De wil om goed te doen geldt al als volbrachte daad, als de mens het uitvoeren ervan verhinderd wordt. En evenzo is de mens verantwoordelijk voor een slechte daad, die hij van plan was uit te voeren, zelfs wanneer hij ze niet uitvoeren kon. Hoe hij zich nu opstelt tegenover de handelingen van de medemensen - of afwijzend of instemmend - zo wordt zijn wil beoordeeld, waarvoor hij zich eens moet verantwoorden. En daarom bepaalt ook het denken en willen van de gehele mensheid, wat aan nood en ellende over de wereld gaat. Want zolang de mensen zich niet de goddelijke geboden - de geboden van liefde tot God en tot de naaste - tot richtsnoer voor hun levenswandel maken, zolang ze niet veroordelen wat tegen deze geboden ingaat, is hun denken evenzo te veroordelen als dat van de uitvoerenden. En onvermijdelijk is er een tijd te verwachten van moeilijke levensomstandigheden, die als opvoedingsmiddel door God wordt aangewend om het denken van de mensen te veranderen.
Want de wil, die zich door de gedachten kenbaar maakt, kenmerkt de geestelijke toestand waarin de mensen zich bevinden. En is deze zo laag, dat er groot gevaar bestaat voor een geestelijke ondergang, dan moeten er middelen worden aangewend, die dit gevaar tegengaan. De mens die zelf in de liefde leeft, zal ook alles veroordelen wat tegen de liefde ingaat. Maar is de mens liefdeloos vanuit zijn gehele instelling, dan stemt hij ook in met alle handelingen van de medemensen die slecht zijn, en hij is dan evenzo schuldig te noemen, alsof hij ze zelf zou hebben uitgevoerd.
Dus bepalen de mensen zelf het tijdsgebeuren. Ze bepalen de graad van lijden die hen wordt opgelegd. Ze bepalen de aard van de gebeurtenissen, omdat ze zo moeten worden getroffen, dat hun denken kan veranderen. En hoe harder ze zijn, des te gevoeliger en langer zullen ze lijden moeten, en in hun geestelijke blindheid geloven onverdiend gedupeerd te worden. En toch kunnen ze anders niet veranderd worden in hun denken, dan dat ze bij zichzelf bespeuren, wat ze hebben goedgekeurd bij hun medemensen.
Het verkeerde denken van de mensen vindt zijn oorsprong in liefdeloosheid. Er komt niets goeds uit voort. Integendeel, alleen maar slechte daden. En daarom betekent het steeds geestelijke achteruitgang.
Pas het inzicht, dat alleen de slechte wil de oorzaak is van wat de gehele mensheid treft, kan de mensen ertoe bewegen deze wil te veranderen en dus ook te streven naar een rechtvaardig denken. En dan pas kan de mate van leed en droefenis worden verminderd en kan de mensen een gemakkelijk lot op aarde beschoren zijn. Want het goede denken zal daarin tot uiting komen, dat ieder mens zijn naaste hetzelfde toewenst, waarop hij voor zichzelf aanspraak maakt.
De mens zal de medemens de liefde betuigen die God eist en zich bijgevolg aan de goddelijke geboden onderwerpen.
Amen
VertalerLa volonté de faire de bien, vaut déjà comme acte accompli lorsque l'homme est empêché de le porter à exécution, mais inversement l'homme est responsable pour une mauvaise action qu’il a voulu exécuter, même lorsqu’il n'a pas pu l’exécuter. De la même façon avec laquelle il se positionne maintenant en ce qui concerne les actions envers le prochain, que ce soit dans le refus ou bien dans l'accord, ainsi sera évaluée sa volonté, et il devra en répondre un jour. De même les pensées et la volonté de l'humanité entière est déterminante pour la misère et le besoin qui passe sur la Terre, parce que tant que les Commandements Divins de l'amour pour Dieu et pour le prochain ne deviennent pas une ligne de conduite pour le chemin de vie des hommes, tant qu’ils ne condamnent pas ce qui est tourné contre ces Commandements, leur intention est à condamner, comme celle des exécutants, et on approche inévitablement d’un temps où de dures conditions de vie seront employés par Dieu comme moyen d'éducation, pour changer les pensées des hommes. Parce que la volonté qui se manifeste à travers la pensée, marque l'état spirituel dans lequel se trouve l'homme, et si celui-ci est bas, alors il y a un grand danger pour le naufrage animique, et des moyens doivent être employés pour détourner ce danger. Même l'homme qui vit dans l'amour, condamnera tout ce que l'amour brise ; mais si l'homme est sans amour dans toute sa mentalité, alors il approuvera même toutes les actions mauvaises du prochain, et il est à considérer comme aussi coupable que s'il les avait exécutées lui-même. Donc les hommes eux-mêmes déterminent les événements du temps, ils déterminent le degré des souffrances qui leur sont infligées, ils déterminent le genre des événements, parce qu'ils doivent être frappés de sorte qu’ils puissent changer leurs pensées. Et plus ils sont durs, plus sensiblement et plus longtemps ils doivent souffrir et, dans leur cécité spirituelle, ils croient être frappés sans qu’ils le méritent. Mais leurs pensées ne peuvent pas être changées autrement, parce qu'ils doivent sentir sur eux-mêmes ce qu'ils ont acceptés pour leur prochain. Les Pensées fausses des hommes ont pris racine dans le désamour, elles n'engendrent rien de bon, mais seulement des actions mauvaises, et donc cela signifie toujours une rétrogradation spirituelle. Seulement la connaissance du fait que la mauvaise volonté toute seule est la cause de ce qui arrive à l'humanité entière, peut pousser les hommes à changer cette volonté et donc à tendre eux-aussi à des pensées justes. Et seulement alors la mesure de souffrance et d'affliction peut être diminuée et aux hommes il peut être destiné un sort plus léger sur la Terre, parce qu’une pensée juste s’établira de sorte que chaque homme souhaitera à son prochain la même chose que lui-même prétend pour lui. L'homme fera preuve de l'amour que Dieu demande, il ira à la rencontre du prochain et avec cela il se subordonne aux Commandements divins.
Amen
Vertaler