Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Einde van de tijd van genade - Zwaarste leed

De tijd van genade is spoedig voorbij en het denken van de mensen verandert niet. De mensen worden steeds liefdelozer en steeds dieper raken ze in de vangnetten van de satan verstrikt, zodat ze elkaar wederzijds kwellen en zonder enige liefde zijn. En God wendt elk middel aan om ze aan dit lage geestelijke niveau te onttrekken. Hij ontneemt hun aardse goederen om ze los te maken van de materie en Hij probeert ze door tegenspoed van allerlei aard tot nadenken aan te zetten. Hij brengt ze in situaties waarin ze zoekend naar hulp zich tot Hem moeten wenden. Maar elk middel mislukt en de geestelijke toestand wordt niet opgeheven.

En de tijd is niet meer ver dat Gods tuchtroede de mensen zal treffen. Want de tijd van genade gaat zijn einde tegemoet. En daarom moet de aarde nog onnoemelijk zwaar leed verdragen, want dit leed is een genade, zodra het niet aan de mens voorbij gaat zonder sporen na te laten en de ziel redding brengt.

Maar de wil van de mens kan niet worden gedwongen. En als het leed hem niet de juiste weg laat vinden, is er geen redding meer voor hem, en behoort hij bij diegenen die op de dag van het oordeel de macht van de Heer te voelen krijgen en dus ondeugdelijk worden bevonden. En wat dit oordeel betekent, kunnen de mensen niet begrijpen. Ze kunnen het zich niet voorstellen dat hun ziel weer door duizenden eeuwen heen een toestand in onnoemelijke kwelling moeten verdragen. Maar God die daarvan op de hoogte is, laat niets onbeproefd om hun dit lot te besparen. Hij kan de wil van de mens echter niet met geweld op het goede richten.

Maar de komende nood zal zo groot zijn, dat in ieder mens het natuurlijke gevoel wordt gewekt de medemens te helpen, als hij zich niet volledig van elke liefde heeft ontdaan. Is hij nog tot liefde in staat, al is het in de geringste mate, dan zal hij bij het zien van deze nood wakker worden en ook liefdevol werkzaam zijn. Echter in degene die aan deze nood nog voorbij gaat, zonder bereid te zijn om te helpen, is elke liefdevonk gedoofd en de mogelijkheid van een vooruitgang is er voor hem niet meer. Ze staan zo ver van God af, dat ze buiten de uitstraling van Gods Liefde staan, wat dus hetzelfde betekent als dat de geestelijke substantie weer wordt verhard tot de meest vaste materie. En dan begint het aardse bestaan opnieuw in de grootste kwelling van het gebonden zijn.

Wanneer nu tevoren dit onuitsprekelijke leed over de aarde komt, dan is dit nog een daad van de barmhartigheid van God, omdat Hij de zielen het onvoorstelbare leed van een herhaalde weg over de aarde graag wil besparen. Maar het wordt niet als zodanig herkend. Veel meer is het leed een aanleiding om God nog sterker af te wijzen, omdat de mensen in hun blindheid de geestelijke samenhang niet inzien. Maar daar wordt voldoende opheldering over gegeven, daarom wekt de Heer profeten op en laat hen alles tevoren aankondigen. Hij laat de tijd niet zonder aanwijzingen dichterbij komen.

Hij laat de mensen voortdurend vermaningen toekomen en ze over de zin en het doel van het aardse leven in kennis stellen. Maar ze sluiten hun oren en wijzen de goddelijke genadegave zonder bedenken af. En daarom is er voor deze mensen geen redding meer, geen weg die hen van de afgrond weghoudt, wanneer ze aan de laatste vermaningen en waarschuwingen geen gehoor geven. Ze kunnen er steeds alleen maar opmerkzaam op worden gemaakt, dat het geestelijk lage niveau de oorzaak is van het komende leed en dat deze eerst moet worden opgeheven, voordat van de kant van God aan het leed paal en perk kan worden gesteld.

