Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Laatste reddingspogingen - Laag niveau van de mensen

En wanneer er een engel van de hemel naar beneden zou komen om de mensen het evangelie te brengen, ze zouden het niet geloven. Want de wil om af te wijzen is in de eindtijd zo sterk omdat mijn tegenstander grote macht heeft over de mensen en omdat de afstand tot Mij zo groot is dat ze niets goddelijks kunnen voelen of vatten, omdat de aarde hen zo in z’n greep houdt dat ze niet in staat zijn zich in geestelijke gebieden te verplaatsen en daarom al het geestelijke wordt afgewezen of geloochend. Dit is een heel duidelijk teken van het dichtbijzijnd einde, want juist deze instelling brengt Mij ertoe een einde te veroorzaken omdat er geen positieve ontwikkeling op deze aarde meer kan bestaan. Want de mensen veranderen niet, ze worden veeleer steeds wereldser en steeds ongeschikter om geestelijke stromingen op te nemen. En daarom is het steeds moeilijker de mensen mijn evangelie te verkondigen. Het is steeds moeilijker hun denken te veranderen en hun hart ontvankelijk te maken voor mijn woord, omdat ze het niet herkennen als mijn woord en daarom hun oren sluiten, maar zodoende ook het middel afwijzen dat hen zou kunnen helpen en uit de diepte verheffen. Heel sporadisch gaat er een oor open en maar heel zelden wordt het woord door het hart opgenomen en ook herkend als goddelijke gave.

En ter wille van deze enkelingen grijp Ik niet eerder in, maar laat Ik eerst de dag dichterbij komen die bepaald is sinds eeuwigheid, ofschoon het lage niveau van de mensen al een trede heeft bereikt die een einde vereist. Maar iedere afzonderlijke ziel die Ik nog zal winnen is Mij dit uitstel waard. Iedere afzonderlijke ziel die van goede wil is sta Ik helpend terzijde en Ik laat haar de weg vinden naar verkondigers van mijn woord. Maar van deze zielen zijn er nog maar heel weinig en spoedig is de tijd vervuld. Spoedig zullen de aankondigingen toenemen die op het einde wijzen en spoedig zal voor alle mensen het uur van het oordeel slaan. In een tijd waarin mijn tegenstander de heerschappij heeft omdat de mensen zich bij hem hebben aangesloten zal de arbeid van mijn dienaren op aarde bijzonder moeilijk en ook vaak zonder resultaat zijn en toch moet ze worden gedaan, want niemand moet kunnen zeggen, van Mij uit geen genade te hebben ondervonden. Ieder mens moet een keer door Mij zijn aangesproken en het pad van ieder mens zal door een bode van Mij worden gekruist, alleen kan er op deze bode geheel geen acht worden geslagen of dat zijn gaven worden afgeweerd, maar dat wordt door de wil van de mens zelf bepaald. En deze wil moeten mogelijkheden ter beproeving worden geboden, waartoe dus ook het aanbieden van mijn woord hoort dat nooit onder dwang aan een mens kan worden overgebracht.

En evenzo zullen nog afschrikwekkende gebeurtenissen zulke mensen herhaaldelijk treffen, wier hart verhard is, en ook dan nog kunnen ze zich uit hun verstarring losmaken, want tot de laatste dag probeer Ik nog de mensen redding te brengen. Ik laat er geen vallen voor het einde, maar Ik kan het einde niet langer uitstellen dan mijn plan van eeuwigheid het heeft voorzien om de zielen van hen die verloren zijn niet nog dieper te laten zinken, om hun een nog smartelijker lot te besparen dan de hernieuwde kluistering in de scheppingen van de nieuwe aarde is, die daarom ook op de vastgestelde tijd moet plaatsvinden.

En Ik weet waarlijk wat goed is voor de zielen van de mensen en Ik weet ook hoe Ik ze kan beschermen tegen het uiterste. Maar mijn dienaren op aarde zal Ik kracht geven opdat ze - ondanks schijnbaar ontbrekend succes - toch vlijtig werkzaam zijn in mijn wijngaard, want geen arbeid is tevergeefs gedaan en eenmaal zullen ze het ook zelf inzien en gelukkig zijn, door hun arbeid aan de zielen te hebben bijgedragen aan de verlossing van het geestelijke, omdat mijn zegen op elke arbeid rust die graag en met vreugde wordt gedaan voor Mij en mijn rijk.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Letzte Rettungsversuche.... Tiefstand der Menschen....

Und wenn ein Engel vom Himmel steigen würde, um den Menschen das Evangelium zu bringen, sie würden es nicht glauben.... Denn der Ablehnungswille ist in der Endzeit so stark, weil Mein Gegner große Macht hat über die Menschen und weil die Entfernung von Mir so groß ist, daß sie nichts Göttliches spüren oder fassen können, weil die Erde sie so festhält, daß sie sich nicht in geistige Gefilde zu versetzen vermögen und alles Geistige darum abgelehnt oder abgestritten wird. Es ist dies ein so deutliches Zeichen des nahen Endes, denn gerade diese Einstellung veranlaßt Mich, ein Ende zu machen, weil es keine Fortentwicklung auf dieser Erde mehr geben kann, denn die Menschen wandeln sich nicht, sondern sie werden stets weltlicher und stets mehr untauglich für geistige Strömungen. Und es ist darum immer schwerer, den Menschen Mein Evangelium zu verkünden; es ist immer schwerer, ihr Denken zu wandeln und ihre Herzen aufnahmefähig zu machen für Mein Wort, weil sie es nicht erkennen als Mein Wort und daher ihre Ohren verschließen.... aber damit auch das Mittel zurückweisen, das ihnen helfen und sie aus der Tiefe emporheben könnte. Ganz vereinzelt nur öffnet sich ein Ohr, und ganz selten nur wird das Wort vom Herzen aufgenommen und auch erkannt als göttliche Gabe.... Und um dieser einzelnen willen greife Ich nicht eher ein, sondern Ich lasse erst den Tag herankommen, der bestimmt ist seit Ewigkeit, wenngleich der Tiefstand der Menschen schon den Grad erreicht hat, der ein Ende bedingt.... Aber jede einzelne Seele, die Ich noch gewinne, ist Mir diese Verzögerung wert, jeder einzelnen Seele, die guten Willens ist, stehe Ich helfend zur Seite, und Ich lasse sie den Weg finden zu Verkündern Meines Wortes. Aber es sind deren noch sehr wenige, und bald ist die Zeit erfüllet, bald werden sich die Anzeichen mehren, die auf das Ende hinweisen, und bald wird für alle Menschen die Stunde des Gerichtes schlagen.... In einer Zeit, wo Mein Gegner das Regiment hat, weil die Menschen sich ihm angeschlossen haben, wird die Arbeit Meiner Diener auf Erden besonders schwer und auch oft erfolglos sein, und dennoch muß sie getan werden, denn niemand soll sagen können, von Mir aus keine Gnaden erfahren zu haben.... Jeder Mensch soll einmal angesprochen worden sein von Mir, und eines jeden Menschen Weg wird ein Bote von Mir kreuzen, nur kann dieser Bote gänzlich unbeachtet gelassen oder seinen Gaben Abwehr entgegengebracht werden.... was aber immer der Wille des Menschen selbst bestimmt. Und diesem Willen müssen Erprobungsmöglichkeiten geboten werden, wozu also auch die Darbietung Meines Wortes gehört, das niemals im Zwang einem Menschen vermittelt werden kann. Und ebenso werden noch erschreckende Ereignisse solche Menschen des öfteren berühren, die harten Herzens sind, und sie können auch dann noch aus ihrer Erstarrung sich lösen, denn bis zum letzten Tage versuche Ich es noch, den Menschen Rettung zu bringen. Keinen lasse Ich fallen vor dem Ende, aber Ich kann das Ende nicht länger hinausschieben, als Mein Plan von Ewigkeit es vorgesehen hat, um die Seelen der Verlorenen nicht noch tiefer sinken zu lassen, um ihnen ein noch schmerzlicheres Los zu ersparen, als die Neubannung in den Schöpfungen der neuen Erde ist, die darum auch in der festgesetzten Zeit erfolgen muß. Und Ich weiß es wahrlich, was den Seelen der Menschen dient, und Ich weiß auch, wie Ich sie schützen kann vor dem Äußersten.... Meinen Dienern auf Erden aber werde Ich Kraft geben, auf daß sie trotz scheinbarer Erfolglosigkeit doch emsig tätig sind in Meinem Weinberg, denn es ist keine Arbeit vergeblich getan, und einmal werden sie auch selbst es erkennen und glücklich sein, durch ihre Seelenarbeit beigetragen zu haben an der Erlösung des Geistigen, weil Mein Segen auf jeder Arbeit ruht, die gern und freudig getan wird für Mich und Mein Reich....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde