Er zal u een zalig lot ten deel vallen in het huis van Mijn VADER. U zult er alles aantreffen wat u vreugde geeft als uw ziel zuiver is en vrij van aardse verlangens, als ze rijp is voor het geestelijke rijk. Maar waarin deze zaligheden bestaan, nml. de vreugden voor een zuivere vergeestelijkte ziel, dat kunt u mensen pas dan begrijpen wanneer uw streven op aarde al op geestelijke goederen is gericht - als de aarde met haar bezit niet meer in staat is u te bekoren.
Het zijn geestelijke genietingen die de ziel verrukkelijke vreugden bereiden. Het zijn genietingen die het gevoelen van de ziel net zo beroeren als aardse genietingen het lichaam, zodat zij dus bovenmate gelukkig is omdat zij geen enkel aards verlangen meer heeft.
Net zoals op aarde ervaart de ziel ook in het hiernamaals het schone en net zo als op de aarde kent zij ook het geluksgevoel, maar in een mate die met niets meer te vergelijken is. Want haar verlangen gaat direct uit naar een vermeerdering van geestelijke bezittingen en dit verlangen wordt ook aan de ziel vervuld. Zij kan onvoorstelbare scheppingen aanschouwen en horen en zij schept daaruit gedurig wijsheid en kracht. Zij verkeert in de bekoorlijkste omgeving waar op de aarde niets mee te vergelijken is, omdat aardse scheppingen daarmee vergeleken maar arm en gebrekkig zijn. En daarom ontbreekt de mensen de kracht zich de wonderen van GOD's Liefde die HIJ Zijn kinderen laat aanschouwen voor te stellen. En omdat ieder wezen met gelijkgezinde zielen verbinding heeft, wordt deze zaligheid aanmerkelijk verhoogd en het licht voortdurend sterker.
De toestand in het hiernamaals van de onvolkomen wezens kan wel beschreven worden omdat die niet veel anders is dan op de aarde, zodat vaak die zielen zich op aarde levend wanen nog voor een lange tijd. Zoals op aarde de mensen in de materie leven en niet kunnen begrijpen hoe geestelijk strevende mensen zich van de wereld terugtrekken en toch gelukkig zijn, zo leven de eersten ook in het geestelijke rijk met hetzelfde verlangen naar de materie, waaraan voor hen in zoverre voldaan wordt, dat de vervulling ervan hen zelf niet gelukkig kan maken tot zij na een lange tijd zich er van los beginnen te maken als zij de waardeloosheid ervan inzien. Maar het geestelijke rijk van het licht met zijn bewoners is voor deze wezens gesloten, want dat is een andere wereld waarvoor zij nog geen begrip hebben. Zij zouden daarin ook niet kunnen bestaan, omdat de volheid van licht hen zou verteren.
Er bevinden zich echter altijd lichtwezens onder hen die zonder herkend te worden hen onderrichten en proberen hun wil te beïnvloeden, om zich los te maken van aardse begeerten en iets hogers na te streven om na een vaak heel lange tijd ook in het lichtrijk te kunnen ingaan. Er kunnen zielen met dezelfde graad van onvolmaaktheid in het hiernamaals komen die toch tijden van verschillende duur nodig hebben om tot rijpheid te komen, al naar gelang het vermogen van hun hart lief te hebben, die soms in het geestelijke rijk sneller veranderen dan op aarde. Maar er zijn er ook die een zeer lange tijd nodig hebben hun gebreken en ondeugden af te leggen. Maar steeds zijn het voor deze onrijpe zielen heel bekende beelden die zij te zien krijgen, terwijl in het lichtrijk de ziel geheel onbekende dingen onder de ogen komen en het aanschouwen en horen onvermoede zaligheid teweegbrengt - en waar de wonderen geen einde nemen. Want de belofte van JEZUS wordt vervuld: "Wat geen menselijk oog ooit heeft gezien en geen menselijk oor ooit heeft gehoord, dat heb Ik bereid voor hen die MIJ liefhebben!"
Amen
VertalerIl vous sera accordé un sort bienheureux dans la Maison de Mon Père. Vous trouverez tout ce qui vous remplira de joie, si votre âme est pure et libre de désirs terrestres, si elle est mûre pour le Royaume spirituel. Mais en quoi consiste cette béatitude, cette joie pour une âme pure spiritualisée, vous pouvez le comprendre vous les hommes seulement lorsque votre tendance sur la Terre est déjà pour les biens spirituels, lorsque la Terre avec sa possession ne vous stimule plus. Ce sont des jouissances spirituelles qui préparent à l'âme d’indescriptibles délices, ce sont des jouissances qui touchent la perception de l'âme de la même manière dans laquelle les jouissances terrestres touchent le corps, de sorte qu’il soit outre mesure heureux, parce qu'elle ne désire ardemment plus rien de terrestre. Comme sur la Terre, l'âme perçoit aussi dans l'au-delà le beau, et comme sur la Terre, elle connaît le même sentiment de bonheur, mais dans une mesure beaucoup plus vaste. Sa nostalgie cherche continuellement à augmenter les biens spirituels et cette nostalgie de l'âme est comblée. Elle peut contempler et sentir des Créations inimaginables et elle y puise constamment la sagesse et la force. Elle évolue dans une ambiance plus stimulante, pour lequel on ne trouve aucune comparaison sur la Terre, parce que les Créations terrestres sont pauvres et insuffisantes en comparaison et pour cela il manque aussi à l'homme la force d'imagination pour les choses miraculeuses que l'Amour divin fait voir à Ses fils. Et vu que chaque être est en contact avec des âmes du même sentiment, la béatitude est considérablement augmentée et la Lumière constamment élevée. L'état des êtres encore imparfaits dans l'au-delà peut certes être décrit, parce qu'il n’est pas très différent de celui sur la Terre, de sorte que les âmes croient souvent encore vivre sur la Terre, et cela pendant beaucoup de temps. De même que sur la Terre les hommes vivent dans la matière et ils ne peuvent pas comprendre comment l'homme qui tend vers la spiritualité se retire du monde et est lui-même heureux, ainsi les premiers vivent dans le Règne spirituel avec le même désir pour la matière qu’ils avaient jusqu’ici et cela dans une mesure qui ne peut plus les rendre heureux jusqu'à ce que, après beaucoup de temps, ils commencent à s’en séparer dans la reconnaissance de son manque de valeur. Mais le Règne spirituel de la Lumière avec ses habitants est fermé pour ces êtres, c’est un autre monde pour lequel ils n'ont encore aucune compréhension et dans lequel ils ne pourraient pas subsister, parce que la plénitude de Lumière les consommerait. Mais il y a toujours des êtres de Lumière parmi eux qui les instruisent et cherchent à diriger leur volonté à se détacher des désirs terrestres et à tendre vers quelque chose de plus élevé pour pouvoir entrer, souvent après longtemps, dans le Royaume de la Lumière. Des âmes avec le même degré d'imperfection peuvent entrer dans l'au-delà, cependant un temps différemment long leur est nécessaire pour mûrir, selon la capacité d'aimer de leur cœur, mais dans le Royaume spirituel il change plus rapidement que sur la Terre, néanmoins il peut aussi leur être nécessaire de beaucoup plus de temps pour déposer leurs erreurs et leurs vices. Pour ces âmes non mûres ce qu’elles voient sont de toute façon toujours des concepts connus, tandis que dans le Royaume de la Lumière l'âme rencontre des choses totalement inconnues qui font jaillir une insoupçonnée béatitude dans leur contemplation et leur écoute et les miracles ne finissent pas. Parce que la Promesse de Jésus s'acquitte : « Ce qu’aucun œil d'homme n’a jamais vu et aucune oreille d'homme n’a jamais entendu, est ce que J’ai préparé pour ceux qui M’aiment. »
Amen
Vertaler