Mijn Gerechtigheid eist aflossing van elke schuld; want dat is de wet van de goddelijke ordening dat elke oorzaak haar uitwerking tot gevolg heeft. Elke schuld is een vergrijp tegen de eeuwige ordening, ze is een daad die zich op de een of andere manier moet doen gevoelen en die altijd alleen maar een slechte uitwerking zal hebben, omdat ze een vergrijp was tegen Mijn ordening van eeuwigheid. Het kwade zal steeds kwaad voortbrengen en geen enkele slechte daad blijft zonder uitwerking.
U, mensen zult dus als u met een schuld belast bent, nooit in vrijheid en gelukzaligheid in het geestelijke rijk kunnen leven omdat deze schuld daarom een belasting is voor de ziel, omdat de slechte uitwerkingen voortdurend de ziel zouden aanmanen tot een rechtvaardige vereffening, omdat schuld eenvoudigweg het bewustzijn van een "gelukzalige vrijheid" niet toelaat - want de ziel is uit de goddelijke ordening getreden en moet onvoorwaardelijk deze goddelijke ordening tevoren herstellen, eer ze kan genieten van haar vrijheid. Dit is geenszins een bestraffing van Mijn kant, maar gewoon wet, omdat er in Mijn rijk gerechtigheid heerst en liefde en omdat beide een niet vereffende schuld niet verdragen.
Gelukzalig zijn kan alleen een wezen zonder schuld, een wezen dat de kleinste liefdeloosheid met liefde weer heeft goedgemaakt, een wezen dat nu helemaal in de eeuwige ordening is binnengegaan - een wezen dat alle schuld heeft betaald, dat alle schuld met liefde heeft goedgemaakt. En daartoe is nauwelijks een wezen in staat dat als mens op aarde leefde en op veelvuldige manier schuldig is geworden, omdat het de weg op aarde heeft afgelegd in onvolmaakte toestand, omdat het wezen door deze onvolmaakte toestand niet in goddelijke ordening verkeert, omdat het in zichzelf de liefde nog niet tot ontplooiing heeft gebracht, dus zich door de liefdeloosheid een mate van schuld heeft opgehoopt, waarvoor het leven op aarde te kort is om dit te delgen, zelfs wanneer het wezen zich hierin verandert tot liefde, juist omdat Mijn Gerechtigheid een vereffening moet eisen die overeenstemt met zijn schuld.
IK kan niet gelukzaligheid schenken in Mijn rijk voordat de schuld tot op de cent is betaald. Maar IK kan een boetedoening aannemen die voor de schuldig geworden ziel wordt betaald, maar ook alleen dan, wanneer liefde deze boetedoening verricht - omdat alleen dan aan Mijn Gerechtigheid wordt voldaan.
En nu zult u ook het werk van Liefde en Barmhartigheid van de mens JEZUS begrijpen, DIE inzag in welke nood de mens is verstrikt en zich gedurende het leven op aarde daar niet vrij van kan maken, en ook in het geestelijke rijk als hij beladen met zijn schuld dit betreedt. HIJ wist dat Mijn Gerechtigheid niet een schuld kon schrappen die nog niet vereffend was en daarom bood HIJ Zich Zelf als zoenoffer aan het kruis aan, om de mensen in de staat van vrijheid over te plaatsen die een gelukzalige toestand in het geestelijke rijk eerst toelaat. Hij betaalde dus de schuld tot op de cent voor diegene die Zijn verlossingswerk aanneemt, die zichzelf schuldig voelt en JEZUS CHRISTUS vraagt voor hem de schuld te hebben afgelost door Zijn aan het kruis vergoten bloed.
In Mijn rijk zou er geen gelukzalig wezen zijn zonder dit Verlossingswerk van de mens JEZUS. Maar de zegen van het Verlossingswerk kan alleen over diegene komen die zijn schuld inziet als scheiding tussen zichzelf en GOD, die dit inzicht heeft gekregen als gevolg van zijn wil die op MIJ is gericht, in wie de vonk van de liefde is ontvlamd, daar hij zich anders nooit schuldig zou voelen; en het bewustzijn van zijn schuld drijft hem nu naar MIJ in JEZUS CHRISTUS en hij vraagt MIJ om vergeving terwille van JEZUS CHRISTUS. En zijn schuld wordt teniet gedaan, ze wordt totaal gedelgd en hij kan als vrij wezen het rijk van het licht binnengaan waarin het nu weer zijn taak is deel te hebben aan het verlossingswerk.
Als zelf verlost, kan nu de ziel ten volle werkzaam zijn, zodat ze nu ook de zielen in de goddelijke ordening tracht terug te leiden die ongelukkig zijn omdat ze niet verlost zijn. En deze bezigheid is vaak moeilijk en vereist veel geduld en volharding, maar haar liefde geeft haar kracht en ze gebruikt deze kracht voor de dienst voor MIJ en Mijn rijk. Ze dient ME en betaalt a.h w. met haar diensten van liefde een schuld die IK wel te niet heb gedaan, dus doorgeschrapt, maar zo'n vereffening toch graag aanneem, omdat de liefde ze MIJ aanbiedt. De door JEZUS bloed verloste zielen in het geestelijke rijk zijn onafgebroken bezig om de nog ontrouwe zielen naar MIJ terug te voeren; maar ze vervullen deze werkzaamheid niet meer vanuit een bewustzijn van schuld, maar in volledige vrijheid en worden daarom niet alleen voor Mijn knechten gehouden maar voor Mijn medewerkers, die zonder het geringste eigenbelang alleen bijdragen aan de gelukzaligheid van de bewoners van het geestelijke rijk - uit liefde voor MIJ en voor al het geestelijke dat IK schiep.
De zielen nu die nog onverlost in de diepte smachten, zijn dus nog met hun schuld beladen en daarom boeten ze deze in hun smartelijke toestand voor een deel uit - maar ze zullen zich nooit alleen door deze kwellingen kunnen vrijkopen, ze zullen nooit met de aflossing van hun schuld gereed komen zonder de verlossing door JEZUS CHRISTUS. Op aarde hebben ze de gelegenheid verzuimd hun schuld aan HEM over te dragen DIE voor hen boete heeft gedaan door Zijn dood aan het kruis. Maar eens moeten zij dit doen, daar ze anders eeuwig hun schuld niet kwijt raken.
En IK ben tevreden wanneer ze maar uit de diepte tot MIJ roepen om hun schuld in het zand te schrijven, om hen op te heffen in lichtere sferen, waar ze nu weliswaar erg moeten worstelen, maar zich toch eens ook aanbieden voor het verlossingswerk en die nu van hun kant weer veel schuld afdragen, juist door hun verlossingswerk, dat ze echter steeds pas dan kunnen verwezenlijken, wanneer ze zich aan JEZUS CHRISTUS hebben overgegeven, dat HIJ hen zal verlossen uit de macht van hun gevangenbewaarder,(satan). Ze lossen dus vrijwillig en uit liefde hun schuld af, want die is al eerder teniet gedaan door het Verlossingswerk van JEZUS. Maar hun dankbaarheid en gelukzaligheid over hun bevrijding kunnen ze niet anders kenbaar maken dan door mee te doen aan het werk van verlossing, omdat ze zelf op de hoogte zijn van de nood van de zielen in de duisternis en in hun liefde nu allen zouden willen helpen om in vrijheid gelukkig te worden. Maar zonder JEZUS CHRISTUS zou geen wezen in staat zijn, noch op aarde noch in het hiernamaals de zondenschuld zelf af te lossen. Maar terwille van de Gerechtigheid moet elke schuld worden goedgemaakt en dit boetewerk volbracht JEZUS, en u, mensen zult vrij kunnen worden van elke schuld, op aarde of ook in het rijk hierna.
Amen
VertalerA minha justiça exige a remoção de toda a culpa.... pois é a lei da ordem divina que cada causa traz o seu efeito. Toda a culpa é uma ofensa à ordem eterna, é um acto que de alguma forma deve ter um efeito e que só terá um mau efeito porque foi uma violação da Minha ordem desde a eternidade. O mal só dará à luz o mal.... e nenhuma má acção permanece sem efeito. Assim, vós, humanos, carregados de culpa, nunca seríeis capazes de viver em liberdade e felicidade no reino espiritual, porque esta culpa é, portanto, um fardo para a alma, porque os maus efeitos admoestariam constantemente a alma a fazer uma justa compensação.... porque a culpa simplesmente não permite a consciência da 'liberdade feliz' .... porque a alma saiu da ordem divina e tem absolutamente de restaurar primeiro esta ordem divina antes de poder gozar da sua liberdade. Isto não é de forma alguma um acto de punição da Minha parte mas simplesmente lei, porque a justiça e o amor reinam no Meu reino e porque nenhum deles é compatível com uma culpa desequilibrada. Só um ser sem culpa pode ser feliz, um ser que compensou a menor falta de amor com amor, um ser que agora entrou completamente na ordem eterna.... um ser que pagou toda a culpa, que compensou toda a culpa com amor.... E quase nenhum ser é capaz disto que viveu na terra como ser humano e se tornou culpado de muitas maneiras.... porque percorreu o caminho terreno num estado imperfeito, porque o ser não se move na ordem divina devido a este estado imperfeito.... porque ainda não desenvolveu o amor dentro de si mesmo, assim devido à falta de bondade acumulou uma medida de culpa que a vida terrena é demasiado curta para redimir, mesmo