Er wordt u alleen het lot opgelegd dat u nodig hebt om uw wil te veranderen, om de weerstand tegen Mij op te geven. Hoe sterk de weerstand van uw ziel is, zie Ik alleen. En beantwoordend aan deze weerstand, neemt uw leven op aarde een vorm aan. De verhouding van de mens tot Mij kan zo verschillend zijn, wat door de medemens niet is te beoordelen. Want Ik zie ook de meest geheime gedachten en opwellingen van een ziel en daarom kan een mens kinderlijk nauw met Mij in verbinding staan. Dan wordt hij in zekere zin geleid door Mijn Vaderhand en waarlijk voorbij elke afgrond en komt hij veilig bij het doel.
Maar anderen willen zich niet laten leiden. Ze denken alleen te kunnen gaan en vertrouwen op hun eigen kracht. Dezen laat Ik soms strijden, opdat ze om een Leider roepen en Ik dichter bij hen kan komen.
Weer anderen wijzen Mijn leiding af en wantrouwen Mij. Ze geloven niet in Mij en gaan alleen door het leven. En dus bieden ze Mij nog weerstand. En dezen zijn het, die Ik hard moet aanpakken en die in het aardse bestaan niets blijft bespaard, opdat ze zich veranderen eer het te laat is.
Ik probeer alleen de verandering van wil te bereiken. En deze verandering kan vaak een gebeuren tot stand brengen, dat voorkomt als wreed en liefdeloos van Mij, wanneer u nog niet weet dat u niet voor dit aardse bestaan geschapen bent, maar dat de gehele eeuwigheid nog voor u ligt. En ter wille van deze eeuwigheid gebruik Ik alle middelen, al naar gelang van de hardheid van uw weerstand.
Maar wie zich aan Mij overgeeft, behoeft geen buitengewoon opvoedingsmiddel meer. En bij hem strek Ik Mijn handen uit onder zijn voeten en zijn weg over de aarde zal gemakkelijker begaanbaar zijn, ofschoon om zijn graad van rijpheid te verhogen ook hij nog beproevingen nodig heeft, die hem naar Mij toe drijven, tot ook de laatste afstand tot Mij is overwonnen, tot hij in gelukzalige vereniging met Mij zijn aardse bestaan kan beëindigen.
Amen
VertalerEs wird euch nur das Schicksal auferlegt, das ihr benötigt zur Willenswandlung, zur Aufgabe des Widerstandes gegen Mich. Wie stark dieser Widerstand eurer Seele ist, das ersehe Ich allein, und ihm entsprechend gestaltet sich euer Erdenleben. Das Verhältnis des Menschen zu Mir kann so verschieden sein, was vom Mitmenschen nicht zu beurteilen ist, denn Ich erkenne auch die geheimsten Gedanken und Regungen einer Seele, und darum kann ein Mensch Mir kindlich nahestehen, dann wird er gewissermaßen geführt von Meiner Vaterhand, und wahrlich an jedem Abgrund vorbei, und er kommt sicher zum Ziel. Andere aber wollen sich nicht führen lassen, sie glauben allein gehen zu können und vertrauen ihrer eigenen Kraft.... Diese lasse Ich zuweilen anrennen, auf daß sie nach einem Führer rufen und Ich ihnen dann nahetreten kann. Wieder andere lehnen Meine Führung ab und bringen Mir Mißtrauen entgegen, sie glauben nicht an Mich und gehen allein durch das Leben. Und also widerstehen sie Mir noch, und diese sind es, die Ich hart anfassen muß und denen nichts erspart bleibt im Erdenleben, auf daß sie sich wandeln, ehe es zu spät ist. Nur die Willenswandlung suche Ich zu erreichen, und diese Wandlung kann oft ein Geschehen zuwege bringen, das euch als grausam und lieblos von Mir erscheint, sowie ihr noch nicht wisset, daß ihr nicht nur für dieses Erdenleben geschaffen seid, sondern die ganze Ewigkeit noch vor euch liegt. Und um dieser Ewigkeit willen wende Ich alle Mittel an, je nach der Härte eures Widerstandes. Wer sich aber Mir ergibt, der braucht kein außergewöhnliches Erziehungsmittel mehr, und ihm breite Ich Meine Hände unter die Füße, und sein Erdenweg wird leichter passierbar sein, wenngleich auch er noch zur Erhöhung seines Reifegrades Prüfungen benötigt, die ihn zu Mir hintreiben, bis auch der letzte Abstand von Mir überwunden ist, bis er in seliger Vereinigung mit Mir sein Erdenleben beschließen kann....
Amen
Vertaler