin van deze woorden ook steeds alleen de rechtstreekse band met Mij, dat ze aan Mij zouden moeten denken zodra ze spijs en drank in ontvangst nemen die hun ziel tot voedsel dient. Het aanbieden van brood en wijn alleen baten de ziel net zo weinig als het lezen en horen van het goddelijke woord, wanneer niet tevoren innig aan Mij wordt gedacht en dus als het ware de spijziging van de ziel door Mij zelf geschiedt. En alleen lege woorden volstaan ook niet om Mij zelf dichterbij te roepen. Het moet een roepen zijn in geest en in waarheid.

De deur van het hart moet voor Mij geopend worden en Ik moet gevraagd worden om mijn intrede te doen. En Ik zal waarlijk uitdelen aan spijs en drank wat iedere ziel nodig heeft. Het openen van de deur is dus hetzelfde als het zich vrijwillig toekeren naar Mij, als het verlangen naar aaneensluiting met Mij en de vraag om schenking van genadegaven. Het is een bekentenis van de zwakte en behoeftigheid van de ziel die graag door Mij zelf gelaafd wil worden en door zo’n geopende deur zal Ik waarlijk het hart binnengaan. Ik zal de ziel spijs en drank aanreiken en ze zal gezond worden. Ze zal rijpen, ze zal tot leven komen, wat ze nu ook eeuwig niet meer verliezen kan.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Opening the door of the heart.... communion....

Anyone who closes his door and denies Me entrance will have to live in want, for only I can provide him with what his soul needs. You humans believe that you can provide yourselves with food and drink everywhere, with nourishment for your soul, and you don't think about the fact that only I can give the soul the right nourishment and that you.... wherever you may go.... always have to approach Me Myself for it, thus you have to open the door of your heart so that I Myself can enter to feed you.... And if you approach Me Myself for this, it doesn't matter where you address this request to Me, for I will always hear you and come to you wherever you call Me. It is not the case that I have stored food and drink somewhere so that you can now provide for yourselves without making contact with Me.... You will only be able to receive the right food and the right drink from My hand, which will enable your soul to recover and strengthen itself for your pilgrimage to the homeland. And therefore I Myself must be able to enter you, you must willingly open the door for Me and now also take supper together with Me, because I Myself want to feed you, because I Myself offer each individual this nourishment he needs for the recovery of his soul.... I only knock at the door of your heart, but you yourselves have to open it and let Me into your heart. So what use is it to you if you fill yourselves with food which I Myself have not prepared for you? Then you will indeed fill yourselves but you will not be able to take the substances from the food which your soul needs to build itself up.... it will remain dead or weakened, it will feel hunger and thirst and no help will be brought to it in its need.... And this is the lot of the souls of those who are eager to penetrate 'God's word', who constantly occupy themselves with the word of God and only burden their minds with it, who seek to fathom the meaning of the divine word by way of study and whose souls come up empty in the process. Thus they believe to nourish their souls and yet only their intellect receives what they call 'bread of heaven', which they now want to distribute again to their fellow human beings. They themselves will go empty-handed, i.e., their souls will go hungry, and their fellow human beings will not be able to receive anything for their souls either if the intimate bond with Me is not established first and I am approached to feed them, if the door has not been opened first that I can enter them in order to pass the supper to them.... All My words had a spiritual meaning but people no longer pay attention to it. And when I said to My disciples: "Take and eat, take and drink.... do this in remembrance of Me...." so also the spiritual meaning of these words was always only the direct connection with Me.... that they should remember Me as well as receive food and drink which serves as nourishment for their soul. The presentation of bread and wine alone is just as little use to the soul as the reading and listening to the divine word if I am not first sincerely remembered and thus, as it were, the feeding of the soul by Myself takes place.... Nor are mere empty words sufficient to call upon Me Myself.... It must be a call in spirit and in truth.... The door of the heart must be opened to Me and I must be asked to come in.... And I will truly distribute food and drink what every soul needs. Thus the opening of the door is equal to the voluntary turning to Me, the desire for union with Me and the request for the bestowal of gifts of grace, it is the soul's admission of weakness and neediness which wants to be nourished by Me Myself, and through such an opened door I will truly enter the heart, I will administer food and drink to the soul and it will recover, it will mature, it will come to life which it now can no longer lose eternally....

Amen

Vertaler
Vertaald door: Doris Boekers