Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Verandering van de wil - Gedwongen toestand - Bestemming - Oertoestand

De tegen God gerichte wil was aanleiding tot de afval van het geestelijke van God. Bijgevolg moet de aan God gelijke wil voor het geestelijke verbondenheid, dat wil zeggen aaneensluiting met God betekenen. En daaruit blijkt dat de wil van he afgevallen geestelijke eerst moet worden veranderd, wil het zich weer met God kunnen verbinden. Deze ommekeer is zin en doel van het aardse leven die echter zonder dwang moet plaatsvinden en zich daarom voltrekt in de vorm van een langzame positieve ontwikkeling.

Het wezenlijke wordt het zelfbeschikkingsrecht ontnomen. Dat wil zeggen: het moet zich schikken onder de wil van de Schepper, zolang het de gang over de aarde aflegt vóór de belichaming als mens in zoverre dat het in de voorstadia werkzaam moet zijn op de manier zoals God het elk scheppingswerk voorschrijft. Dit is geenszins een toestand van algehele willoosheid, maar het wezenlijke heeft zijn wil tevoren al tot uitdrukking gebracht en daarom werd het nu de taak opgelegd die overeenstemt met zijn wil. Het is alleen in zoverre een gedwongen toestand, dat het - nadat het eenmaal zijn wil te kennen heeft gegeven - niet meer kan tegenwerken maar nu de bezigheid moet uitvoeren waarvoor het zich tevoren heeft uitgesproken. Het wordt er in zekere zin toe aangezet te dienen, maar tevoren heeft het zich bereid verklaard te dienen, daar het anders niet werd toegelaten dienend bezig te zijn. Dus keerde zich de wil van het wezenlijke al meer en meer naar de eeuwige Godheid toe. De weerspannigheid werd opgeheven en de aaneensluiting met God werd in zekere zin onbewust nagestreefd.

Maar het wezenlijke moet nog een laatste wilsproef doorstaan waar elke dwang wordt uitgeschakeld en het wezen geheel vrij en bewust kan beslissen of het de weerspannige wil opgeeft of hier nog verder in verhardt. En dit is de tijd van de belichaming als mens die ieder wezen kan gebruiken in vrije wil. In deze tijd gaat het alleen om de wil, of hij zich naar God toe of van Hem af keert. En het zal de mensen nu duidelijk zijn dat alleen dan van een succesvol leven op aarde kan worden gesproken wanneer de eertijds aan God weerspannige wil geheel is veranderd, zich dus volledig onderwerpt aan de goddelijke wil en bijgevolg de verwijdering van God wordt verminderd. Want dit laatste betekent een toenadering tot God in bewuste staat. Het betekent een algehele verandering van het geestelijke dat zich eens in vrije wil van God afkeerde en nu deze vrije wil weer gebruikt voor de aaneensluiting met God.

Het geestelijke herstelt nu weer zijn oertoestand zonder dat het door God daartoe wordt gedwongen. En dit betekent verlossing van het geestelijke uit het omhulsel dat God als keten bij het geestelijke heeft gevoegd om het weer naar Zichzelf toe te leiden. Het betekent voor het geestelijke een vrije, onvoorstelbaar gelukkig makende staat die met zijn oorspronkelijke bestemming overeenstemt en daarom het doel van al het niet verloste geestelijke is.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Il cambiamento della volontà – Lo stato dell’obbligo – La meta – Lo stato primordiale

La volontà contraria a Dio era il motivo della caduta dello spirituale da Dio, quindi la volontà simile a quella di Dio deve significare per lo spirituale l’unione, cioè l’unificazione con Dio, e da ciò è visibile che la volontà dello spirituale caduto deve dapprima cambiare, se Vuole di nuovo potersi unire con Dio. Questo cambiamento è il senso e lo scopo della vita terrena, che però deve avvenire senza costrizione e perciò deve svolgersi nella forma di un lento sviluppo verso l’Alto. All’essenziale viene tolto il diritto dell’auto determinazione, cioè deve subordinarsi alla Volontà del Creatore, finché non abbia ripercorso il cammino sulla Terra prima dell’incorporazione come uomo in quanto che negli stadi antecedenti deve essere attivo nel modo in cui Dio lo prescrive ad ogni Opera di Creazione. Questo non è per nulla uno stato di totale assenza di volontà, ma l’essenziale ha già prima comunicato la sua volontà, e perciò gli veniva ora posto il compito, che corrisponde alla sua volontà. E’ uno stato dell’obbligo soltanto in quanto che dopo aver annunciato la sua volontà di non agire più al contrario, ora vuole eseguire l’attività per la quale si è dichiarato in precedenza. Viene in certo qual modo indotto al servire, ma dapprima ha dichiarato la disponibilità per il servire, altrimenti non sarebbe ammesso a tale’attività. Quindi la volontà dell’essenziale si è già spesso rivolta all’eterna Divinità, ha rinunciato alla ribellione ed ha teso in certo qual modo inconsapevolmente all’unificazione con Dio. Ma l’essenziale deve ancora sostenere un’ultima prova di volontà, dove viene esclusa ogni costrizione e dove l’essere si può decidere, totalmente libero e consapevole, se rinuncia alla volontà rivolta contro Dio, oppure se vuole persistere ancora in questa. E questo è il tempo dell’incorporazione come uomo, che ogni essere può utilizzare nella libera volontà. In questo tempo si tratta soltanto della volontà, se si rivolge a Dio oppure se ne distoglie. Ed ora gli uomini comprenderanno che si può parlare di un cammino terreno di successo soltanto quando la volontà una volta rivolta contro Dio si è totalmente invertita, cioè si è totalmente sottomessa alla Volontà divina e con ciò ha diminuita la distanza da Dio. Perché quest’ultima significa un avvicinarsi a Dio nello stato cosciente, significa un totale cambiamento dello spirituale, che una volta si è allontanato da Dio nella libera volontà ed ora usa di nuovo questa libera volontà per l’unificazione con Dio. Ora lo spirituale ristabilisce il suo stato Ur, senza che ne venga costretto da Dio, e questo significa la liberazione dello spirituale dall’involucro, che Dio ha aggiunto allo spirituale come catena, per guidarlo di nuovo a Sé Stesso; per lo spirituale significa uno stato libero, inimmaginabilmente felice e beato, che corrisponde alla sua destinazione primordiale e che è quindi la meta di tutto lo spirituale non liberato.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich