Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

De schepping van de mens - De zondeval

Het gevallen geestelijke had een eindeloos lange tijd nodig voor zijn opwaartse ontwikkeling, en ook mijn afzonderlijke scheppingen vergden een eindeloos lange tijd die als het ware, met het daarin gebonden geestelijke, zich ook moesten ontwikkelen om het steeds rijpere geestelijke daarin te kunnen opnemen. Steeds weer werden nieuwe vormen geschapen en steeds weer werd deze vormen een bestemming toegewezen. En zo ontstond de aarde niet in een ogenblik, maar zijn er eindeloze tijdperken verlopen totdat het geestelijke in alle graden van rijpheid de vereiste uiterlijke vorm aantrof, omdat de steeds grotere rijpheid ook steeds weer nieuwe scheppingen vereiste.

Zolang dus het geestelijke onder de wet van een gebonden wil gebukt ging bestond mijn scheppende bezigheid uit het doen ontstaan van de aarde als plaats van uitrijping voor het zo diep gevallen geestelijke dat daarin een rijpheid zou kunnen verkrijgen die het gebonden geestelijke de vrije wil terug zou geven die het eens misbruikt had.

Nu moest er natuurlijk ook een uiterlijke vorm geschapen worden voor dat gerijpte geestelijke, opdat het in deze vorm zijn vrije wil weer toetsen kon. En dit scheppingswerk was de mens die zich van alle vooraf ontstane scheppingen in zoverre onderscheidde dat hij naast de vrije wil ook met verstand en rede begaafd was. Met een denkvermogen, met een zelfbewustzijn en in staat door spraak met zijn medemensen van gedachten te kunnen wisselen, omdat daardoor het samenleven de nodige voorwaarden in zich had om de wil te toetsen.

De uiterlijke vorm van de mens was reeds in de laatste stadia van de gebonden wil aanwezig en bestemd voor het opnemen van talloze gerijpte zielssubstanties. Maar deze wezens handelden nog vanuit de gebonden wil zoals de natuurwet dat vorderde en daarom waren zij ook niet voor hun handelen verantwoordelijk. Zij waren maar in beperkte mate bekwaam om te denken, evenwel een verzamelbak voor het in eindeloos lange ontwikkelingstijd gerijpte geestelijke, maar evenzo scheppingswerken die mijn liefde en wijsheid voor dit geestelijke gevormd had. Maar als mensen te betitelen waren pas die wezens die in het bezit waren van een vrije wil, verstand en een zelfbewustzijn.

En nu pas vond het plan van de vergeestelijking van deze schepselen doorgang en dat vereiste dat deze wezens, de mensen, door Mij onderwezen werden, dat zij hun denkvermogen, hun verstand en hun vrije wil gebruiken moesten in overeenstemming met mijn onderrichtingen. En op grond van hun vrije wil konden zij nu werken en leven op de aarde. Zij konden zich tot kinderen van God vormen maar ook geheel tegen mijn leringen en mijn wil ingaan en daardoor weer in de diepte zinken waaruit zij omhoog gestegen waren.

Ik schiep de mens. Ik gaf het in een bepaalde graad van rijpheid staande geestelijke, een uiterlijke vorm die zowel aan mijn liefde en wijsheid beantwoordde alsook aan de opdracht die de mens nu te vervullen had. De uiterlijke vorm werd pas tot een levend wezen toen het geestelijke daarin zijn verblijf nam, de samenvoeging van ontelbare partikels die nu als "ziel" aan de vorm het leven gaf.

Het geestelijke is dus de gestadig werkende kracht. Het was wel gebonden gedurende de eindeloos lange ontwikkelingsgang en daardoor onbekwaam tot onbelemmerde werkzaamheid, maar in de laatste uiterlijke vorm, in de mens, kan het weer werkzaam worden. Het kan de hem eigen kracht weer ontplooien en deze door de aaneensluiting met Mij onbeperkt vergroten.

Mijn kracht stond de eerste mensen in overvloed ter beschikking. Zij waren uitgerust op ongewone wijze omdat de proeftijd tijdens hun leven op aarde hen daartoe brengen moest, dat zij volledig vergeestelijkt hun aards omhulsel zouden afleggen en weer als ware kinderen in hun vaderhuis terugkeren. Toch moesten zij de beproeving van de wil ondergaan die Ik van ieder geschapen wezen vorder. En het doorstaan van deze proef zou alle mensen die na hen kwamen, geholpen hebben het laatste doel gemakkelijker te bereiken.

In de eerste mensen had Ik Mij wezens geschapen die ondanks hun onvolkomenheid, ofwel hun gemis aan volmaaktheid als gevolg van hun afval van Mij, toch een besef over Mij zelf konden krijgen, daar zij van zichzelf inzagen dat ze schepselen waren en dus ook door hun denkvermogen en vrije wil mijn wil konden herkennen en uitvoeren. Ik had Mijzelf wezens geschapen aan wie Ik Mij zelf kenbaar kon maken ondanks hun afstand tot Mij, wat voordien in de toestand van een onvrije wil niet mogelijk was.

De mens was dus het eerste scheppingswerk dat een gevallen oer-geest in zich droeg en dit moest hem helpen, weer in zijn oertoestand terug te keren om weer als vrije geest, in eeuwige gemeenschap met Mij, te kunnen scheppen en werken. Dat was de opdracht voor de eerst geschapen mens en blijft ook de opdracht voor alle mensen tot het einde: tot de totale vergeestelijking van al het gevallene afgesloten is.

Het was een niet al te zware beproeving van de wil die de eerste mens had af te leggen, maar bij deze beproeving moest ook mijn tegenstander het recht worden toegekend op hem in te werken. En door deze invloed faalde de mens en werd voor de tweede keer afvallig van Mij. Het was de eerste zondeval op deze aarde, de zondeval waarvan de mensheid op de hoogte is, ook als zij niets afweet van de vorige afval van het geestelijke van Mij. Maar dit verklaart pas alles, want de eerste mens had niet kunnen vallen als hij het eerst geschapen wezen geweest was dat in het volle bezit van licht en kracht geweest zou zijn, omdat alleen het volmaakte uit Mij kan voortkomen. Dan had geen vijandige kracht hem kunnen beïnvloeden. De oorzaak van zijn val is echter te vinden in de eerdere val van het geestelijke, dus in de nog niet rijp geworden ziel van de mens die zich nu weliswaar bewijzen kon, maar niet bewijzen moest.

De mens echter had verstand en een vrije wil en daarom ook een verantwoording te dragen voor zijn ziel, dus moest hij voor zijn schuld boeten. Mijn tegenstander behield de macht over het als mens belichaamde geestelijke, en dat betekent voor ieder mens een moeizame, met strijd en lijden verbonden gang over de aarde. En wel met het doel zichzelf te bevrijden uit zijn heerschappij. Een doel dat de mens ook bereiken kan omdat Jezus Christus het mensengeslacht, dat verzwakt was door de zondeval van Adam, te hulp kwam. De verlossing is daarom verzekerd voor iedereen die Hem erkent als Zoon van God en Verlosser van de wereld, en Hem gewillig navolgt.

De eerste mens had de brug kunnen bouwen waarover dan al zijn nakomelingen tot Mij konden komen. Maar omdat hij viel, moest de mensheid nog lang in de gevangenschap van satan blijven. Tot de Verlosser kwam, tot Jezus Christus naar de aarde neerdaalde om nu een brug te slaan naar het geestelijke rijk, door Zijn lijden en sterven, door Zijn dood aan het kruis.

De beslissing van de wil die van mijn eerst geschapen wezen, van Lucifer gevraagd werd was geenszins als een gebod te beschouwen. Veelmeer was dat wezen volledig vrij zijn wil een bepaalde richting te geven, en die richting van zijn wil was alleen op zijn verlangen naar macht en heerschappij gebaseerd. Het was zich wel bewust van Mij te zijn uitgegaan maar was van mening alleen te heersen, daar het Mij niet zag. Het besefte wel dat Ik degene was vanwaar het was uitgegaan maar wilde Mij niet erkennen. En deze wil had niet Ik in dat wezen gelegd, maar het wezen zelf had de hem door Mij geschonken vrije wil zo veranderd.

Dat was het verschil tussen de eerste val van Lucifer en de zondeval van de eerste mens, want de laatstgenoemde droeg nog de verkeerde wil in zich en daarom gaf Ik hem een gebod dat hij niet overtreden mocht. Een gebod, waaraan hij zich ook gemakkelijk had kunnen houden wanneer de Mij vijandige geest niet op hem ingewerkt had. Deze had daarom nog een sterke invloed op de mens omdat hij eigenlijk nog steeds een deel van hem was, omdat de ziel nog niet de volmaaktheid teruggekregen had welke een val onmogelijk maakt.

Een volmaakt geschapen mens had niet kunnen vallen, dat wil zeggen: hij zou tot het overtreden van dit gebod niet in staat geweest zijn, omdat het volmaakt geestelijke in de mens, hem zou hebben weerhouden van elke Godvijandige daad. De schepping van de mens was echter pas het gevolg van de val van Lucifer en zijn aanhang, want anders had Ik het waarlijk niet nodig gevonden het door Mij in het leven geroepen geestelijke uiterlijke vormen te geven als omhulsel.

De vorm van de mens bevatte reeds het gevallen geestelijke. Daardoor was Adam reeds met de eerder begane zonde belast, die hij echter had kunnen kwijtraken als hij mijn gebod geëerbiedigd had - en het was hem dus mogelijk deze erfschuld te delgen. Zijn val echter stelde de terugkeer van het gevallen geestelijke tot Mij weer tot eindeloze tijden uit. Maar toch is zij mogelijk geworden door het verlossingswerk van de mens Jezus - die zonder gebod van mijn kant uit dat volbracht heeft wat Adam had moeten doen: namelijk volledig mijn wil te volbrengen en door een leven van liefde zich weer met Mij te verenigen om in het volle bezit van licht en kracht te komen.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Criação da man.... Fall of Man....

O espiritual caído necessitava de um tempo infinitamente longo para o seu desenvolvimento ascendente, e um tempo infinitamente longo foi também requerido pelas Minhas criações individuais, que, por assim dizer, também tiveram de se desenvolver com o limite espiritual nelas, a fim de poderem albergar dentro de si mesmas um espiritual cada vez mais maduro. Uma e outra vez foram criadas novas formas e uma e outra vez foi atribuído um objectivo a estas formas. Assim, a criação terrena não surgiu num instante, mas em períodos de tempo infinitamente longos, até que o espiritual, em todos os graus de maturidade, encontrou a forma externa necessária para ela, porque a maturidade sempre crescente também exigiu tempo e novamente novas criações que a pudessem acomodar. Mas enquanto a substância espiritual vivesse na lei da compulsão A minha actividade criativa significava criar a terra como uma estação de amadurecimento para a substância espiritual profundamente caída, que devia atingir uma maturidade na mesma que devolvia à substância espiritual ligada o livre arbítrio que outrora tinha abusado....

Mas agora também tinha de ser criada uma forma externa para este ser espiritual amadurecido, para que pudesse testar novamente o livre arbítrio nesta forma.... Este trabalho de criação foi o ser humano, que se distinguia de todas as criações que tinham surgido antes, na medida em que, para além do livre arbítrio, era também dotado de intelecto e razão.... com a capacidade de pensar, com autoconsciência e com a capacidade de comunicar com os seus semelhantes através da língua, porque a convivência proporcionou as condições necessárias para testar a vontade. A forma exterior do ser humano já estava presente nas últimas fases num estado de compulsão e estava destinada a receber inúmeras substâncias anímicas maduras, no entanto, estes seres vivos ainda actuavam num estado de compulsão, como exigido pela lei natural, e não eram, portanto, responsáveis pelos seus actos. Só em muito pouco tempo foram capazes de pensar, mas como reservatório para as substâncias espirituais que tinham amadurecido num tempo de desenvolvimento infinitamente longo, foram também obras de criação que a Minha sabedoria e amor tinham moldado para estas substâncias espirituais. No entanto, apenas os seres vivos na posse do livre arbítrio, intelecto e autoconsciência deviam ser considerados seres humanos....

E só agora começou o plano de espiritualização destas criaturas.... que agora exigia que estes seres.... os seres humanos.... foram instruídos por Mim.... que deviam usar a sua capacidade de pensamento, o seu intelecto e o seu livre arbítrio de acordo com as Minhas instruções e que, em virtude do seu livre arbítrio, podiam agora viver e criar na terra.... quem pudesse moldar-se em deuses mas que também pudesse agir completamente contra as Minhas instruções e a Minha vontade e regressar ao abismo do qual tinham ascendido.... Eu criei man.... Dei ao ser espiritual, que tinha atingido um certo grau de maturidade, uma forma externa que mais uma vez correspondia à Minha sabedoria e ao Meu amor e também à tarefa que o ser humano tinha agora de cumprir.... A forma externa só se tornou um ser vivo quando a substância espiritual tomou residência em it‖ a composição de inúmeras partículas que agora deram vida à forma como uma 'alma'. Pois o espiritual está constantemente activo e foi certamente ligado durante as fases preliminares, durante o interminável longo curso de desenvolvimento, e incapaz de uma actividade desinibida; mas na última forma exterior, no ser humano, pode tornar-se activo novamente. Pode desdobrar a sua própria força e aumentá-la sem restrições através da união com Me..... A minha força estava disponível para os primeiros seres humanos sem medida; estavam equipados de uma forma invulgar porque a sua vida de teste na terra pretendia que eles se desfizessem da sua concha terrestre tão completamente espiritualizada e voltassem à casa do seu Pai como verdadeiros filhos.... Mas o teste da vontade teve de ser posto à prova, o que exijo de todos os seres criados; a aprovação deste teste pelas primeiras pessoas teria facilmente permitido a todas as pessoas subsequentes alcançar o objectivo final.... (1.11.1953) Nos primeiros seres humanos que criei para Mim mesmo que, apesar da sua inadequação...., ou seja, a sua falta de perfeição em resultado da apostasia de Mim...., conseguiram no entanto alcançar a realização de Mim mesmo, que se reconheceram como criaturas.... que foram portanto capazes de reconhecer e realizar a Minha vontade através da sua capacidade de pensar e do seu livre arbítrio.... Tinha criado seres para Mim mesmo a quem Mim podia fazer-me compreender apesar da sua distância de Mim, que podiam ouvir a Minha Palavra e deixá-la ter um efeito sobre eles, o que anteriormente era impossível no estado de vontade.... Assim, o ser humano foi a primeira obra terrena da criação que transportou um espírito original caído dentro de si e que agora deveria ajudar este espírito original a regressar ao seu estado original para poder criar e trabalhar novamente como um ser espiritual livre em eterna união com Mim.... Esta foi a tarefa do primeiro ser humano criado, e continua a ser a tarefa de todos os seres humanos até ao fim, até à completa espiritualização de tudo o que caiu.... Foi uma prova de vontade não muito difícil que o primeiro ser humano teve de passar.... Mas para este teste também teve de ser concedido ao meu adversário o direito de o influenciar.... E o ser humano sucumbiu a esta influência.... Ele tornou-se apóstata de Mim uma segunda vez, e esta foi a primeira queda do pecado nesta terra.... a queda do pecado de que a humanidade tem conhecimento, mesmo que nada saiba da antiga apostasia do espiritual de Mim.... Mas isto só explica tudo.... Pois o primeiro ser humano não poderia ter caído se tivesse sido a primeira obra essencial de criação de Mim, que teria de estar em plena posse de força e luz, pois só a perfeição pode emergir de Mim. Pois então nenhuma força contrária poderia ter tido um efeito sobre ele. Mas a razão da sua queda encontra-se na apostasia dos espíritos e, portanto, na alma ainda não totalmente amadurecida do ser humano, que foi capaz de se provar mas não teve de o fazer.... O homem tinha intelecto e livre arbítrio e, portanto, também tinha de assumir a responsabilidade pela sua alma.... E por isso o homem teve de expiar a sua culpa.... O meu adversário reteve o poder sobre o espiritual encarnado como ser humano, e para cada ser humano isto significa um curso laborioso da vida terrena associado à luta e ao sofrimento com o objectivo de escapar ao seu controlo.... um objectivo que o ser humano também pode alcançar porque Jesus Cristo veio em auxílio da raça humana que foi enfraquecida pela queda de Adão no pecado, e assim a redenção é garantida para todos os que O reconhecem como Filho de Deus e Redentor do mundo e O seguem de bom grado.... O primeiro ser humano poderia ter construído a ponte sobre a qual todos os seus descendentes poderiam então alcançar Me.... mas, desde que caiu, a humanidade teve de permanecer na escravidão de Satanás durante muito tempo até à vinda do Redentor, até Jesus Cristo ter descido à terra para agora construir uma ponte para o reino espiritual através do Seu sofrimento e morrer.... através da Sua morte na cruz.... (2.11.1953) A decisão da vontade, que foi tomada pelo Meu primeiro criado sendo.... por Lucifer.... não era de modo algum para ser considerado como um mandamento, pelo contrário, cabia inteiramente ao ser virar a sua vontade numa direcção, e a direcção da sua vontade baseava-se unicamente no seu desejo de poder e domínio exclusivo. Estava bem ciente de ter surgido de Mim mas acreditava poder governar por si só porque não me via..... Reconheceu-me como sua origem mas não quis reconhecer Me.... E eu não tinha colocado esta vontade no ser, mas o próprio ser tinha mudado o livre arbítrio que lhe foi dado por Me.... Esta foi a diferença entre a primeira queda de Lúcifer e a primeira queda do ser humano no pecado.... pois este último ainda trazia dentro de si a vontade errada, e por isso dei-lhe um mandamento que ele não deve transgredir.... um mandamento que ele poderia facilmente ter guardado se não tivesse sido influenciado pelo espírito oposto, que por isso teve uma forte influência sobre o ser humano porque ele ainda era basicamente a sua parte.... porque ainda não tinha recuperado a perfeição que tornava impossível uma queda. Um ser humano perfeitamente criado não teria sido capaz de cair, ou seja, não teria sido capaz de transgredir este mandamento, porque o espiritual perfeito no ser humano tê-lo-ia impedido de qualquer acção de oposição a Deus..... No entanto, a criação do ser humano foi apenas o resultado da queda de Lúcifer e dos seus seguidores, caso contrário eu não teria realmente precisado de dar a substância espiritual chamada à vida por Mim formas externas como cobertura. Mas a forma do ser humano continha a substância espiritual caída, e assim o ser humano Adão já estava sobrecarregado com este pecado passado que, no entanto, poderia ter rejeitado se tivesse atendido ao Meu comando.... Teria sido possível para ele resgatar a dívida herdada.... a sua queda atrasou novamente o regresso do ser espiritual caído a Mim por tempos intermináveis, mas tornou-se possível através do trabalho redentor do homem Jesus, que, sem um mandamento da Minha parte, fez o que o homem Adão devia fazer.... Para entrar completamente na Minha vontade e através de uma vida de amor para se unir novamente a Mim na terra e para entrar em plena posse de força e luz...._>Ámen

Vertaler
Vertaald door: DeepL