Mijn leven op aarde was een wandel in liefde, die Ik afsloot met mijn dood aan het kruis.
Mijn lichaam was op de aarde, dat wil zeggen aan alle natuurwetten onderworpen. Mijn ziel was bij God. Ze leidde een geestelijk leven en werd daarom machtig ook het lichaam aan zich te onderwerpen, het eveneens op God aan te laten sturen. En daardoor werden ziel en lichaam vergeestelijkt, zodat de uiterlijke vorm die God - de Vader van eeuwigheid - in alle volheid in zich droeg, geen hindernis meer was voor Zijn werkzaam zijn. De buitenkant kon bijgevolg ook geen prooi meer worden van de lichamelijke dood. Want alleen de materie die onrijp geestelijks bevat, is sterfelijk, dat wil zeggen in zich veranderlijk, maar niet geheel vergeestelijkte substantie. En bijgevolg konden ziel en lichaam in het geestelijke rijk binnengaan, want ze waren volmaakt. Ze waren licht doorlatend en konden nu, van licht en kracht doorstraald, de aarde verlaten - een gebeuren dat mijn leerlingen mochten meemaken, dat zich voor hun ogen afspeelde, opdat ze de heerlijkheid Gods konden schouwen, opdat ze kracht ontvingen voor hun missie op aarde om de mensheid te verlossen, die nu begon. Ze moesten de mensen tijding brengen van mijn verlossingswerk. Van mijn levenswandel, mijn leer, van mijn smartelijk lijden en sterven aan het kruis en van mijn verrijzenis en hemelvaart.
En op deze missie moesten ze voorbereid zijn. Ze moesten zelf een levenswandel in liefde leiden. Ze moesten diep gelovig zijn. Ze moesten in Mij de Vader van eeuwigheid hebben herkend. Ze moesten mijn leer geheel en al in zich hebben opgenomen om ze nu ook verder te kunnen leiden. Ze moesten bekend zijn met de waarheid om mijn offerdaad te kunnen begrijpen en dus moesten ze levende navolgers zijn en uit innerlijke overtuiging kunnen prediken. En daarom moesten ze ook mijn hemelvaart meemaken, het laatste teken op aarde van mijn heerlijkheid, mijn goddelijkheid, dat Ik hun als mens kon geven. Dat mijn gang over de aarde afsloot, maar levend moest blijven voor de mijnen, zolang de wereld bestaat. Want mijn verheerlijking was de vervulling van datgene wat Ik predikte. Voor mijn leerlingen wel begrijpelijk, maar voor de mensen alleen begrijpelijk als ze Mij navolgden door een leven te leiden in onbaatzuchtige liefde en daardoor de eeuwige waarheid te begrijpen en diepste goddelijke wijsheden in zich op te kunnen nemen. Dan zal ook voor hen mijn hemelvaart geloofwaardig zijn. Want ze weten dat het vergeestelijken van ziel en lichaam doel van het aardse bestaan is en dat het ontvangen van het stralendste licht het gevolg is. Daarom was het doel van mijn leven op aarde alleen het prediken van de liefde. Daarom nam het Woord vlees aan om de mensen op de juiste weg te wijzen, hun een leven in liefde voor te leven en ze aan te sporen Mij na te volgen.
Alleen de liefde brengt een vergeestelijking tot stand en alleen de liefde verlost de mensheid van de dood en wekt ze op tot het eeuwige leven.
Amen
VertalerMein Leben auf Erden war ein Wandel in Liebe, den Ich beschloß mit Meinem Tod am Kreuze.... Mein Körper war auf der Erde, d.h. allen Naturgesetzen unterworfen, Meine Seele war bei Gott, sie lebte ein geistiges Leben und wurde daher mächtig, auch den Körper sich untertan zu machen, ihn gleichfalls Gott zustreben zu lassen, und dadurch wurde Seele und Körper vergeistigt, so daß die Außenform, die Gott, den Vater von Ewigkeit, in aller Fülle barg, kein Hindernis mehr war für Sein Wirken. Die Außenform konnte sonach auch nicht mehr dem leiblichen Tode verfallen, weil sterblich, d.h. in sich veränderlich, nur die Materie ist, die unreifes Geistiges in sich birgt, nicht aber völlig vergeistigte Substanz. Und sonach konnte Seele und Körper in das geistige Reich eingehen, denn sie waren vollendet, sie waren lichtdurchlässig und konnten nun, licht- und kraft-durchstrahlt, die Erde verlassen, ein Vorgang, den Meine Jünger erleben durften, der sich vor ihren Augen abspielte, auf daß sie die Herrlichkeit Gottes schauen konnten, auf daß sie Kraft empfingen für ihre Erdenmission, die nun einsetzte zur Erlösung der Menschheit. Sie sollten den Menschen Kunde bringen von Meinem Erlösungswerk, von Meinem Lebenswandel, Meiner Lehre, von Meinem qualvollen Leiden und Sterben am Kreuz und von Meiner Auferstehung und Himmelfahrt.... Und zu dieser Mission mußten sie vorbereitet sein, sie mußten selbst einen Lebenswandel in Liebe führen, sie mußten tief gläubig sein, in Mir den Vater von Ewigkeit erkannt haben, sie mußten Meine Lehre voll und ganz in sich aufgenommen haben, um sie nun auch weiterleiten zu können; sie mußten in die Wahrheit eingeführt sein, um Meinen Opfertod begreifen zu können, und also mußten sie lebendige Nachfolger sein und aus innerster Überzeugung heraus predigen können. Und darum sollten sie auch Meine Himmelfahrt erleben, das letzte Zeichen Meiner Herrlichkeit, Meiner Gottheit, auf der Erde, das Ich ihnen als Mensch geben konnte, das Meinen Wandel auf Erden abschloß, aber lebendig bleiben sollte für die Meinen, solange die Welt besteht. Denn Meine Verklärung war die Erfüllung dessen, was Ich predigte, Meinen Jüngern wohl verständlich, doch den Menschen nur dann verständlich, wenn sie Mir nachfolgen, ein Leben in uneigennütziger Liebe führen und dadurch die ewige Wahrheit begreifen und tiefste göttliche Weisheiten in sich aufnehmen können. Dann wird auch ihnen Meine Himmelfahrt glaubwürdig sein, wenn sie wissen, daß das Vergeistigen von Seele und Körper Zweck des Erdenlebens ist und strahlendster Lichtempfang die Folge ist. Darum war Mein Erdenlebenszweck nur das Predigen der Liebe, darum nahm das Wort Fleisch an, um die Menschen auf den rechten Weg zu weisen, ihnen ein Liebeleben vorzuleben und sie anzuspornen, Mir nachzufolgen.... Nur die Liebe bringt eine Vergeistigung zuwege, und nur die Liebe erlöset die Menschheit vom Tode und erwecket sie zum ewigen Leben....
Amen
Vertaler