Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Hemel en hel

Wie zich aan Mij geeft, laat Ik eeuwig niet meer vallen. Maar wie volhardt weerstand te bieden tegen Mij, bevindt zich in groot gevaar de kracht van mijn liefde te moeten ontberen en in zijn oersubstantie te verharden, een uitermate kwellende toestand die Ik graag wil voorkomen. Deze waarheid nu, die vanaf het begin voor de mensen niet geheim werd gehouden, heeft het begrip "hemel en hel" doen ontstaan, een gelukzalige en een ongelukkige toestand, die in de voorstelling van de mens ruimtelijk begrensd is, tot tenslotte de eigenlijke waarheid - de toestand - in de voorstelling van de mensen afnam en alleen nog de plaats bleef bestaan die door de fantasie in alle kleuren werd afgeschilderd en er daardoor voor veel verkeerde gedachten een plaats werd ingeruimd, zodat de waarheid geheel misvormd is en de mens niet meer weet wat eigenlijk hemel en hel betekent.

Leven en dood zijn hemel en hel. Vlijtige, gelukkigmakende bezigheid in het stralendse licht is leven; krachteloosheid, onmacht en diepste duisternis is dood. En elke toestand kan voortdurend hoger of lager worden, toe- of afnemen, tot het hoogste doel bereikt is, gelukzalige samensmelting met Mij, óf het neerstorten in de diepste diepten, een eindeloos verre verwijdering van Mij. Onvoorstelbaar is de gelukzaligheid, onvoorstelbaar de kwelling en het leed der verdoemden die eeuwigheden smachten en geen kracht meer hebben zich te verlossen. Deze zielen zult u moeten gedenken.

Verkeerd is de leer dat er geen verlossing meer uit de hel bestaat, dat deze zielen voor eeuwig door Mij zijn verdoemd. Niet Ik verdoem hen, maar zij zelf hebben de verdoemenis gekozen. Niet Ik stort hen in de diepte, maar zij zelf hebben op de diepste afgrond aangestuurd. Maar mijn liefde zal niets voor eeuwig in deze verre verwijdering laten en daarom bestaat er ook een verlossing uit de hel, omdat Ik ook voor deze wezens ben gestorven aan het kruis en hun schuld op Mij nam omdat mijn liefde groter is dan mijn toorn, dan mijn gerechtigheid. Ook de hel zal haar laatste slachtoffer moeten loslaten. Dat wil zeggen: ook de meest vaste materie zal eens worden opgelost en het geestelijke daarin zal vrij worden met het doel op te klimmen naar het leven. Want de hel, zoals u mensen die zich voorstelt, bestaat niet als een eeuwig brandende vuurhaard, ze is geen plaats die de verdoemden bevat. De hel is een toestand waarvan de kwellingen niet te beschrijven zijn, een toestand die op aarde daarmee begint dat mensen Mij niet erkennen, dus met Mij breken en zonder de kracht van mijn liefde blijven. Ze leven dan wel nog het lichamelijke leven zonder Mij en ervaren de krachteloze toestand die de verwijdering van Mij met zich mee brengt nog niet als kwelling, doch zodra het lichamelijke leven ten einde is, beginnen de kwellingen: het bewustzijn totaal geen kracht meer te hebben en er toch te zijn.

In het begin is er nog de mogelijkheid, in het hiernamaals de weerstand op te geven als de ziel gehoor schenkt aan de denkbeelden van wetende wezens. Maar slechts zelden worden deze mogelijkheden benut en de ziel zinkt steeds dieper en de verwijdering van Mij wordt steeds groter. De krachteloosheid neemt toe tot uiteindelijke verharding, tot de hernieuwde kluistering in de meest vaste materie. Dan is er een eindeloos lange ontwikkelingsperiode voorbijgegaan, zonder resultaat voor het eertijds in de materie gekluisterde en nu vrije geestelijke, dat als mens uit eigen aandrang ernaar moet streven vrij van elke materiële keten te worden. Dat het nu gefaald heeft, is zijn vrije wil, want Ik laat het waarlijk niet ontbreken aan rechtstreekse aanmaningen en waarschuwingen. Maar de hel heeft een veel grotere aantrekkingskracht dan de hemel en de mens streeft met de grootste ijver toch weer naar de materie die de ziel allang had overwonnen. En die is nu ook zijn lot: ze wordt weer het omhulsel van het geestelijke dat bij zijn laatste wilsproef faalde.

De hel heeft haar poorten wijd geopend en vrijwillig gaan talloze zielen door deze poorten, de duisternis in. De hel zal triomferen. Dat wil zeggen: haar vorst heeft getalsmatig veel succes. Echter, Ik ontwring hem al deze zielen die Ik weer invoeg in de nieuwe schepping en Ik ontneem mijn tegenstander elke macht over dit wezenlijke doordat Ik hem eveneens midden in de aarde kluister. Dat wil zeggen: het meest vaste omhulsel wordt hem als keten gegeven, die hij niet eerder kan verlaten dan dat hij door de wil der mensen weer aan de macht komt, doordat de mensen weer materiële goederen begeren en zich meer en meer van Mij verwijderen. Dan strijdt hij weer om de zielen en deze strijd is toegelaten, opdat de zielen zich waarmaken en kiezen voor Mij of voor hem, want zonder juiste beslissing kan geen mens zalig worden.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Ciel et enfer

