Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Opstanding

„Verheug u en jubel het uit, want Hij is opgestaan uit de dood“. Zo klonk het uit de mond van de mijnen, en ze geloofden in Mij, dat Ik Jezus Christus was, de Gezalfde des Heren, dat Ik werkelijk en waarachtig God was en de wereld verlost had door mijn kruisdood. Ik was opgestaan uit de dood.

Ik had hun daardoor het bewijs gegeven van de waarheid van mijn woorden: "Breek deze tempel af en Ik zal hem in drie dagen weer opbouwen". Ik had de macht van de dood gebroken.

Maar mijn verrijzenis moest er voor de mensen alleen het bewijs zijn, dat het leven niet is afgelopen met de dood van het lichaam.

Ze moesten leren geloven aan een leven na de dood en daarom liet Ik voor de mensen zichtbaar gebeuren wat iedere afzonderlijke ziel te wachten staat na het overlijden op aarde. Want dit geloof ontbrak allen en zelfs de priesters en schriftgeleerden wezen op de dood van de profeten als een bewijs, dat ook de meest godvruchtige mensen tenslotte ten prooi vallen aan de dood.

Want van de geestelijke gevolgen van de levenswandel wisten ze niets. De opstanding van de ziel trokken ze in twijfel en daarom waren de leringen van de mens Jezus voor hen ook onbegrijpelijk en lastig. En Ik wilde het geestelijke gevolg van het naleven van mijn leringen duidelijk aan de mensen laten zien.

Ik was Heer over leven en dood.

Ten tijde van mijn leven op aarde wekte Ik doden op tot leven en de mensen geloofden Mij niet, dat Ik macht had over leven en dood.

En zo bewees Ik hun met Mij zelf dat Ik ook Heer was over de dood, dat het leven niet kan worden ontnomen aan degene die het geestelijk al gevonden heeft, ook wanneer men hem het aardse leven afneemt.

Maar Ik liet ook het aardse lichaam verrijzen, ten teken dat dit niets aards meer bevatte, dat ook dit vergeestelijkt was en bijgevolg de kracht in zich had te verrijzen in vergeestelijkte vorm.

Aan mijn lichaam kleefde niets aards meer, omdat het zich door het ontzettende lijden volledig gelouterd had, omdat al het aardse helemaal veranderd was in geestelijke substantie en dit geestelijke nu kon verrijzen tot volledig leven.

En daarom kon het lichaam uit het graf opstijgen, want niets hield het aan de aarde vast.

Dit was een gebeurtenis, waarvan de gehele mensheid kennis zou moeten nemen, dat en waarom het mogelijk is, na de dood van het lichaam weer ten leven op te staan. Want van het hiervan kennis nemen - van het geloof aan mijn opstanding - hangt ook het geloof in mijn goddelijkheid af, het geloof aan mijn missie op aarde als Gods Zoon en de bereikte volledige vereniging met God door het vervullen van die missie.

Ik ben werkelijk en waarachtig opgestaan uit de dood en heb Me aan de mijnen zichtbaar getoond. En daardoor heb Ik de mensen bewezen dat Ik als mens de dood heb overwonnen, dat hij die de dood in de wereld heeft gebracht, niet de macht had, mijn lichaam op aarde achter te houden, dat het geestelijke kleed al had aangetrokken door het werk van de verlossing.

En dit werk van de verlossing gold voor de gehele mensheid.

Dus kan geen ziel meer door mijn tegenstander worden teruggehouden die - door mijn kruisdood verlost - aan zijn macht is ontrukt.

Ze zal de dood niet hoeven te vrezen, ze zal verrijzen tot het eeuwige leven en ze zal kunnen jubelen en loven, want ze weet dat haar Verlosser leeft en dat Hij al diegenen het leven geeft die in Hem geloven en aan Zijn opstanding.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Auferstehung....

"Freuet euch und frohlocket, denn Er ist auferstanden von den Toten...." So klang es aus dem Munde der Meinen, und sie glaubten an Mich, daß Ich Jesus Christus war, der Gesalbte des Herrn, daß Ich wirklich und wahrhaftig Gott war und die Welt erlöst hatte durch Meinen Kreuzestod. Ich war auferstanden von den Toten.... Ich hatte ihnen dadurch den Beweis der Wahrheit Meiner Worte gegeben: "Reißet den Tempel nieder, und Ich will ihn in drei Tagen wieder aufbauen...." Ich hatte die Macht des Todes gebrochen.... Meine Auferstehung aber sollte den Menschen nur Beweis dafür sein, daß das Leben nicht mit dem Leibestode beendet ist.... Sie sollten glauben lernen an ein Leben nach dem Tode, und darum ließ Ich für die Menschen sichtbar vor sich gehen, was jede einzelne Seele zu erwarten hat nach dem irdischen Ableben. Denn dieser Glaube mangelte allen, und selbst die Priester und Schriftgelehrten wiesen auf den Tod der Propheten hin als Beweis, daß auch die frömmsten Menschen zuletzt dem Tode anheimfallen.... Denn von geistigen Auswirkungen des Lebenswandels wußten sie nichts, die Auferstehung der Seele bezweifelten sie, und darum auch waren ihnen die Lehren des Menschen Jesus unverständlich und unbequem. Und Ich wollte den Menschen die geistige Auswirkung des Befolgens Meiner Lehren offensichtlich zu erkennen geben.... Ich war Herr über Leben und Tod.... Ich erweckte zur Zeit Meines Erdenwandels Tote zum Leben, und die Menschen glaubten Mir nicht, daß Ich Macht hatte über Leben und Tod.... Und so bewies Ich ihnen an Mir Selbst, daß Ich auch Herr war über den Tod.... daß das Leben nicht genommen werden kann dem, der es geistig schon gefunden hat, auch wenn man ihm das irdische Leben nimmt.... Ich aber ließ auch den irdischen Leib auferstehen zum Zeichen, daß dieser nichts Irdisches mehr an sich hatte, daß auch er vergeistigt war und somit in sich die Kraft hatte, zu erstehen in vergeistigter Form.... Meinem Körper hing nichts Irdisches mehr an, weil er sich durch die entsetzlichen Leiden völlig geläutert hatte, weil alles Irdische sich verkehrt hatte in Geistiges und dieses Geistige nun in vollem Leben sich erheben konnte.... Und darum konnte der Körper dem Grabe entsteigen, denn nichts hielt ihn an der Erde zurück.... Es war dies ein Vorgang, von dem die gesamte Menschheit Kenntnis nehmen sollte, daß und warum es möglich ist, nach dem Leibestode zum Leben wiederzuerstehen, denn von dieser Kenntnisnahme.... von dem Glauben an Meine Auferstehung.... hängt auch der Glaube an Meine Göttlichkeit ab, der Glaube an Meine Mission auf Erden als Gottes Sohn und die durch das Erfüllen der Mission erlangte völlige Vereinigung mit Gott.... Ich bin wirklich und wahrhaftig auferstanden von den Toten und habe Mich den Meinen sichtbar gezeigt.... und Ich habe dadurch den Menschen bewiesen, daß Ich als Mensch den Tod überwunden habe, daß der, der den Tod in die Welt gebracht hat, nicht die Macht hatte, Meinen Körper auf Erden zurückzuhalten, der das geistige Kleid schon angezogen hatte durch das Werk der Erlösung.... Und dieses Werk der Erlösung galt der gesamten Menschheit.... Also es kann keine Seele von Meinem Gegner mehr zurückgehalten werden, die - als durch Meinen Kreuzestod erlöst -, seiner Macht entronnen ist.... Sie wird den Tod nicht zu fürchten brauchen, sie wird auferstehen zum ewigen Leben, und sie wird jubeln und frohlocken können, denn sie weiß, daß ihr Erlöser lebt und daß Er allen denen das Leben gibt, die an Ihn glauben und an Seine Auferstehung....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde