God maakt u Zijn aanwijzingen bekend door uw hart. Zodra u de behoefte voelt een voornemen uit te voeren, zodra u van binnen uit de aandrang voelt, is het steeds de stem van God die u instructies geeft, vooropgesteld dat u er moeite voor doet naar de wil van God te leven, dus op Hem aanstuurt en u zich aan Zijn leiding toevertrouwt. Zijn wil stuurt u dan, doordat u dezelfde wil in u hebt, omdat u zich bewust aan Zijn wil hebt onderworpen. En dan zult u alleen aan de aandrang in uw hart hoeven toe te geven en uw handelen zal juist zijn en door God gewild.
Maar onderzoek ernstig, welke macht u het recht verleent u te leiden. Innig gebed tot God beschermt u tegen de vijandelijke macht. Maar wat u doet zonder om Gods zegen te hebben gevraagd, wat u doet om alleen een welzijn van het lichaam te bevorderen, wat u doet die heel ver van God afstaat, dat is niet op aanwijzing van Hem, maar op die van Zijn tegenstander en dit is schadelijk voor uw ziel.
Degene die op God aanstuurt, zal nooit hoeven te vrezen verkeerd te denken en te handelen, omdat zijn instelling tot God ook de geestelijke krachten toegang tot hem verleent en hun nu het recht geeft zich beschermend aan de zijde van de mens op te stellen, dus ook de invloed van slechte krachten af te weren. Alleen het verlangen naar God verzekert de mens van goddelijke bescherming. En wie onder Zijn bescherming staat, kan niet verkeerd gaan. Hij kan alleen dat realiseren wat goed is voor zijn ziel. God zelf leidt hem en elke weg die hij gaat is belangrijk en leidt naar het doel.
De mens handelt wel naar eigen goeddunken, zijn wil zet hem aan tot een of andere handeling. En toch is het de wil van God die zich uit door zijn wil, zolang de mens aan de innerlijke aandrang toegeeft. Slaat hij echter geen acht op dit aandringen, dan biedt hij weerstand. Hij wordt besluiteloos, zijn wil is nog niet helemaal aan de wil van God ondergeschikt. En daarvoor moet hij zich in acht nemen, want dit is steeds het gevolg van een verslappen in het gebed.
Hoe inniger zijn verbinding met God is, des te duidelijker ziet hij de voor hem uitgestippelde weg. En des te bereidwilliger volgt hij de instructies van God die zijn hart hem bekend maakt. Alleen de verwijdering van God berooft hem van de fijngevoeligheid voor de goddelijke wil. Want dan is hij op zichzelf aangewezen en onzeker over wat hij doen of laten moet. En zulke toestanden benut de tegenstander van God, doordat hij zich inmengt in de gedachten van de mens. Doordat hij hem ertoe tracht te brengen zijn eigen voordeel aan de basis van elke handeling te leggen.
En dan moet de mens strijden. Hij moet worstelen om de verbinding met God te herstellen, die hem een helder denken oplevert, zodat hij de verzoekingen kan weerstaan. Wie God zoekt, zal niet verkeerd gaan. Wie Hem echter uitschakelt, diens weg is een dwaalspoor. Daarom moet er niets worden begonnen zonder gebed om Gods zegen. Dan zal ook het denken van de mens juist geleid zijn en elke bezigheid zal de wil van God in zich hebben.
Amen
VertalerDio vi annuncia le Sue Istruzioni attraverso il vostro cuore. Appena vi sentite spinti in un intento, appena vi spinge dall’interiore, allora è sempre la Voce di Dio che vi dà Istruzioni, premesso che vi sforziate di vivere nella Volontà di Dio, quindi tendiate a Lui e vi affidiate alla Sua Guida. Allora vi guida la Sua Volontà mentre portate in voi la stessa volontà, perché vi siete sottoposti coscientemente alla Sua Volontà; allora potete soltanto cedere alla spinta del vostro cuore ed il vostro agire sarà giusto e voluto da Dio. Ma esaminatevi seriamente a quale potere concedete il diritto di guidarvi.
La preghiera interiore a Dio vi protegge dal potere avverso; ma quello che fate, senza aver chiesto la Benedizione di Dio, quello che fate per promuovere semplicemente il ben vivere del corpo, quello che fate voi che state totalmente lontani da Dio, non è la Sua Istruzione, ma quella del Suo avversario e sono a danno della vostra anima. Colui che tende a Dio non avrà mai bisogno di temere di pensare o agire in modo errato, perché la sua predisposizione verso Dio concede anche alle Forze spirituali l’accesso a lui ed ora dà loro il diritto di mettersi in modo protettivo al fianco dell’uomo, quindi anche di respingere l’influenza di cattive forze. Solo il desiderio per Dio assicura all’uomo la Protezione divina, e chi si trova nella Protezione divina, non può sbagliare, può eseguire solamente ciò che è bene per la sua anima. Dio Stesso lo guida ed ogni via che percorre, è importante e conduce alla meta. L’uomo agisce bensì per proprio commisurare, la sua volontà lo spinge a questa o quella azione, e ciononostante è la Volontà di Dio che Si manifesta attraverso la sua volontà, finché l’uomo cede alla spinta interiore. Se però non osserva questa spinta, allora presta resistenza, diventa indeciso, la sua volontà non è ancora del tutto subordinata alla Volontà di Dio. E da questo si deve guardare, perché questo è sempre la conseguenza del trascurare la preghiera.
Più intimamente è il suo legame con Dio, più chiaramente vede la via presegnatagli, e più volenteroso segue le Indicazioni di Dio che gli annunciano il suo cuore. Solo la lontananza da Dio lo deruba del suo delicato sentimento per la Volontà divina, perché allora dipende da sé stesso ed è insicuro di ciò che deve fare o non fare. E l’avversario di Dio valuta queste situazioni, mentre si include nei pensieri dell’uomo, mentre cerca di obbligarlo di mettere alla base ad ogni azione il suo vantaggio. Allora l’uomo deve combattere, deve lottare per ristabilire il contatto con Dio che gli procura un pensare chiaro, affinché possa resistere alle tentazioni. Chi cerca Dio, non camminerà nell’errore, ma chi Lo esclude, la sua via conduce nell’errore. Perciò nulla dev’essere fatto senza aver chiesto prima nella preghiera la Benedizione di Dio, allora anche il pensare dell’uomo viene guidato bene ed ogni attività porterà in sé la Volontà di Dio.
Amen
Vertaler