Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

De catastrofe en de nood daarna

Zeer groot leed staat de mensheid nog te wachten, als ze de weg naar God niet vindt. In een tijd, waarin aan de goddelijke Schepper zo weinig wordt gedacht dat Hij ook in de bitterste nood niet wordt aangeroepen, nemen de gebeurtenissen toe, die kommer en kwel over de mensen brengen om de harten toch nog op de eeuwige Godheid te richten. En toch zal ook dit nog niet voldoende zijn dat de mensen verbinding zoeken met God. En dus zal Hij Zich op een andere manier dichter bij de mensen brengen, want zonder God zijn ze voor eeuwig verloren.

De dag van ontzetting is in aantocht en het leed zal niet te overzien zijn. Want in de nacht van de verschrikking verliezen de mensen elke verbinding met elkaar en niemand zal van de ander weten of hij een slachtoffer is geworden van de catastrofe, die angst en afgrijzen teweegbrengt en die niemand kan ontvluchten.

En dan zal de nood leren bidden. De mensen zullen vrezen voor hun geliefden of voor hun eigen leven en ze zullen geen aardse hulp vinden. En er blijft hun alleen nog de weg naar God over. En in het aanschijn van hun naderende einde vinden ze deze weg ook. En God zal eenieder bijstaan die Hem aanroept in de nood, zodra deze roep uit het diepst van het hart komt en God een verandering van de wil van de mens ziet. Want God wil niet totaal vernietigen, maar op de gehele mensheid opvoedend inwerken, daar ze anders niet meer kan worden geholpen.

Maar wat voor nood er na die catastrofe zal komen, daar kunnen de mensen zich nog geen voorstelling van maken. Want alles zal dan braak liggen en alleen de grootste gedienstigheid is in staat weer een toestand te scheppen, die voor de mensen verdraaglijk is. Doch slechts weinig mensen zullen willen dienen. En daarom zal de nood onuitsprekelijk groot zijn. Want de mensheid is verblind en ziet de zin en het doel niet in van een catastrofe, waaraan ontelbare mensen ten offer vallen.

En toch is er geen andere mogelijkheid de mensen terug te brengen tot het geloof in God. Maar God talmt en Zijn oneindige Liefde stelt de dag steeds nog uit, opdat de mensen nog tevoren de weg naar Hem vinden en door de kracht van het geloof het grootste leed van zich afwenden. Want die vast geloven zal God beschermen en Hij zal hun Zijn Liefde en Barmhartigheid doen toekomen. Hij zal hen bijstaan in de nood en Zijn Wil zal ze beschermen, ook in het grootste gevaar.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Katastrophe und Not nachher....

Größtes Leid steht der Menschheit noch bevor, findet sie den Weg nicht zu Gott. In einer Zeit, wo des göttlichen Schöpfers so wenig gedacht wird, daß Er auch in bitterster Not nicht angerufen wird, mehren sich die Ereignisse, die Kummer und Trübsal über die Menschen bringen, um die Herzen doch noch der ewigen Gottheit zuzulenken. Und dennoch wird auch das noch nicht genügen, daß die Menschen Verbindung suchen mit Gott.... Und also wird Er Sich in anderer Weise den Menschen nahebringen, denn ohne Gott sind sie verloren auf ewig. Der Tag des Grauens ist im Anzug, und das Leid wird unübersehbar sein, denn in der Nacht des Schreckens verlieren die Menschen jegliche Verbindung miteinander, und es wird keiner vom anderen wissen, ob er ein Opfer der Katastrophe geworden ist, die Angst und Grauen auslöst und der keiner entfliehen kann. Und dann wird die Not beten lehren, es werden die Menschen um ihre Lieben oder um ihr eigenes Leben bangen und keine irdische Hilfe finden, und es bleibt ihnen nur noch der Weg zu Gott, und angesichts ihres nahenden Endes finden sie auch diesen Weg. Und Gott wird einem jeden beistehen, der Ihn anruft in der Not, sowie dieser Anruf aus tiefstem Herzen kommt und Gott eine Willensänderung des Menschen erkennt. Denn es will Gott nicht restlos vernichten und doch auf die gesamte Menschheit erzieherisch einwirken, da anders ihr nicht mehr geholfen werden kann. Welche Not aber jener Katastrophe folgen wird, davon können sich die Menschen noch keine Vorstellung machen, denn alles wird brachliegen, und nur die größte Dienstwilligkeit vermag wieder einen Zustand zu schaffen, der für die Menschen erträglich ist. Doch nur wenige Menschen werden dienen wollen, und darum wird die Not unsagbar groß sein, ist doch die Menschheit verblendet und erkennt nicht den Sinn und Zweck einer Katastrophe, der unzählige Menschen zum Opfer fallen. Und doch gibt es keine andere Möglichkeit, die Menschen zum Glauben an Gott zurückzuführen, doch es verziehet Gott, und Seine unendliche Liebe schiebt immer noch den Tag hinaus, auf daß die Menschen noch vorher zu Ihm finden und durch Stärke des Glaubens das größte Leid von sich abwenden, denn die im Glauben stehen, wird Gott schützen und ihnen Seine Liebe und Barmherzigkeit zuwenden.... Er wird ihnen beistehen in der Not, und Sein Wille wird sie schützen auch in größter Gefahr....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde