Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Het toekeren naar God in vrije wil - Liefdesband

Er is een band aangeknoopt die Mij voor eeuwig met mijn schepsel verbindt wanneer het zich in vrije wil naar Mij keert, dus als het ware de liefdesstraal opvangt die het schepsel nu naar Mij toe trekt en het nooit zal laten vallen. Deze band is onverbrekelijk en als de mens hem eenmaal is aangegaan, houdt deze hem ook in zijn greep en hij zal zich daar nooit los van kunnen maken.

Maar Ik spreek nu alleen over degenen die hun blik ernstig op Mij richten, niet over degenen die Mij alleen formeel belijden, die Mij nog niet tot de inhoud van hun verlangen, hun denken en streven lieten worden. Want Ik spreek alleen over de meest innerlijke gevoelens van de mens, over zijn geheime gedachten, over dat wat zijn ziel vervult. Ik spreek over de wil van de mens die uit eigen aandrang Mij zocht en gevonden heeft. Ik spreek over de wil die door niemand kan worden gedwongen, die niet van buitenaf beïnvloed werd, maar opstijgt uit de ziel en zich wenden kan waarheen het hem trekt.

Het is een moment van wedergeboorte wanneer de mens de weg naar Mij vindt en mijn liefdesstraal opvangt waarmee Ik hem voor eeuwig aan Mij bind. Hoe nu diens weg ook mag zijn, hij voert met zekerheid eens naar Mij, ook wanneer de mens nog door dwalingen en verwarringen heen gaat en het lijkt alsof hij zich weer van Mij verwijderd heeft.

Ik geef eeuwig nooit diegene op, die vrijwillig naar Mij kwam ofschoon hij in zijn zwakte, als gevolg van de onvolmaaktheid, vaak in gevaar is de juiste weg te verlaten. Ik ga ook op dwaalwegen naast hem en dring hem steeds weer terug op de juiste weg, want daartoe heb Ik het recht, omdat hij zich vrij naar Mij keerde en dit toekeren hem nu ook mijn voortdurende hulp verzekert. Want Ik weet dat juist zulke mensen buitengewoon in het nauw worden gebracht door mijn tegenstander en Ik zal weten te verhinderen dat deze macht over hen krijgt.

Ik alleen weet wiens wil zich vrij, uit eigen aandrang naar Mij toekeerde en daarom zult u mensen er niet over kunnen oordelen, wie Mij door middel van de wil al toebehoort en wie nog ver van Mij af staat. Want schijn bedriegt, maar u zult met zekerheid kunnen aannemen dat Ik ieder opwaarts help die ernstig op Mij aanstuurt. Want Ik laat Me niet misleiden. Ik ken de toestand van de ziel van ieder afzonderlijk. Ik ben op de hoogte van alle motieven van zijn handelen en denken en Ik vel waarlijk een rechtvaardig oordeel. Ik stuur ieder mens alle denkbare hulp toe wanneer Ik de ernst van zijn streven onderken.

Maar u mensen laat u vaak blind maken door mooie woorden. U beoordeelt de medemens naar uiterlijkheden, u staat vaak klaar met een voorbarig oordeel, u volstaan verzekeringen of vrome gebaren, om te geloven dat de medemens op de goede weg is naar Mij. En toch kan hij nog zeer ver van Mij af staan en nauwelijks een stap vooruit komen, tot hij eenmaal in zichzelf keert en dan ook mijn liefdesstraal opvangt, waarmee hij zich nu voor eeuwig met Mij zal verbinden.

En Ik wacht steeds maar op dit moment van het bewuste verlangen naar Mij, dat Ik echter nooit voorbij laat gaan, want nu pas bent u aan het gevaar ontkomen weer voor eeuwige tijden voor Mij verloren te gaan. Toch zal ook dan het worstelen nog zwaar zijn, maar u zult zeker uw doel bereiken, omdat u zich nu steeds zult kunnen vasthouden aan de liefdesband, die u meer en meer omhoog trekt en die u ook nooit meer los zult laten, omdat u gelukkig bent een houvast te hebben gevonden in uw leven op aarde.

Maar tot dit besluit moet ieder mens uit eigen beweging komen. Niemand kan ertoe worden bestemd of overgehaald, omdat Ik alleen dat waardeer wat uit het binnenste van het hart komt. Maar de mens kan op Mij opmerkzaam worden gemaakt, als Ik hem als liefdevolle Vader zal worden voorgesteld Die naar Zijn kinderen verlangt. Dan kan het kind proberen de juiste verhouding met de Vader tot stand te brengen en het zal de liefde van de Vader gewaarworden en zich gewillig aan Hem overgeven. En Ik wacht op dit moment dat Mij mijn kinderen terugbrengt. En vanaf dat ogenblik waak Ik over hen. En hoe ook hun verdere levensweg zal zijn, hij zal naar het doel leiden, omdat mijn liefde niets meer terug zal laten vallen wat eenmaal in vrije wil de weg naar Mij heeft gevonden.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Rivolgersi a Dio nella libera volontà – Il legame d’Amore

Un legame viene annodato, che Mi collega in eterno con le Mie creature, quando si rivolge di nuovo a Me nella libera volontà, cioè accoglie il Raggio d’Amore che ora attira la creatura a Me e non lo lascia mai più cadere. Questo legame non si strappa, e quando ha una volta afferrato l’uomo, lo tiene anche stretto, e non potrà mai più staccarsene. Ma ora parlo solo di coloro che rivolgono seriamente il loro sguardo a Me, non di coloro, che si confessano per $$Me$$ $$solo$$ $$formalmente$$, che non hanno fatto di Me il contenuto del loro desiderio, del loro pensare e tendere. Perché parlo di più dei sentimenti più intimi dell’uomo, dei suoi pensieri segreti, di ciò che riempie la sua anima. Parlo della volontà dell’uomo, che Mi ha cercato e trovato dalla propria spinta. Parlo della libera volontà, che nessuno può costringere, che non è stata influenzata dall’esterno, ma che sale su dall’anima, e che può rivolgersi dove vuole. E questo momento è l’attimo della nuova rinascita, della rinascita, quando l’uomo trova Me ed ora afferra il Mio Raggio d’Amore, con il quale vorrei incatenarlo a Me in eterno. E comunque sia ora anche l’ulteriore via dell’uomo, conduce comunque con sicurezza a Me, anche se l’uomo passa ancora attraverso errori e confusioni e sovente sembri, come se si fosse di nuovo allontanato da Me. Non lascio in eterno mai più colui che è venuto volontariamente da ME, benché nella sua debolezza come conseguenza della sua imperfezione è sovente in pericolo di lasciare la giusta via. Io vado accanto a lui anche su vie sbagliate e lo spingo sempre di nuovo indietro sulla retta via, perché per questo ho il Diritto, perché si è rivolto a Me liberamente, e questo rivolgersi gli assicura già il Mio costante Aiuto. Perché sò che proprio tali uomini che tendono verso Me, vengono oltremodo oppressi dal Mio avversario; ma saprò impedire che questo conquisti costante potere su di lui. Io Solo so anche la volontà di chi si è rivolto a Me liberamente, per propria spinta, e perciò voi uomini non potete giudicare, chi Mi appartiene già volontariamente e chi Mi sta ancora lontano, perché l’apparenza inganna. Ma potete accettare con certezza che aiuto ognuno che tende seriamente in Alto verso Me. Perché non Mi lascio ingannare; conosco lo stato dell’anima di ogni singolo, conosco tutti i motivi del suo pensare ed agire, e prendo veramente un giusto giudizio; guido all’uomo ogni aiuto immaginabile, quando riconosco la serietà del suo sforzo. Ma voi uomini vi lasciate sovente abbagliare da belle parole, valutate i vostri prossimi secondo le esteriorità, siete sovente pronti per un giudizio affrettato, vi bastano già delle assicurazioni o gesti pii per credere, che tali prossimi siano sulla retta via verso Me. E malgrado ciò possono starMi ancora molto lontano ed avanzare appena d’un passo, finché entrano una volta in sé e poi afferrano anche il Mio Raggio d’Amore, con il quale ora possono unirsi con Me in eterno. Ed aspetto sempre soltanto questo momento del cosciente desiderio di Me, che però non lascio mai passare oltre, perché solo ora siete sfuggiti al pericolo di andare perduti di nuovo per tempi eterni. Ciononostante la lotta sarà ancora difficile, ma raggiungete certamente la meta, perché vi potete ora tenere sempre al Mio Nastro d’Amore, che vi attira sempre di più in Alto e che voi non lasciate mai più perché siete felici di aver trovato un sostegno nella vostra vita terrena. Ma a questa decisione deve arrivare ogni uomo da sé stesso, nessuno può esserne costretto o convinto, perché valuto solamente ciò che viene dall’interno del cuore. Ma ad ogni uomo posso essere indicato mentre vengo presentato come amorevole Padre, Che desidera i Suoi figli. Allora ogni figlio può stabilire il giusto rapporto con Me, il Padre, e poi sentirà anche l’Amore del Padre e si darà volontariamente a Me. Ed aspetto quel momento che Mi riporta i Miei figli, e da quell’ora veglio su loro. E comunque sarà l’ulteriore via di vita, essa condurrà alla meta, perché il Mio Amore non lascia più cadere niente indietro ciò che una volta ha trovato ME nella libera volontà.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich