Ik heb op aarde wel een kerk gesticht, maar geen organisatie gewild.
Dit zeg Ik tegen allen die mijn woord “Jij bent Petrus, de rots, op jou wil Ik mijn kerk bouwen” zodanig uitleggen, dat Ik zelf dus de stichter zou zijn van wereldlijke organisaties die zich de ware kerk van Christus noemen. Zoals al mijn woorden, dienden ook deze geestelijk te worden opgevat. Wel zeer gemakkelijk te begrijpen, wanneer het diepe geloof van mijn leerling Petrus als rots wordt uitgelegd, dat bekend moet zijn bij al degenen die tot mijn ware kerk behoren. Mijn kerk is een zuiver geestelijk werk. Daaronder dient een gemeente te worden verstaan die in het geloof rotsvast is als Petrus, maar nooit de aaneensluiting van mensen in een zuiver wereldlijke organisatie, die wereldlijk moet worden genoemd, omdat alles naar buiten toe herkenbaar moet zijn wat het toebehoren aan die organisatie bewijst, terwijl bovendien wetten en voorschriften werden afgekondigd die de mens onvrij maken in het denken en handelen, wat geheel indruist tegen mijn wil. Wat Ik eis van de mensen die tot mijn kerk behoren, is dat ze in vrije wil op Mij aansturen, waartoe het geloof in Mij noodzakelijk is en ook de liefde.
Maar geen van beide kunnen worden afgedwongen of door voorschriften worden bereikt. De liefde voor Mij wordt niet plichtmatig gewekt, maar alleen door het geloof aan mijn volmaaktheid. En dit geloof kan wel worden aangeleerd, maar niet geëist. Om te geloven moet de mens zelf, na innerlijke strijd, tot een besluit komen, nadat hem kennis over Mij werd gegeven, over zijn Schepper en Vader van eeuwigheid. Pas dit zelf verworven geloof maakt de mens lid van mijn kerk, dus kan mijn kerk niet een organisatie zijn, die veel leden kan hebben, aan welke echter het levende, zelf verworven geloof ontbreekt. Want ofschoon zowel het geloof als ook de liefde daarin wordt gepreekt, zijn het toch eerst de toehoorders die zelf de wil actief moeten laten worden om het recht te verwerven, toe te behoren aan mijn, door Mij gegrondveste kerk. En daarom beklemtoon Ik steeds weer, dat deze kerk niet door mensen gestalte kon worden gegeven door het oprichten van een organisatie die - zoals elke wereldlijke organisatie - leiders in verschillende graden laat zien, aan welke Ik zo’n ambt nooit heb toegewezen. Die meer heersende dan dienende functies hebben en die zelf vaak geen leden van de door Mij gestichte kerk zijn, omdat ze alleen blind geloven, wat hun ook geleerd werd en die zichzelf nog niet het overtuigde geloof eigen hebben gemaakt door na te denken, evenmin als het levende geloof door werken van liefde. Dezen dus geloven van zichzelf dat ze mijn vertegenwoordigers op aarde zijn. En toch kunnen ze niet het weten dat overeenstemt met de waarheid aan de mensen overbrengen, omdat ze het zelf niet bezitten. Ze voelen zich als opvolgers van Petrus, maar zijn het niet, want hun geloof laat niet de sterkte van een rots zien zodra het op de proef wordt gesteld. Mijn door Mij gegrondveste kerk zal de proef doorstaan. De poorten van de hel zullen haar niet overweldigen. Doch als er aan de muren van die andere kerk wordt gewrikt, wat mijn wil voorzien heeft, zal die niet standhouden. En alleen blindelings gelovige fanatiekelingen zullen standhouden. Echter niet uit overtuiging, maar uit fanatisme, wat echter niet van Mij uit als trouw wordt beschouwd. Want Ik verlang van de mensen dat ze nadenken over alles wat hun overkomt. En Ik wil dat ze ziende worden en niet blind blijven door eigen schuld. Ik verlang ook dat ze nadenken over mijn woorden: “Jij bent Petrus, de rots, op jou wil Ik mijn kerk bouwen, en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen.”
Ik verlang dat erover wordt nagedacht, hoe deze woorden van Mij dienen te worden opgevat. Ik wil dat ze naar waarheid worden uitgelegd en dat u mensen het ook inziet, wanneer menselijke uitleg niet overeenstemt met de geestelijke betekenis die Ik in mijn woorden heb gelegd. En u zult het kunnen inzien, als u maar met het verlangen naar de zuivere waarheid nadenkt wanneer u wordt onderricht door diegenen die zich mijn vertegenwoordigers op aarde noemen. Mijn echte vertegenwoordigers zijn wel in de waarheid onderricht en kunnen bijgevolg ook aan hun medemensen een juiste uitleg geven over mijn woord en zijn diepe geestelijke betekenis. Maar mijn vertegenwoordigers behoren ook tot de door Mij gestichte kerk, ofschoon ze niet bij een aardse organisatie horen. Mijn echte vertegenwoordigers zullen ook in mijn naam alle geestelijke organisaties het einde van hun bestaan aankondigen, omdat alles wat zich van de werkelijke waarheid heeft verwijderd, zal vergaan. Zelfs wanneer bij de mensen de mening wordt gehuldigd, dat die kerk onoverwinnelijk is. Onoverwinnelijk zal alleen die kerk zijn die Ik zelf op aarde heb gegrondvest, die een geestelijke gemeenschap is van diegenen die een geloof hebben als Petrus en door dit geloof zich vormen naar mijn evenbeeld. Die ook levend kunnen geloven, omdat ze in de waarheid zijn onderricht. Die mijn geest in zich werkzaam laten zijn, die steeds het teken is en zal blijven van het toebehoren aan de door Mij gestichte kerk.
Amen
VertalerFundei de facto uma igreja na terra, mas não queria uma organização.... Isto é o que digo a todos aqueles que interpretam a Minha Palavra 'Tu és Pedro, a rocha, sobre ti edificarei a Minha igreja' de tal forma que Eu próprio sou o fundador de organizações mundanas que se intitulam a verdadeira igreja de Cristo. Como todas as Minhas palavras, estas também deveriam ser entendidas espiritualmente, de facto muito facilmente, se a fé profunda do Meu discípulo Pedro fosse entendida como uma rocha, que deve ser inerente a todos aqueles que pertencem à Minha verdadeira Igreja. A minha igreja é uma obra puramente espiritual, deve ser entendida como uma congregação sólida na fé como Pedro, mas nunca como uma associação de pessoas numa organização puramente mundana, que por isso tem de ser chamada mundana porque tudo tem de ser reconhecível externamente, o que prova a filiação a esta organização, porque, além disso, foram emitidas leis que tornam as pessoas pouco livres em pensamento e acção, o que contradiz completamente a Minha vontade. O que eu exijo das pessoas que pertencem à Minha igreja é: lutar por Mim de sua livre vontade, o que requer fé em Mim, bem como amor.... Mas também não pode ser forçado ou alcançado através de regulamentos; o amor por Mim não desperta de forma obediente mas apenas através da fé na Minha perfeição, e esta fé pode certamente ser ensinada mas não exigida. (7/26/1950) O próprio ser humano tem de ganhar fé depois de ter sido informado de Mim, seu Criador e Pai desde a eternidade. Só esta fé auto-confirmada faz do ser humano um membro da Minha Igreja, pelo que uma organização não pode ser a Minha Igreja que pode contar muitos membros mas carece da fé auto-confirmada viva. Pois embora nela se pregue fé e amor, são apenas os ouvintes que têm de deixar a sua vontade tornar-se eles próprios activos para adquirirem o direito de pertencer à Minha igreja fundada por Mim. E por isso sublinho repetidamente que esta igreja não poderia ser moldada por pessoas fundando uma organização que, como todas as organizações mundanas, tem líderes de várias fileiras aos quais nunca confiei tal cargo, que têm mais funções governativas do que de serviço e que muitas vezes não são membros da igreja fundada por Mim, porque só acreditam cegamente no que também lhes foi ensinado e ainda não adquiriram a fé convicta através da reflexão, bem como a fé viva através da actividade amorosa. Por isso acreditam ser Meus representantes na terra e, no entanto, não podem transmitir às pessoas o conhecimento que corresponde à verdade, porque elas próprias não o possuem. Sentem-se seguidores de Pedro, mas não o são, pois a sua fé não tem a força de uma rocha assim que esta é posta à prova. A minha igreja fundada por Mim provará.... que os portões do inferno não a irão ultrapassar. No entanto, se as paredes dessa igreja forem abaladas, o que é pretendido pela Minha vontade, ela não permanecerá firme, e só os fanáticos que acreditam cegamente se manterão firmes, mas não por convicção, mas por fanatismo, que, no entanto, não será julgado por Mim como lealdade. Pois eu exijo que as pessoas pensem em tudo o que encontram e quero que elas se tornem avistadas e não fiquem cegas por sua própria culpa. Também exijo uma reflexão sobre as Minhas palavras: Tu és Pedro, a rocha, sobre ti edificarei a Minha igreja, e as portas do inferno não a dominarão.... Apelo a uma reflexão sobre a forma como estas palavras de Mine devem ser entendidas: (7/27/1950) Quero que sejam interpretados com veracidade e que vocês, humanos, também reconheçam quando a interpretação humana não corresponde ao significado espiritual que coloquei nas Minhas Palavras. E pode reconhecer isto se só pensar na pura verdade da sua própria vontade quando for ensinado por aqueles que se intitulam Meus representantes na Terra. Os meus verdadeiros representantes estão bem informados sobre a verdade e podem, portanto, também dar aos seus semelhantes uma explicação correcta sobre a Minha Palavra e o seu profundo significado espiritual. Mas os meus representantes também pertencem à igreja fundada por Mim, embora não pertençam a nenhuma organização terrena. Os meus legítimos representantes anunciarão também o fim da existência de todas as organizações espirituais em Meu nome, porque tudo o que se distanciou da verdade certa passará, mesmo que as pessoas estejam convencidas de que esta igreja é intransponível. Só a igreja que Eu mesmo fundei na terra será insuperável, que é uma comunidade espiritual daqueles que têm fé como Pedro e através desta fé se moldam à Minha imagem, que também são capazes de acreditar vividamente porque são instruídos na verdade, que deixam o Meu espírito fazer efeito neles, que é e continuará sempre a ser um sinal de pertença à igreja fundada por Mim...._>Ámen
Vertaler