Het is onvergelijkelijk waardevol, zich in een toestand te verplaatsen die de verbinding met het geestelijke rijk oplevert, want alleen door zo'n verbinding is het mogelijk in de waarheid te worden binnen geleid. En daarom is het ook door GOD gewild dat dit verkeer in stand wordt gehouden zolang de mens naar de waarheid streeft. Alleen het verlangen naar waarheid geeft het recht op zo'n verbinding, want dit is het doel van een verbinding van deze kant met de overkant, dat daardoor de zuivere waarheid naar de aarde wordt geleid.
Evenwel, ieder mens meent naar de waarheid te verlangen, zodra hij zich verbindt met het hiernamaals. Maar vaak is het slechts weetgierigheid, dus het verlangen om over het rijk hierna uitsluitsel te verkrijgen, zonder zich daarbij bewust te worden van een taak dat het ontvangen weten verder geleid moet worden naar de onwetende medemensen. Want wie ontvangt, moet ook geven. Is de liefde voor het eigen ik van een mens sterk geaccentueerd, dan neemt die mens het weten uit het geestelijke rijk alleen voor zichzelf in ontvangst.
Dit strookt niet met de Wil van GOD, want aan al het denken en handelen moet het gebod van de naastenliefde ten grondslag liggen. Een liefdevol hart ontvangt en deelt het ontvangene uit. Is de mens echter niet bereid om te geven, dan verliest hij ook het recht gaven te ontvangen. Houdt hij nochtans de omgang met het hiernamaals in stand, dan is er geen garantie voor de zuivere waarheid te geven, want nu dringen zich ook die wezens op die door eigenliefde nog ver van de waarheid verwijderd zijn.
Bijgevolg hoeven niet alle boodschappen in overeenstemming met de waarheid te zijn, als ze door een mens ontvangen zijn die zich niet in de dienst van GOD heeft gesteld, d.w.z. zijn wil aan HEM kenbaar heeft gemaakt, voor HEM en de verbreiding van de zuivere waarheid werkzaam te zijn. Dit bewuste GODwillen - dienen, behoedt de mens voor onware geestelijke gaven, want GOD leidt de waarheid alleen naar de aarde met het doel dat deze aan de mensheid wordt overgebracht. Het ontvangen van geestelijke gaven moet de uitwerking van een liefdevol hart zijn, eerst de liefde voor de medemens moet de mens in staat stellen en waardig maken, geestelijke gaven in ontvangst te nemen.
Een verbinding met het hiernamaals kan echter ook door mensen tot stand worden gebracht wier graad van liefde erg laag is; ze zullen ook voortdurend mededelingen uit het geestelijke rijk in ontvangst nemen, maar deze zullen steeds in overeenstemming zijn met het wezen of de graad van zielerijpheid van de mens die de verbinding aanknoopt. Op ieder mens wordt beslag gelegd die zich bereid verklaart boodschappen uit het geestelijke rijk te ontvangen. Alle geestelijke wezens willen zich uiten en ze doen dit ook beantwoordend aan de graad van hun rijpheid, d.w.z. hun weten. De scheidsmuur tussen waarheid en onwaarheid richt de mens echter zelf op door de graad van zijn verlangen naar de waarheid. Wie streeft naar de zuivere waarheid, aan diens verlangen wordt ook gevolg gegeven door de dragers van de waarheid, door wezens die vol licht zijn en in verbinding staan met GOD. Dezen kunnen alleen maar zuivere waarheid uitdelen, en ze beschermen ook de ontvangende mens ervoor, dwaling in ontvangst te nemen, want hun kracht is zo sterk dat ze alle onvolmaakte wezens verdringen uit de nabijheid van de mens die alleen maar de waarheid begeert en ze in ontvangst wil nemen om haar te verbreiden onder de in duisternis voortgaande mensheid.
Amen
VertalerÉ incomparavelmente valioso colocar-se em um estado que estabelece a conexão com o reino espiritual, pois somente através de tal conexão é possível ser guiado à verdade. E, portanto, é também vontade de Deus que esse contato seja mantido enquanto o ser humano se esforçar pela verdade. Só o desejo da verdade justifica tal ligação, porque é o propósito de uma ligação deste lado para o além, que a verdade pura é assim guiada para a Terra. Entretanto, todo ser humano acredita que deseja a verdade assim que se conecta com o além. Muitas vezes, no entanto, é apenas curiosidade, ou seja, o desejo de receber informações sobre o reino do além sem estar consciente de uma tarefa, que o conhecimento recebido deve ser transmitido a semelhantes ignorantes. Pois aquele que recebe também deve dar. Se o amor próprio de uma pessoa é fortemente enfatizado, então essa pessoa só recebe o conhecimento do reino espiritual para si mesma. Isso não corresponde à vontade de Deus, pois o mandamento do amor ao próximo deve ser a base de toda ação e pensamento. Um coração amoroso recebe e compartilha o que recebeu.... Mas se uma pessoa não está disposta, então ela também perde o direito de receber presentes. Se mesmo assim ele mantém contato com o além, não há garantia de verdade pura, pois seres que ainda estão muito longe da verdade devido ao amor-próprio também se aproximarão. Assim, nem todas as proclamações precisam corresponder à verdade se foram recebidas por uma pessoa que não se colocou a serviço de Deus, ou seja, que declarou sua vontade a Ele para ser ativa para Ele e a difusão da pura verdade. Esta vontade consciente de servir a Deus protege o ser humano de dons espirituais falsos, pois Deus só canaliza a verdade para a Terra com o propósito de transmiti-la à humanidade. O recebimento de dons espirituais deve ser o resultado de um coração amoroso, o amor ao próximo deve primeiro tornar o ser humano capaz e digno de receber dons espirituais. Mas uma conexão com o além também pode ser estabelecida por pessoas cujo grau de amor é muito baixo; elas também receberão constantemente mensagens do reino espiritual, mas estas sempre corresponderão à natureza ou ao grau de maturidade de alma da pessoa que estabelece a conexão. Toda pessoa que se declarar disposta a receber mensagens do reino espiritual será apreendida. Todos os seres espirituais querem se expressar, e também o fazem de acordo com seu grau de maturidade, ou seja, seu conhecimento. A divisão entre verdade e inverdade, porém, é erigida pelo próprio ser humano através do grau do seu desejo de verdade. Quem se esforça pela verdade pura terá também o seu desejo satisfeito pelos portadores da verdade, pelos seres que estão cheios de luz e em união com Deus. Eles só podem distribuir a verdade pura, e também protegem o ser humano receptor de receber erros, pois sua força é tão forte a ponto de deslocar todos os seres imperfeitos da vizinhança do ser humano que só deseja a verdade e quer recebê-la a fim de espalhá-la entre a humanidade atormentada pelas trevas...._>Amém
Vertaler