Celui qui se donne à Moi, Je ne le laisse plus tomber éternellement. Mais celui qui reste dans la résistance contre Moi est en grand danger de devoir se passer de Ma Force d'Amour et de durcir dans sa substance d’Ur, un état outre mesure atroce que Je voudrais lui éviter. Cette Vérité qui depuis le début n'a pas été cachée aux hommes a créé le concept de « Ciel et d'enfer », un état bienheureux et un état malheureux, qui dans l'imagination de l'homme sont limités dans l'espace, jusqu'à ce que finalement la vraie Vérité, la vraie situation, soit devenue moins importante dans l'imagination de l'homme et qu’il ne subsiste seulement un lieu que la fantaisie a dépeint de toutes les couleurs et cela a généré beaucoup de pensées erronées de sorte que la Vérité a été totalement défigurée et l'homme n'a plus aucune connaissance vraie de ce que signifie vraiment le Ciel et l’enfer. La Vie et la mort sont le Ciel et l’enfer. L'activité qui bat son plein, qui rend heureux dans la Lumière la plus rayonnante est la Vie – l'absence de Force, l'impuissance et la plus profonde obscurité est la mort. Chaque situation peut augmenter constamment vers le Haut ou bien vers le bas, jusqu'à ce qu’elle ait atteinte le but le plus haut, la bienheureuse fusion avec Moi, ou bien le précipice le plus profond, l'infini éloignement de Moi. La Béatitude est inimaginable, inimaginable est le tourment et la souffrance des damnés qui languissent dans l'Éternité et n'ont plus aucune Force pour se libérer. Vous devez penser à ces âmes. L'enseignement comme quoi il n'y a plus aucune libération possible de l'enfer, comme quoi ces âmes soient éternellement damnées par Moi est erroné. Je ne les condamne pas, mais c’est elles-mêmes qui ont choisi la damnation, Je ne les pousse pas dans l'abîme, mais elles-mêmes ont choisi l'abîme le plus profond ; mais Mon Amour ne laisse rien éternellement dans cette grande distance et donc même de l'enfer il existe une libération possible, parce que Je suis mort sur la Croix même pour ces êtres et J'ai pris sur Moi leur faute, parce que Mon Amour est plus grand que Ma Colère et que Ma Justice. Même l’enfer devra rendre ses dernières victimes, c'est-à-dire même la matière la plus solide sera un jour dissoute et le spirituel qu’elle contient sera libéré afin d’effectuer sa remontée vers la Vie, parce que l'enfer, comme vous vous l'imaginez vous les hommes, ne consiste pas dans un feu qui brûle éternellement, il n’y a aucun lieu qui cache les damnés ; l’enfer est un état dont les tourments ne peuvent pas être décrits, c’est un état qui commence sur la Terre, lorsque les hommes ne Me reconnaissent pas, donc lorsqu’ils s’éloignent de Moi et restent sans Ma Force d'Amour. Ils vivent certes encore leur vie corporelle sans Moi et ils ne perçoivent pas encore l'état sans Force, que l’éloignement de Moi apporte avec lui sous forme de tourments, mais dès que la vie corporelle est terminée, les tourments commencent : c’est à dire la conscience d'être totalement sans Force et aussi d'exister. Initialement il existe encore la possibilité de renoncer dans l'au-delà à la résistance, si l'âme écoute les conseils des êtres savants, mais seulement rarement ces possibilités seront prises en compte et l'âme se précipite toujours plus bas, et l'éloignement de Moi devient toujours plus grand, l'absence de Force augmente jusqu'au durcissement définitif, jusqu’à une Nouvelle Relégation dans la matière très solide. Alors une infiniment longue période de développement sans succès s’est passé pour le spirituel autrefois lié dans la matière et maintenant libéré qui, en tant qu’homme, devait tendre par sa propre poussée à se libérer de toute chaîne matérielle. Mais maintenant il a échoué, du fait de sa libre volonté, bien que Je ne le laisse vraiment pas manquer de Mes avertissements directs et de Mes mises en garde. Mais l'enfer a beaucoup plus de force d'attraction que le Ciel et l'homme tend avec une plus grande ferveur de nouveau vers la matière que l'âme avait depuis longtemps dépassée. Et maintenant c’est son sort, elle devient de nouveau l'enveloppe du spirituel qui a échoué dans sa dernière épreuve de volonté. L'enfer a grand ouvert ses portes, et librement d‘innombrables âmes entrent dans l'obscurité à travers ces portes. L'enfer triomphera, c'est-à-dire que son prince aura numériquement du succès, mais J’en tirerai toutes ces âmes que J'engendrerai de nouveau dans la nouvelle Création et J’enlèverai à Mon adversaire tout pouvoir sur ces entités en le liant au milieu de la Terre, c'est-à-dire qu’il lui sera donné comme chaîne l'enveloppe la plus solide qu’il ne pourra pas abandonner jusqu’à ce que du fait de la volonté de l'homme il arrive de nouveau au pouvoir, lorsque les hommes désireront de nouveau des biens matériels et s'éloigneront toujours davantage de Moi. Alors de nouveau il luttera pour se gagner des âmes et cette lutte est concédée pour que les âmes s'affirment et se décident pour Moi ou bien pour lui, parce que sans vraie décision aucun homme ne peut devenir bienheureux.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Jean-Marc Grillet