God heeft u opgedragen elkaar lief te hebben. Hij heeft u een gebod gegeven dat u zult moeten nakomen als u gelukzalig wilt worden. En dit gebod vraagt niets dan liefde voor Hem en voor de naaste. Maar het omvat het hele werk aan uw ziel, die u zult moeten laten overgaan in de graad van volmaaktheid zolang u nog op aarde leeft. Al uw denken, spreken en handelen moet in overeenstemming zijn met dit gebod van de liefde. Het moet tot uitdrukking komen in het geven en gelukkig willen maken, in helpen, troosten, opbeuren en beschermen. De mens moet voor zijn medemens doen, wat hem zelf gelukkig zou maken als hij in dezelfde mate hulpbehoevend zou zijn.
Bemin uw naaste als u zelf. En dus heeft God de mens een graad van eigenliefde toegekend, waaraan hij steeds kan afmeten in hoeverre hij het gebod van de naastenliefde nakomt. Is de liefde van de mens voor zichzelf groot, dan heeft hij ook de plicht de medemens in vergrote mate te bedenken, als hij de wil van God wil vervullen. Dan moet dus ook zijn liefdadigheid vergroot zijn. Is de eigenliefde minder en is er de mens veel aan gelegen de goddelijke wil te vervullen, dan zal de naastenliefde de graad van eigenliefde overtreffen. En dit zal de mens gemakkelijker vallen, want hij kan zich gemakkelijk van aards goed losmaken en dit de medemens doen toekomen.
Maar steeds wordt van u mensen gevraagd dat u zich oefent in onbaatzuchtige naastenliefde. En dus zult u ook moeten kunnen opofferen. U zult offers moeten kunnen brengen ten gunste van de medemens, die u gelukkig wilt maken. En u zult dit des te gemakkelijker kunnen, hoe meer liefde u tegenover de medemens zult voelen. Maar opdat het gevoel van liefde voor de medemens in u wordt gewekt, zult u zich moeten indenken dat u allen kinderen van één Vader bent, dat u allen uit dezelfde kracht bent voortgekomen en dus allen schepselen uit Gods liefde bent. Dan zult u de medemens als uw broeder leren zien. U zult hem liefde betonen. U zult hem willen helpen als hij in nood is en uw hulpvaardigheid zal u gelukkig maken, want ze maakt op zich gelukkig en levert u geestelijk inzicht op.
Geeft u de naaste wat voor uzelf begerenswaardig is, dan geeft ook God u wat het Zijne is. Hij geeft u de waarheid. Hij geeft u licht en kracht en genade. Hij maakt u gelukkig en bedenkt u op dezelfde wijze alleen met goederen die afkomstig zijn uit Zijn rijk, die u aards niet kunnen worden gegeven. Maar Hij zegent ook uw aards bezit, doordat Hij vermeerdert wat u offert, wanneer het voor uw zielenheil dienstig is. Als u dus in liefde voor de naaste weggeeft, zult u geen gebrek hoeven te lijden. Want de liefde Gods geeft u op dezelfde wijze als u in nood bent. En Hij bedenkt de zijnen niet karig, veeleer deelt Hij Zijn gaven onmetelijk uit, wanneer ook u offert zonder angstig te rekenen wat u zult kunnen missen. Zet de liefde u aan om te geven, dan zult u niet aarzelen of karig uitdelen en dus ook rijkelijk door de eeuwige Liefde worden bedacht.
En bent u niet in staat liefde te voelen, dan zult u zich moeten opvoeden tot onbaatzuchtige liefdadigheid. U zult om u heen moeten kijken en waar u nood ziet ingrijpen en helpend bijstand verlenen. Zo is het Gods wil en deze wil zult u zich eigen moeten maken, dan zal de liefdadigheid tegenover de naaste u op elke manier gelukkig maken. U zult zelf de liefde in u ontsteken tot ze een heldere vlam wordt die alles vastpakt wat in haar nabijheid komt. Want de liefde is goddelijk. Ze gaat van God uit en leidt naar God terug. En daarom is het gebod van de liefde tot God en de naaste het voornaamste gebod, dat zowel op aarde als in het hiernamaals moet worden nagekomen om met de eeuwige Liefde verenigd te worden en daardoor tot de eeuwige gelukzaligheid te komen.
Amen
VertalerBog vas je uputio da ljubite jedni druge, dao vam je zapovijed koju morate ispuniti, ako želite postati blaženi. A ova zapovijed ne zahtijeva ništa nego Ljubav za Njega i za bližnjega.... Ipak, ona uključuje cjelokupni rad na vašoj duši, koju morate dovesti u stanje savršenstva još dok živite na Zemlji. Sve vaše misli, govor i postupci trebaju se slagati s ovom zapovijedi Ljubavi, ona se mora izraziti u volji da date i usrećite, u pomaganju, tješenju, ohrabrivanju i zaštiti.... čovjek treba činiti svome bližnjemu ono što bi njega samoga činilo sretnim, ako bi on bio u jednakoj mjeri potrebit pomoći. Ljubi bližnjeg kao samog sebe.... I tako je Bog odobrio čovjeku jednu količinu samoljublja, po kojoj on uvijek može izmjeriti koliko daleko on ispunja zapovijed Ljubavi za bližnjega. Ako je ljubav čovjeka za sebe velika, on onda također ima dužnost opskrbiti bližnjega u povećanoj mjeri, želi li ispuniti Božju volju. Onda također mora biti povišena njegova ljubavna aktivnost.... Ako je samoljublje manje, a čovjek namjerava ispuniti Božju volju, onda će Ljubav prema bližnjemu premašiti nivo samoljublja, i ovo će čovjeku lakše pasti, budući se on lako može odvojiti od zemaljskih dobara, i ova okrenuti bližnjemu. Ali, od vas će uvijek biti zahtijevano, da prakticirate nesebičnu Ljubav za bližnjega, i tako vi morate također biti u stanju odreći se, morate biti u stanju žrtvovati u korist bližnjega kojeg želite usrećiti. A to lakše će vam ovo uspjeti, što više Ljubavi osjećate prema bližnjemu. No, kako bi u sebi probudili osjećaj Ljubavi za bližnjega, vi morate sebi predočiti da ste svi vi djeca jednoga Oca, da ste svi vi imali svoje ishodište u istoj snazi, i da ste stoga svi stvorenja Božje Ljubavi.... Onda ćete vi naučiti smatrati bližnjega svojim bratom, pokazivat ćete mu Ljubav, željet ćete mu pomoći kada je u potrebi, a vaša volja da pomognete će vas činiti sretnima, budući ona sama po sebi blagoslivlja i donosi vam duhovnu spoznaju.... Dajete li vi bližnjemu ono što je vama samima poželjno, tako Bog također daje vama ono što je Njegovo.... On vam daje Istinu, On vam daje svjetlo, snagu i milost.... On vas usrećuje, i opskrbljuje vas na isti način, samo s dobrima koja potječu iz Njegovog kraljevstva, koja vam zemaljski ne mogu biti ponuđena. On međutim, također blagoslivlja vaš zemaljski posjed, umnažajući ono što vi žrtvujete, ako to služi spasenju vaše duše. Ako se stoga, u Ljubavi prema bližnjemu odričete, vi nećete morati oskudijevati, jer vam Božja Ljubav daje jednako, ako ste vi u potrebi, a On uistinu ne opskrbljuje štedljivo, nego On Svoje darove razdjeljuje bez mjere.... ukoliko vi također žrtvujete bez zabrinutog računanja što bi vam moglo nedostajati. Ako vas Ljubav potiče na davanje, onda vi nećete oklijevati ili dijeliti oskudno, i stoga ćete vi također biti obilno opskrbljeni od vječne Ljubavi. A, ako vi niste u stanju osjetiti Ljubav, onda se morate naučiti (istrenirati) na aktivnost nesebične Ljubavi, morate gledati oko sebe, i gdje uočite potrebu, intervenirati i pružiti pomoćnu podršku. Takva je Božja volja, i tu volju vi morate učiniti vlastitom, onda će vas ljubavna aktivnost prema bližnjemu usrećiti u svakom pogledu.... vi ćete zapaliti Ljubav u sebi, tako da ona postane jasan plamen koji zahvaća sve što mu se približi, budući je Ljubav Božanska, ona potječe od Boga i vodi nazad Bogu, i stoga je zapovijed Ljubavi prema Bogu i prema bližnjemu, najuzvišenija zapovijed, koja na Zemlji, kao i u onostranom, mora biti ispunjena kako bi se sjedinili s vječnom Ljubavi, i kroz to postigli vječno blaženstvo.
AMEN
Vertaler