De gave om het evangelie te prediken vereist liefde voor de mensen, om goddelijke woorden uit de mond van de prediker te laten vloeien. Want dan is deze het orgaan door welke God zelf tot de mensen spreekt, terwijl het anders mensenwoorden zijn die hij spreekt.
Woorden die zijn aangeleerd en alleen het weten weergeven dat de mens op een schoolse manier in zich heeft opgenomen. Zodra de mens in liefde werkzaam is, werkt de geest uit God door deze mens heen en dan kan hij alleen maar zeggen wat de geest uit God hem ingeeft. Daarom kan een prediker die niet werkzaam is in liefde, nooit met succes voor het evangelie opkomen. Want het zijn slechts lege woorden die hij spreekt. Aan de woorden ontbreekt het leven en daarom kan het ook niet tot leven wekken. En dat is de reden, waarom het goddelijke woord aan het merendeel van de mensen voorbijgaat zonder weerklank te vinden in de mens. Dit zijn geen echte verkondigers van het goddelijke woord, geen dienaren van God zoals ze moeten zijn om met succes op aarde werkzaam te kunnen zijn. Er zijn met hun ambt ook materiële belangen verbonden en als de mens niet buitengewoon werkzaam is in liefde, dan zal hij geen uitsluitsel kunnen geven zoals het nodig is om tot inzicht te komen. Hij zal steeds de uiterlijke vormen in acht nemen zoals het hem van mensenzijde werd overgebracht en hij zal zich als een dienaar Gods voelen die ervoor bestemd is de medemensen het evangelie te prediken.
De gave om te prediken is een gevolg van de innigste verbinding met God door in liefde werkzaam te zijn en door gebed.
Er zijn dan geen grenzen gesteld aan het werken van de geest in de mens en nu is het niet de mens die spreekt, maar de stem van de goddelijke geest die zich door mensenmond uit. “Wees niet bezorgd over wat u zult spreken, want mijn geest zal het u op hetzelfde ogenblik ingeven.” En wat de mens nu zegt en denkt, is het evangelie dat hij moet doorgeven. Want het is Gods woord, door Zijn geest aan de mensen overgebracht. En dit leraarschap kan iedereen uitoefenen als hij door werken van liefde het recht heeft verworven op het werkzaam zijn van de goddelijke geest. Doch alleen dezen moeten onderrichten.
Wereldse studie vervangt nooit het werken van de geest en als niet tegelijkertijd het werkzaam zijn in liefde wordt beoefend, zullen het lege woorden zijn en blijven, die de mensen nu worden aangeboden. Ze zullen niet tot het hart doordringen en tot leven wekken, tenzij de toehoorder, gegrepen door een diepe liefde tot God, door Zijn geest is verlicht, zodat het woord in hem levend wordt. Het predikambt kan dus buitengewoon belangrijk worden genoemd en zal toch aan een wereldse taak gelijk worden gesteld, ook door degenen die het moeten uitoefenen. Het wordt, net als wereldlijke ambten, in tijd en vorm geperst. Het wordt gewoontegetrouw uitgeoefend en niet meer vanuit een diepe innerlijke behoefte.
De mens moet door zijn geest worden aangespoord te spreken en hij heeft daarvoor noch een bepaalde plaats, noch een bepaalde tijd nodig, veeleer alleen hongerende mensen die zich graag willen laven aan de bron van goddelijke wijsheid, die verlangen naar het brood uit de hemel.
Dezen moet het evangelie worden gepreekt, de goddelijke leer van de liefde. Alleen het vervullen daarvan laat de mens wijs worden. Hoe inniger de verbinding van de prediker met God is en hoe gewilliger de toehoorder nu zijn woord in ontvangst neemt, des te duidelijker en begrijpelijker zal dit woord tot de oren van de toehoorder doordringen, omdat deze het nu met het hart begeert en hoort en het niet aan zijn oor voorbij laat gaan. De prediker moet het werktuig van God zijn. Dat wil zeggen: hij moet zich aan God overgeven, zodat Hij ongehinderd door hem werkzaam kan zijn.
Hij moet het opnamevat zijn voor de geest uit God, die zich over de mensen moet uitgieten. Hij moet deze stroom verder leiden en degenen die niet zelf de verbinding met God tot stand brengen, dienaangaande de weg wijzen. Hij moet, als hij met God en voor God leeft en werkzaam is, ook de medemensen naar Hem leiden en hun bekend maken met de liefde van God, die weer door werken van liefde moet worden verkregen.
Hij moet de mensen tot liefde opvoeden, omdat zonder liefde geen mens zalig kan worden.
Amen
VertalerO dom da pregação do Evangelho pressupõe o amor pelas pessoas para que as palavras divinas saiam da boca do pregador, pois então o pregador é o órgão através do qual o próprio Deus fala às pessoas, enquanto que de outra forma são palavras humanas que ele fala..... Palavras que são aprendidas e só reflectem o conhecimento que o ser humano absorveu na escola. Assim que uma pessoa é ativa no amor, o espírito de Deus trabalha através dele, e então ele só pode falar o que o espírito de Deus lhe transmite. Portanto, um pregador que não é ativo no amor nunca pode defender com sucesso o Evangelho, pois são apenas palavras vazias que ele fala; falta-lhes vida e, portanto, também não pode despertar para a vida. E esta é a razão pela qual a Palavra divina passa pela maioria das pessoas sem encontrar um eco nelas. Eles não são verdadeiros proclamadores da Palavra divina, eles não são servos de Deus como deveriam ser para poderem trabalhar com sucesso na Terra. O seu ministério também está ligado a interesses materiais, e se o ser humano não for extraordinariamente amorosamente ativo, não será capaz de fornecer informações como elas são necessárias para alcançar a realização. No entanto, ele manterá sempre as formas externas que lhe são humanamente transmitidas, e se sentirá como um servo de Deus que está destinado a pregar o Evangelho aos semelhantes.... O dom da pregação é o resultado da união mais íntima com Deus através da atividade amorosa e da oração.... Não há então limites para o funcionamento do espírito no homem, e agora não é o homem que fala, mas a voz do espírito divino que se faz conhecer através da boca do homem. "Não estejais ansiosos pelo que haveis de dizer, porque o Meu Espírito vo-lo dará na mesma hora....". E agora o que o homem fala e pensa é o Evangelho que ele deve transmitir, pois é a Palavra de Deus, transmitida aos homens pelo Seu Espírito. E qualquer um pode realizar esse ministério de ensino se ele adquiriu o direito à obra do espírito divino por meio da atividade amorosa. Mas só estes também devem ensinar.... O estudo mundano nunca substituirá o funcionamento do espírito e, se a atividade do amor não for praticada ao mesmo tempo, as palavras oferecidas às pessoas serão e permanecerão palavras de letras; não penetrarão no coração e não o despertarão para a vida, a menos que o ouvinte seja tomado pelo profundo amor a Deus, iluminado pelo Seu espírito, para que a Palavra ganhe vida nele. O ofício de pregador deve ser tomado como infinitamente importante e, no entanto, será equiparado a uma tarefa mundana, mesmo por aqueles que devem exercê-la. Como os escritórios mundanos, ela é forçada no tempo e na forma, é exercida de acordo com o hábito e não mais fora da mais profunda necessidade interior. O homem deve ser incitado pelo seu espírito a falar, e para isso não precisa nem de um lugar específico nem de um tempo específico, mas apenas de pessoas famintas que querem refrescar-se na fonte da sabedoria divina, que desejam o pão do céu.... A estes o Evangelho é para ser pregado, o ensinamento divino do amor, cujo cumprimento, por si só, capacita o homem a alcançar a sabedoria. Quanto mais íntima for a conexão do pregador com Deus e quanto mais o ouvinte aceitar sua Palavra, mais clara e compreensível esta Palavra chegará aos ouvidos do ouvinte, porque ele então a desejará e ouvirá com seu coração e não a deixará desvanecer-se em seus ouvidos. O pregador deve ser o instrumento de Deus, ou seja, deve entregar-se a Deus para que Ele possa trabalhar através dele sem obstáculos..... Ele deve ser o receptáculo para o Espírito de Deus, que deve ser derramado sobre as pessoas.... Ele deve passar este fluxo e mostrar o caminho para aqueles que não estabelecem a conexão com Deus.... Ele deve, se vive e trabalha com Deus e para Deus, levar também os seus semelhantes a Ele e informá-los do amor de Deus, que deve ser alcançado novamente através da actividade amorosa.... Ele deve educar as pessoas para o amor, porque sem amor nenhum ser humano pode se tornar abençoado...._>Amém
Vertaler