que o ser ainda mude para o amor nela.... precisamente porque a Minha justiça deve exigir uma compensação que corresponda à sua culpa.... Não posso conceder a felicidade no Meu reino antes de a dívida ter sido paga "em tostões e moedas".... Mas posso aceitar uma expiação que é paga pela alma culpada.... mas só se o amor fizer esta expiação.... porque só então é que a Minha justiça ficará satisfeita. E agora também compreenderá a obra de amor e misericórdia de Jesus, o homem, que reconheceu a adversidade em que o ser humano está enredado e não pode libertar-se dela durante a vida terrena e também no reino espiritual, se entrar nele sobrecarregado pela sua culpa.... Ele sabia que a Minha justiça não podia simplesmente cancelar uma dívida que ainda não tinha sido paga, e por isso ofereceu-se na cruz como sacrifício de expiação para colocar as pessoas no estado de liberdade que só permite a bem-aventurança no reino espiritual. Assim, pagou a dívida em 'tostões e moedas' por aquele que aceita a Sua obra de redenção, que se sente culpado e pede a Jesus Cristo que tenha pago a dívida por ele através do Seu sangue derramado na cruz. Não haveria nenhum ser abençoado no Meu reino sem esta obra redentora do ser humano Jesus 19. No entanto só a pessoa que reconhece a sua culpa como uma separação entre ele próprio e Deus, que ganhou esta realização como resultado da sua vontade voltada para Mim, em quem a centelha do amor se acendeu, pode entrar na bênção do acto de Salvação.... caso contrário ele nunca se sentiria culpado.... (27.3.1955) e a consciência da sua culpa leva-o agora até Mim em Jesus Cristo, e Ele pede-me perdão por Jesus Cristo.... E a sua culpa é compensada, é completamente redimida, e ele pode entrar no reino da luz como um ser.... livre onde agora é sua tarefa participar novamente na obra de redenção. Como redimida, a alma pode agora estar activa a tal ponto que agora também procura conduzir essas almas de volta à ordem divina que estão infelizes porque não redimidas.... E esta actividade é frequentemente trabalhosa e requer muita paciência e perseverança, mas o seu amor dá-lhe força e usa essa força para Me servir e ao Meu reino.... serve-Me e, por assim dizer, paga uma dívida com o seu trabalho de amor que eu certamente resgatei, assim cancelado, mas aceito de bom grado tal compensação porque o amor me oferece.... As almas redimidas pelo sangue de Jesus são incansavelmente activas no reino espiritual a fim de trazerem até Mim as almas ainda apóstatas, mas já não realizam esta actividade em consciência de culpa mas em completa liberdade e, por isso, são consideradas não só como Meus servos mas como Meus colaboradores que, sem o mínimo interesse próprio, apenas contribuem para a felicidade dos habitantes do reino espiritual.... por amor a Mim e a todas as substâncias espirituais que criei. Assim, as almas que ainda definham sem redenção no abismo ainda são sobrecarregadas pela sua culpa, e por isso expiam parcialmente por ela no seu estado agonizante...., mas nunca serão capazes de se redimir apenas através destes tormentos, nunca serão capazes de lidar com a sua culpa sem a redenção através de Jesus Cristo.... Na terra perderam a oportunidade de entregar a sua culpa àquele que fez expiação por eles através da Sua morte na cruz.... Mas eles têm de o fazer uma vez ou não serão eternamente libertados da sua culpa. E ficarei satisfeito se me chamarem apenas das profundezas para escreverem a sua culpa na areia, a fim de os elevar para esferas mais leves onde, de facto, terão de lutar arduamente, mas ainda assim se oferecerem por uma vez pelo trabalho de redenção e que, por sua vez, pagarão novamente muita culpa precisamente através do seu trabalho de redenção que, no entanto, só poderão levar a cabo depois de se entregarem a Jesus Cristo para que Ele os liberte do poder do seu prisioneiro. Assim, suportam a sua culpa voluntariamente e por amor, porque já foi redimida através do trabalho redentor de Jesus 19. Mas não podem expressar a sua gratidão e felicidade pela sua libertação de outra forma que não participando no acto de Salvação, porque eles próprios sabem das dificuldades das almas na escuridão e no seu amor querem agora ajudar toda a gente a abençoar em liberdade.... Mas sem Jesus Cristo nenhum ser seria capaz, nem na terra nem no além, de pagar a culpa do pecado em si.... No entanto, em nome da justiça toda a culpa deve ser expiada, e Jesus realizou esta obra de expiação, e vós, humanos, podeis libertar-vos de toda a culpa, na terra ou no reino do além...._>Ámen
Vertaler