Wie aan deze vermaningen en waarschuwingen denkt wanneer de laatste tijd van genade aanbreekt, de tijd van het meest smartelijke leven op aarde, die zal door het aanroepen van God nog op het laatste moment het ergste van zich af kunnen wenden. Hij zal niet tot diegenen behoren die gedoemd zijn eeuwigheden lang de toestand van algehele hulpeloosheid en onvoorstelbare kwellingen te verdragen.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

El final de la época de la gracia.... Penuria enorme....

El tiempo de la gracia se termina pronto, pero la mente de la humanidad no cambia. Cada vez más inhumanos actúan los hombres, y cada vez más profundos se meten en las redes de Satanás, a que se mutilan uno al otro sin sentido del amor mutuo. Y Dios usa cada remedio para sacarles de este nivel bajísimo espiritual.... Les quita bienes terrestres para hacerles soltar la materia, e intenta hacerles pensar por cada tipo de opresión. Les mete en una situación en la cual hace falta pedir ayuda a El; pero cada remedio es en vano y el estado espiritual no mejora. Y el tiempo ya no está lejos en lo cual el látigo del castigo divino tendrá que tocar a los hombres, porque la época de la gracia se termina. Y por esto la tierra tiene que soportar mucho más tormento, porque esta penuria es una gracia, mientras no pase sin rastro por los hombres, para poder traer la salvación al alma. Pero la voluntad humana no puede ser forzada, y si la pena no le hace encontrar al camino correcto ya no hay salvación para él, y pertenece a aquellos que van a sentir el poder del Señor en el día del juicio y que se considera como inútiles. Y lo que significa esta decisión los hombres no pueden entender su magnitud. No pueden imaginarse que el alma tiene que soportar de nuevo por miles de años un estado en tormentos indecibles. Pero Dios, que sabe de esto, no deja nada sin intentar para ahorrarles este destino, pero Él no puede forzar la voluntad humana para aceptar su bienestar. Pero la pena aproximada será tan enorme, que se despierta en cada hombre el sentido natural de ayudar al semejante, si ya no se ha despejado de cualquier sentido de amor. Si es capaz de amar, aunque de forma mínima, va a despertar frente esa pena y activarse de forma amorosa. Pero aquel que pasa por esta pena sin ayudar, en aquel cada chispa de amor se ha sofocado ya, y un ascenso no existe para él. Están tan lejos de Dios que se encuentran fuera de su rayo de amor y que supone la transformación de la sustancia espiritual en materia dura.... Y ahora el camino por la tierra empieza de nuevo en tormtura extrema del atado.... Pero sin anteriormente vendrá la pena indecible sobre la tierra, es un acto de gracia de Dios, porque quiere evitar a los almas el nuevo pasaje por la tierra en tormento inimaginable. Pero no se detecta como tal, más bien la pena será nueva razón para un mayor rechazo de Dios, porque los hombres no reconocen en su ceguera la conexión espiritual. Pero se informa sobre esto suficientes veces, y por esto el Señor despierta a los profetas y les anuncia todo a ellos, Él no deja acercarse el tiempo sin aviso ninguno, Él avisa a los hombres constantemente para ponerse en conocimiento sobre el sentido y propósito de su camino terrenal.... Pero cierran a sus oídos y rechazan sin dudar al regalo de gracia divino, y por esto ya no hay salvación para aquellos hombres, ningún camino que podría alejar al abismo si no prestan atención a las últimas advertencias y avisos. Solo se puede llamar su atención que el nivel espiritual tan bajo es la razón por la penuria aproximada y que se tiene que levantar antes de que Dios pueda parar la penuria. Aquel que considera a estas advertencias y avisos, podrá salvarse en el último momento cuando comience la última época de gracia, el tiempo de la vida dolorosa en la tierra.... aquel podrá eliminar lo peor de su vida si llama en la última hora a Dios; no estará en el lado de los perdidos que están malditos de pasar eternidades en un estado de impotencia y aguantar tormentos indecibles....

amén

Vertaler
Vertaald door: Bea Gato