Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

De vrees voor de dood

De dood is slechts een doorgang tot het leven dat eeuwig duren zal. En u mensen zou allen de dood niet hoeven te vrezen als uw levenswandel op deze aarde naar mijn wil zou zijn. Als u deze aardse weg in de goddelijke orde afgelegd zou hebben, zou u ook geen schrik overvallen in het aangezicht van de dood. Uw ziel zou zich verheugen het aardse lichaam te kunnen ontvluchten, om in haar vaderland binnen te mogen gaan waar het aardse lichaam geheel overbodig is. Maar toch kan dan niet van een vergaan gesproken worden, integendeel, de ziel wacht een vrij leven vol van licht en kracht. Jezus Christus is op de derde dag uit Zijn graf verrezen. Hij heeft u getoond dat er geen vergaan is na de lichamelijke dood. Hij heeft u het bewijs gegeven dat een juiste levenswandel alleen maar een verandering van een aards in een geestelijk lichaam tot gevolg heeft, dat de mens blijft bestaan en alleen zijn omhulsel een verandering heeft doorgemaakt, die echter voor het verblijf in het geestelijke rijk absoluut noodzakelijk is.

En u allen zou deze verandering bij uzelf tot stand kunnen brengen, en dan zou de dood waarlijk zijn prikkel hebben verloren. Maar omdat u mensen niet gelooft aan een leven na de dood, blijft u in gebreke uzelf op uw verblijf in het geestelijke rijk voor te bereiden. En omdat uw ziel helemaal geen uitzicht heeft na de lichamelijke dood een helder stralend geestelijk kleed aan te trekken, vreest u de dood - en dat ook met recht. Want u kunt weliswaar niet vergaan, maar de gebondenheid aan de aarde kan u nog eigen zijn en het ontwaken na de dood zal dan niet vreugdevol zijn. Maar u zult ontwaken, al is uw ziel nog zo gebrekkig gevormd. Zij zal het ondervinden dat zij niet vergaan is en ook niet vergaan kan. En onbewust vrezen de mensen dit lot, die angst hebben voor de dood.

U moet echter aan Hem denken, die de dood overwonnen heeft. Jezus Christus wil u tot leven wekken. Hij wil u een eeuwig onverwoestbaar leven geven dat u nimmermeer verliezen zult. Neem Zijn genadegeschenk aan en denk in bange uren aan Hem. Beveel Hem uw ziel aan en bid tot Hem dat Hij zich over haar ontfermt en haar mag helpen om te leven. En u zult deze bede waarlijk niet tevergeefs tot Hem hebben gericht. Uw vrees zal verdwijnen en plaats maken voor een zalige rust. Een rust die alleen Jezus Christus haar kan schenken. Een levend geloof in Jezus Christus verjaagt alle angst voor de dood, want dan weet de mens dat hij zal opstaan ten leven, zoals Jezus opgestaan is op de derde dag. Wie echter dat geloof in Hem niet bezit, die vreest de dood of hij meent vergankelijk te zijn en dat hij zal terugkeren tot niets, waaruit hij zich ook voortgekomen waant. En het zal voor hem een onaangenaam ontwaken zijn, evenals voor allen die op aarde zonder Christus leefden. En het zal lang duren voordat zij zich ervan overtuigd hebben dat zij niet zijn vergaan, maar dat zij alleen een uitweg uit hun dode staat kunnen vinden als zij Hem aanroepen, die zij op aarde niet wilden erkennen, die echter alleen hun weer het leven kan schenken.

De dood hoefde alleen maar de overgang te zijn naar een nieuw, onvergankelijk leven. Hij hoefde in geen geval de mensen te verontrusten, omdat Jezus Christus hem heeft overwonnen. Want Hij heeft het verlossingswerk volbracht om de mensen te bevrijden uit een toestand die Zijn tegenstander in de wereld heeft gebracht. Maar het verlossingswerk en de opstanding van Jezus worden door de mensen niet juist gewaardeerd. Velen weten er van, maar geloven toch niet en daarom kunnen zij uit de gevolgen van het verlossingswerk en de opstanding ook geen voordeel trekken. Doch een levend geloof geeft de mensen het vaste vertrouwen en ontneemt hun daarom ook elke vrees voor de dood. En dezen zullen zalig inslapen in de Heer en met vreugde ontwaken bij Hem, in het rijk van licht en gelukzaligheid. Want voor dezen is er voor eeuwig geen dood meer, voor hen is er alleen nog maar een eeuwig leven.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Miedo de la muerte física

La muerte no es sino un paso a la Vida que dura eternamente. Vosotros todos, los seres humanos, no tendríais que temer la muerte si vuestra conducta en la Tierra correspondiera a mi Voluntad... si hubierais realizado este camino dentro del Orden divino, porque entonces tampoco os invadiría un susto ante la muerte... pues vuestra alma sólo se alegraría por poder huir de su cuerpo para regresar a su patria en la que su cuerpo terrenal sobra del todo, porque no se puede hablar de un perecimiento sino que al alma espera una Vida libre, llena de Luz y de fuerza.

Jesucristo resucitó de su tumba el tercer día, con lo que os demostró que no hay un perecimiento después de la muerte del cuerpo. Él os demostró que una conducta correcta sólo tiene por consecuencia la transformación del cuerpo terrenal en uno espiritual... y que el hombre mismo perdura. Únicamente su envoltura ha sufrido un cambio que para una permanencia en el Reino espiritual es absolutamente indispensable. Todos podríais realizar este cambio en vosotros mismos y, en verdad, la muerte habría perdido su aguijón.

Pero como vosotros, los hombres, no creéis en una Vida después de la muerte, también omitís prepararos a vosotros mismos para la estancia en el Reino espiritual. Y como vuestra alma después de la muerte del cuerpo material no tiene la menor esperanza de poder vestirse con un vestido espiritual radiante de luz, por eso teméis la muerte, y eso con toda razón... Aunque no podáis perecer, pero la pesadez terrenal todavía os queda apegada, de modo que el despertar después de la muerte del cuerpo no será nada de gracioso. Pero sí que despertaréis, con lo deficiente que vuestra alma esté formada... Se dará bien cuenta de que no ha perecido ni podrá perecer, y esta suerte los hombres teméis inconscientemente - vosotros que tenéis miedo de la muerte.

Por eso acordaos de Aquel que ha vencido la muerte... Jesucristo quiere despertaros a la Vida y quiere daros una Vida eternamente imperecedera la que nunca perderéis. Aceptad su regalo de Gracia y, en horas de aflicción, acordaos de Él y recomendadle vuestra alma. Rogadle que no la deje incurrir en la muerte, sino que tenga Compasión con ella y que la ayude a conseguir la Vida. Seguro que no le habréis dirigido este ruego en vano... Vuestro miedo se desvanecerá, dejando sitio para un sosiego bienaventurado - un sosiego que únicamente Jesucristo puede conceder a vuestra alma.

La fe viva en Jesucristo ahuyenta todos los pavores de la muerte porque el hombre sabe que resucitará a la Vida, tal como Jesucristo resucitó al tercer día. Pero aquel que no tiene esta fe en Él teme la muerte, o se toma por perecido, de haber vuelto a la nada de la que se imagina haber surgido. Para este, como también para todos que vivían en la Tierra sin Cristo habrá un despertar horrible... Les costará mucho tiempo hasta que se hayan convencido de que no han perecido, y que sólo encontrarán la salida de su estado de muerte si llaman por Aquel al que no querían reconocer en la Tierra - pero que es el Único que puede volver a regalarles la Vida.

La muerte sólo tenía que ser un paso a una nueva Vida imperecedera, y de ninguna manera tenía que inquietar a los hombres, dado que Jesucristo la ha vencido porque Él llevó a cabo la Obra de Redención, para liberar a los hombres de un estado que su adversario había introducido en el mundo.

Pero la Obra de Redención y la Resurrección de Jesús no están convenientemente valoradas por los hombres... Muchos tienen conocimiento de esto, pero aun así no tienen fe, por lo que tampoco pueden sacar provecho de los efectos de la Obra de Redención y de la Resurrección... Pero la fe viva da a los hombres la firme confianza, por lo que también quita todo miedo de la muerte. Estos hombres se dormirán bienaventuradamente, y se despertarán felices en el Señor - en el Reino de la Luz y de la bienaventuranza. Porque para estos nunca ya habrá una muerte sino únicamente una Vida eterna.

Amén.

Vertaler
Vertaald door: Meinhard Füssel